C.W. STONEKING & HIS PRIMITIVE HORN ORCHESTRA
Paradiso, Amsterdam
8 Maart 2011

CW Stoneking

Tekst: Jeroen Bakker

De eigenzinnige C.W. Stoneking is samen met zijn Primitive Horn Orchestra hard op weg om vaste voet aan de Nederlandse wal te krijgen. De echte avonturiers zagen hem al op de laatste editie van Into The Great Wide Open, het festival op Vlieland dat afgelopen september plaats vond. Toen was het laat in de middag dat ‘Early In The Morning’ werd ingezet, vanavond is het nog vroeg in de avond als de typische New Orleans-blues opent in de goed bezette bovenzaal van Paradiso. We gaan ongeveer negentig jaar terug in de tijd en C.W., voor de gelegenheid in het wit gekleed en voorzien van stijlvolle rode strik, blijkt een vermakelijke spreker. ‘Voordat ik miljonair werd was ik werkloos’, aldus de gortdroge Stoneking wanneer hij op zijn ‘National Reso-Phonic Guitar’ het intro speelt van ‘Handyman Blues’ dat afkomstig is van het zojuist opnieuw uitgebrachte album ‘King Hokum’. De charismatische frontman/zanger en gitarist heeft met His Primive Horn Orchestra bandleden achter zich die hem deze reis terug in de tijd met alle plezier begeleiden.
De trompet, tuba, schuiftrombone, contra-bas vormen tezamen een uniek geluid waarin stijlen als pre-war blues, folk, jazz en calypso bij elkaar komen. Stoneking bespeelt naast genoemde prachtige gitaar een viersnarige tenor-banjo en een dobro. Met die banjo op zijn schoot zou hij anderhalf jaar lang op de veranda van zijn Australische huis in de middle of nowhere hebben gezeten terwijl hij niets anders deed dan in zichzelf praten: ‘Voordat ik het wist had ik een duet geschreven’. Het resultaat hiervan is uiteindelijk ‘Goin’ The Country’geworden dat goed in de smaak valt bij de liefhebbers van boogiewoogie. Voordat ‘Love Me Or Die’ volgt horen we dat dit eigenijk een mislukte poging tot het schrijven van een murderballad is geweest. In plaats daarvan klinken de vrolijke maar tegelijkertijd sinistere calypso-klanken. Onderwerpen als ‘sadistic retards’, ‘hoodoo ducks’ en ‘dildo-farms’ worden vanavond besproken door Stoneking die er soms zelf ook om moet lachen maar ook serieuzere onderwerpen als ‘het nut van de banjo’ komen voorbij. De geboren ‘storyteller’ Stoneking hoeft aan het verhaal van ‘Jungle Blues’ niets toe te voegen. Iedereen wordt gemaand snel aan boord te gaan van de grote Oceaan-cruiser maar het advies om niet uit te varen wordt door de eigenwijze Australiër weggewuifd met alle gevolgen van dien. The Horn-sectie laat een onheilspellend mist-alarm horen en het duurt niet lang of het hele orkest bevindt zich in de jungle van het eiland waar het is aangespoeld. Gelukkig zijn alle instrumenten nog intact en hebben alle hoofdrolspelers de scheepsramp overleefd. Het resultaat is een fijne jungle-blues met een belangrijke rol voor diezelfde Horn Section. Tijdens het bizarre verhaal van ‘Talking Lion Blues’ horen we Stoneking jodelen terwijl de bandleden vanaf de zijkant geamuseerd toekijken. Veel gespeelde nummers zijn afkomstig van het album ‘Jungle Blues’ maar daarnaast wordt nog even uit het rijke Amerikaanse muziektestament ‘geleend’.‘The next song is written by a fellow who is named after a washingmachine’. Het gaat over Washboard’s Sam ‘Good Old Cabbage Green’ en zo weten wij precies waar de Australische praatjesmaker naar luistert als hij thuis zit. Met een bijna anderhalf uur durende set inclusief enkele toegiften heeft C.W. Stoneking en zijn bijzondere band de bovenzaal van Paradiso voor even betoverd tijdens zijn muzikale tijdreis en is de kans toegenomen dat we hem zullen terugzien bij een of ander groot en prestigieus jazzfestival.


Ook op Blues Magazine ...