Rival Sons by Jens

Rival Sons
Support-act: Jameson
Melkweg, Amsterdam
10 November 2014

Na een eerder optreden in de Oude Zaal van de Melkweg, nu precies drie jaar geleden, en een jaar later in de grotere Max is het deze keer voor het eerst dat we bij de entree de mededeling ‘Rival Sons Uitverkocht’ zien staan. Langzaam maar zeker begint het bij rockminnend Nederland door te dringen dat alle lofuitingen in de pers niet uit de lucht zijn gegrepen. Een toonaangevend Engels muziektijdschrift wist onlangs de toenemende populariteit van de Californiërs glashelder te verklaren: “Rock’N’Roll isn’t dead. It’s just been sleeping. And any time now, it’s going to rise from it’s slumber”.

Tekst: Jeroen Bakker / Foto: Jens van der Velde

Op de herfstachtige maandagavond begint de rij voor de Melkweg al op het Leidseplein. Het zijn voornamelijk opgewonden veertig-plussers met een kaartje voor de zoveelste reïncarnatie van UB40. De liefhebbers van het ruigere werk zijn al lang binnen maar bevinden zich in de naastgelegen Oude Zaal. Het is voor veel bezoekers duidelijk niet de eerste keer dat ze zich bij een optreden van The Rival Sons bevinden. Het lijkt een ontmoetingsplek voor oude bekenden en er is veel te bespreken.

Het optreden van de singer/songwriter Jameson die de avond mag openen doet ze al snel verstommen. Jameson Burt, zoals hij voluit heet, heeft goed begrepen dat hij vanavond goed voor de dag moet komen om het luidruchtige rockpubliek te overstemmen. De boomlange Californiër staat er helemaal alleen voor maar slaagt er met zijn krachtige stem en versterkte gitaar moeiteloos in om de aandacht op te eisen. Wat zijn gitaarvaardigheden betreft is het allemaal ook nog eens dik in orde en met tracks als ‘Populate’ of ‘Surprise’ toont hij aan over uitstekend zelfgeschreven materiaal te beschikken. Voor geïnteresseerden die graag een exemplaar van ‘Carnivore’ hadden meegenomen is er slecht nieuws, de ep is uitverkocht en de bevoorrading liet te lang op zich wachten. Dan maar simpelweg onthouden die naam.

De filmmuziek van ‘The Good The Bad And The Ugly’ begint iets na negen uur en wordt onder luid gejuich snel door The Rival Sons overstemd met de beukende opener ‘All Over The Road’. Het geluid is duidelijk niet optimaal afgestemd. Tijdens het opzwepende ‘Young Love’ blijkt alles onder controle en zien we ook de eerste tevreden blikken op het podium. Wanneer vervolgens ‘Pressure & Time’ wordt ingezet lijkt het er even op dat we een integrale live-uitvoering van het gelijknamige album mee gaan maken maar er is dit jaar een geweldige opvolger verschenen. ‘Great Western Valkyrie’ behoort tot de meest opwindende releases van 2014 en die wordt afgetrapt met het uitzinnige ‘Electric Man’. Gitarist Scott Holiday vuurt zijn killer-riffs af op de zaal. “I’m Electric, Yes I Am”, gilt zanger Jay Buchanan terwijl zijn lichaam schudt alsof er 2000 volt door zijn lichaam wordt gestuurd. Drummer Mike Miley beukt hard maar met de precisie van een Zwitsers uurwerk. Het tempo ligt moordend hoog. Zonder tussenpozen jaagt de band er in record-tempo zes tracks doorheen. Met de komst van bassist Dave Beste, hij verving Robin Everhart, en de toevoeging van toetsenist Todd Ogren-Brooks heeft de band nou niet bepaald aan kracht ingeboet. The Rival Sons overtuigen en het nieuwe materiaal past als gegoten in de toch al niet misselijke setlist waarmee de band het tot voor kort moest doen. Er is de heren veel aan gelegen om veel aandacht te besteden aan bovengenoemde album. De temperatuur is inmiddels hoog opgelopen. Buchanan heeft zelfs zijn jasje uitgedaan en maant de voorste groep fans tot enige kalmte want: “Het is wel de bedoelling dat we er gezamenlijk een mooi feest van maken”. De technici lopen ondertussen voor de zekerheid alle aparatuur op het podium na. Dit is Rock ‘N’ Roll en dan is iedere vorm van schade nooit ver weg, zelfs niet als ‘Play The Fool’ een uitermate stevige behandeling krijgt. Even wordt er gas teruggenomen met ‘Good Things’ maar als er daarna een ruig gitaarslide-intro van Scott Holiday door de Melkweg giert weten de fans van het eerste uur genoeg. Het is tijd voor tien minuten lang ‘Torture’, waarin een voorname rol is weggelegd voor ontspannen, funky toetsenwerk. De vele optredens tijdens het festivalseizoen heeft de band duidelijk goed gedaan. The Rival Sons is een geoliede rockmachine geworden en de bandleden hebben het duidelijk naar de zin op een kleiner podium zoals dat van vanavond.

Serieuzer wordt het als Buchanan zijn gevoelens de vrije loop laat in het adembenemend mooie ‘Jordan’. Hij legt uit hoe het is om iemand kwijt te raken maar dat je zelf moet uitzoeken hoe daar mee om te gaan. “Dat leren ze je niet op school”. Wat volgt is een indrukwekkende uitvoering van de ballad waarin vocalen en gitaar duelleren, met een geweldige ondersteunende rol van het orgel en drums, die tot een ongekende climax leiden en tevens tot de hoogtepunten van het optreden behoren. Het kookpunt lijkt tijdens ‘Get’s What Coming’ nu toch echt bereikt met als gevolg dat Buchanan genoodzaakt is om zijn gilet en schoenen uit te trekken om vervolgens nogmaals terug te keren naar het eerste album en de laatste tonen van ‘On My Way’ op blote voeten uit zijn tenen te halen.
Na een korte break komen de heren terug voor de toegiften waarin we ‘Keep On Swinging’ de ultieme Rival Sons-uitsmijter over ons heen uitgestort krijgen.

Het was, zoals gewoonlijk, weer een intens avondje Rock ‘N’ Roll van een band die qua intensiteit zijn gelijke niet kent en bovendien aantoont dat de muziek levendiger is dan ooit.

Website Artiesten:
http://www.rivalsons.com/
www.jamesonmakesmusic.com


Ook op Blues Magazine ...