Het album The Hard line van Chris O’Leary kreeg een goede recensie op bluesmagazine en stond geruime tijd bovenaan de Bluescharts in the USA. De toevoeging van The Chris O’Leary band aan het programma voor het Moulin blues festival 2024 was dan ook een uitgelezen moment om deze Amerikaanse blues zanger en mondharmonica speler eens nader aan de tand te voelen.
Het mooie van de huidige tijdgeest is dat je via Facetime ook visueel met elkaar kunt spreken en je niet afhankelijk bent of de artiest in Nederland is. Bluesmagazine sprak Chis O’Leary tijdens de eindfase van zijn 6 weken durende tournee door Amerika ter promotie van zijn nieuwe album.
Tekst Jos Verhagen
Om te beginnen, ik zie dat je op het Moulin Blues Festival gaat spelen. Heb je ooit eerder in Europa gespeeld?
Chris: Ja, ik ben eerder in Europa geweest, heb in Frankrijk en Spanje gespeeld en een keer in Denemarken, maar nooit in Nederland
Dus je bent nog nooit in Nederland geweest, hoe hebben ze je gevonden om op het Moulin blues festival te spelen?
Chris: ik denk dat het te maken had met een annulering (War and Treaty, red) en toen zijn ze, denk ik, gaan kijken naar de hitlijsten, en mijn album was toen top of the charts.
Nou, ik denk dat ze je een warm welkom geven, ze houden daar van de mondharmonicablues met goede gitaren,
Chris: Ik speel graag in Europa, maar ik moet zeggen dat Europeanen meer weten over de bluesgeschiedenis dan Amerikanen. In Europa herkennen ze een Jimmy Rogers-deuntje, als ik een obscuur Little Walter-liedje speel, komt er in de de pauze altijd wel iemand naar me toe die zegt ik ken dat liedje hield, dat zie je niet in Amerika. Grote jazzsterren als Dizzie Gilispe en Charlie Parker moest eerst naar Europa komen om in de VS erkend te worden. Je ziet bij de jonge mensen, als er al jonge mensen in het publiek zitten in de VS, dat zij niet weten hoe het is om livemuziek te ervaren, ze kennen hun roots niet.
Ik zag dat Monster Mike Welch de solo doet op “I cry at night”. Hij speelt ook op Moulin Blues, is er een kans dat jullie twee samen gaan spelen?
Chris: Dat zou geweldig zijn als daar de ruimte voor is. Ik heb veel respect Monster Mike, voor de manier waarop hij de blues speelt
Over je laatste album The Hard times, op de albumhoes staan veel muzikanten die meespelen.
Chris: Het was een van de raarste albums die ik maakte, vanwege de covid-crisis; het duurde drie jaar om te voltooien. Omdat we veel van de opnames op afstand moesten doen, moest ik jongens inzetten die op dat moment konden spelen. De covid-crisis is iets waar we nog steeds van herstellen, het is moeilijk voor ons muzikanten. Mensen moesten thuis blijven en willen nog steeds niet naar buiten, naar optredens komen. Het was ook moeilijk om goede muzikanten te vinden, veel van hen namen andere banen aan. Ik ben op dit moment blij met mijn tourband, we zijn goede vrienden geworden en het volgende album ga ik met hen opnemen.
Over deze muzikanten gesproken: de gitaren van Chris Vitarello die op je laatste twee albums speelt, zit hij in je tourband?
Chris: Ik ken Chris Vitarello al vele jaren en we zijn goede vrienden en als we tijd hebben in onze schema’s, spelen we samen. Maar Chris speelt nu met Vanessa Collier.
Op je laatste album The Hard Times staan veel persoonlijke liedjes, reflecteren ze op je levenspad als militair en politieagent?
Chris: Ja zeker, het weerspiegelt de dingen van dag tot dag die gebeurden, tijdens de tijd als militair en politieagent maar ook toen ik speelde met Levon Helm (drummer/zanger The Band).
Sommige liedjes geven mijn het gevoel dat zij een hulp zijn bij het omgaan met PTSS.
Chris: Ja schrijven helpt mij zeker, en ook om aandacht te schenken aan PTSS in de Verenigde Staten, een liedje als “No Rest” bijvoorbeeld, door PTSS lijden veel mensen aan slapeloosheid.
Een nummer als “Who rob’s a musician”, is dat een nummer uit persoonlijke ervaring of is het gewoon verzonnen?
Chris: is helaas uit eigen ervaring, ik denk dat elke band in de VS minstens één keer beroofd is geweest, er moet een tekst op het busje staan dat zegt dat er dure apparatuur in zit. Dus in dit geval gebeurde het in West Memphis toen ik met Levon speelde.
Ik dacht dat het met de streamingdiensten te maken had,
Chris Lachend: Dat is een manier om het uit te leggen, in zekere zin beroven zij je ook.
Ik hou van het nummer “Cry at night”, het heeft een tekst die me ontroerde.
Chris: Het is een nummer waarin Bruce Iglauer (oprichter Alligator records) en ik beide vonden dat Monster Mike Welch de solo zou moeten doen. Hij is zo’n emotionele gitarist, hij ontroert me, en hij is zo’n professional. Hij speelde het in een dag in en stuurde die op, ik heb ernaar geluisterd en het was perfect
Verder over de nummers ik hoor verwijzingen naar de Bluesbrothers en Booker T and the MG’s, zijn dat jongens die je inspireren?
Chris: Ik hou zeker erg van Booker T and the MG’s, Steve Cropper, Al Jackson mijn favorieten
Door je albums heen, in ieder geval de drie die ik ken, laat je veel variatie zien in de nummers, dat doe je expres
Chris: Ja dat doe ik. Komend uit Chicago en New Orleans, spelend met Levon, gaf dat openingen binnen de traditie van de blues en dat triggerde mij, het is iets wat ik gebruik in mijn muziek, ook oude dingen zoals rock n roll en zo.
Als je liedjes schrijft, wat is dan het proces, ga je naar de oefenruimte en pitch je een idee?
Chris: ik begin met de teksten. Ik ben een tekstschrijver, ik heb een groove in gedachten, maar ik kijk welke tekst daarbij past en zoek de key erbij om in te zingen. Wat ik dan doe, ik speel drums, gitaar, bas, dus als ik de teksten heb, maak ik een ruwe demo in mijn studio, stuur deze naar mijn bandleden en die vulle de lege plekken in. Maar weet je een nummer verandert naarmate je het vaak live speelt. Een nummer als ‘Who rob a musician’ klinkt niet hetzelfde als toen ik het op het album zette. Tijdens de tour veranderen de liedjes, Kim Wilson zei een keer tegen mij: als je niet de vouwen uit je broek speelt, speel je niet echt, dus speel ik de vouwen uit mijn broek, elke keer. We blijven improviseren in de liedjes, de solo’s.
Wat hielp bij het maken van The Hard times was dat Bruce me hielp mijn songwriting te verbeteren. Hij zei dat een nummer niet persee uit vier verzen, twee refreinen en drie solo’s hoeft te bestaan om effectief te zijn. Dat niet alle nummers zeven minuten hoeven te duren. De kunst is binnen drie minuten je punt duidelijk temaken, radiovriendelijker zijn en dan nog steeds indruk maken.
Ik las dat je 6 jaar in de band van Levon Helm hebt gespeeld, maar hoe ben je zelf in de muziek terechtgekomen?
Chris: Ik ben opgegroeid met muziek, het ging natuurlijk door op te groeien in een Iers-Amerikaans huishouden. Mijn vader zong, mijn ooms speelden gitaar, je hoorde van alles, van opera tot blues, Springsteen, Dylan zelfs polka’s. Het was een goede omgeving om in op te groeien, we werden aangemoedigd om muziek te maken. Mijn vader had het Muddy Waters-album Hard Again en zodra ik James Cotton hoorde, was ik verkocht. Later ontmoette ik James Cotton toen ik met Levon speelde. Hij en Levon waren vrienden, dus ik kreeg de kans om tijd met hem door te brengen, hij was erg inspirerend.
Na mijn carrière bij het leger ging ik terug naar College om te studeren om een opleiding te volgen, maar op de een of andere manier kwam ik in een bandje terecht en naarmate we populairder werden, werd het studeren steeds minder. Toen hoorde Levon Helm ons op een avond spelen en vroeg of we naar New Orleans wilden komen om daar in zijn club te spelen. Dat deden we, we pakten onze spullen en gingen naar New Orleans. En daar begon het: ik hou van de stad, de muziek, het eten, het weer, het is een vieze oude stad, maar ik ben er dol op. Vijf keer per week spelen was moeilijk, maar het is een goede leerschool, ik denk dat alle bands zo’n ervaring zouden moeten hebben. Het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben als muzikant.
Je speelde zes jaar voor Levon Helm, hoe was hij?
Chris: Fantastisch. Hij was een van de aardigste personen die ik ontmoette, geen rockstar-houding, hij was net als op de plaat.
Ik zag de film ‘Once we were brothers’ van Robbie Robertson, dan krijg je een heel ander beeld.
Chris: dat is niet mijn indruk, ik heb het tegenovergestelde, hij was genereus, met tijd en geld met zijn kennis, ik heb veel van hem geleerd, een van de aardigste mannen van Arkansas. Ik heb mijn carrière aan hem te danken.
Levon was zelf drummer en zanger, was jij zijn leadzanger of combineerde jullie het zingen?
Chris: Ik was de zanger, Levon onderging zijn eerste chemo’s en wilde alleen maar drummen, we speelden blues van Sonny Boy Williams, Howling Wolf Muddy Waters, Junior Welch, James Cotton. We maakte straight Chicago-blues. Destijds speelden we geen ‘The Band’ materiaal. Nu doe ik dat soms om Levon te eren.
Veel mensen zeggen dat de Chicago-blues dood is sinds BB King stierf, wat zijn jouw gevoelens?
Chris: Nee, de Chicago blues leeft nog steeds, veel ook jonge muzikanten spelen in Chicago in clubs als Fitzgeralds en Rosa’s, ik hoop dat ze de erfenis levend houden
Ik heb gelezen dat je ooit je stem bent kwijtgeraakt, ben je niet bang om hem weer te verliezen?
Chris: Ik verloor mijn stem toen ik met Levon speelde, ik was een bluesschreeuwer, probeerde Big Joe Turner na te doen en ik dronk veel wiskey en warmde de stem niet op. Het was funest dus ik kreeg knobbeljes op mijn stembanden. Ik ben geopereerd en ben nu voorzichtiger, ik heb een zangcoach, doe goede warming-ups. De liedjes zing ik de juiste toonsoort voor mij en ik probeer niet andere geweldige zangers te imiteren. Ik zing net als mezelf, maar ik moet het rustig aan doen. Niet gemakkelijk, want ik ben op tournee om mijn album te promoten. Ik heb Bruce van Alligator beloofd dat ik dat zou doen, geweldige jongens daar, en het is een droom die uitkomt, al mijn helden speelden op Alligator.
Je zei dat je met je nummers meer een punt, meer indruk wilde maken, ik ben ervan overtuigd dat je je punt duidelijk zult maken op het Moulin Blues Festival, ik kan niet wachten. Dank je Chris voor de tijd en het leuke interview.
The Chris O’Leary band is beschikbaar voor boekingen.
Contact Laura Leigh
Jovamo Promotions
jovamopromotions@upcmail.
+31 (0) 629047140
We horen graag je mening! Voeg reactie toe