“ALL MY BLOODY CAREER I’VE BEEN A SIDEMAN…
… BUT I’M NOT COMPLAINING…”

Geraint Watkins

Aide-mémoire

Artiest: Geraint Watkins
Album: Aide-mémoire
Releasedatum: 7 april
Label: The Last Music Company / Coast To Coast

Hij wordt wel eens één van de best bewaarde geheimpjes uit de muziek genoemd maar slechts weinigen krijgen van collega-muzikanten zoveel waardering toebedeeld als Geraint Watkins. De nu 72-jarige multi-instrumentalist deelde ooit het podium of studioruimte met de meest uiteenlopende grote namen als Nick Lowe, Mark Knopfler, Paul McCartney. Roger Daltrey, Van Morrison, The Stray Cats, Rory Gallagher, Carl Perkins, Graham Parker of The Fabulous Thunderbirds. Bob Dylan noemde hem zelfs “my favourite English pianist”, waarop hij vriendelijk maar fel reageerde met “but I’m Welsh!”
In de spaarzame vrije uren werkte hij aan zijn eigen muziek waarmee hij prachtige recensies oogstte maar zeer bescheiden verkoopcijfers behaalde.
De bevlogen muzikant heeft er werkelijk nog nooit een moment van wakker gelegen. Nog altijd lijkt hij blij verrast dat hij het zover heeft weten te brengen.
Op het 7 april te verschijnen ‘Aide-mémoire’ is een prachtig overzicht te vinden van zijn solo-activiteiten die met het verschijnen van ‘Geraint Watkins & The Dominators’ officieel vanaf 1977 van start zijn gegaan. Een goed moment om even kort terug te blikken met Mr. Watkins…

Geraint Watkins album cover Aide-mémoire

Tekst: Jeroen Bakker

“I’m doin’ pretty well for a 72-year old!”, klinkt hij opgewekt wanneer we hem vragen naar zijn gezondheid. Geraint Watkins heeft het momenteel enorm naar zijn zin met The Mosquitoes, een stel ervaren muzikanten waarin vriendschap en de liefde voor muziek centraal staat. Deze weken worden diverse optredens gedaan in de UK en dan voornamelijk in de kleinere clubs waar alles draait om de sfeer en speelplezier. “Na alles wat er de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden is het wel weer heel leuk om in contact met het publiek te zijn. Toch heb ik die lockdown niet als heel vervelend ervaren. Het was wel eens even heel lekker om volledig tot rust te komen.” Er bleek bovendien eindelijk eens tijd te zijn om uitgebreid terug te blikken. “Ik ben weliswaar bezig met een nieuw album maar het is toch leuk om even achterom te kijken en terug te denken aan al die mooie herinneringen.” ‘Aide-mémoire’ bevat met maar liefst 41 tracks een enorme diversiteit aan stijlen die voornamelijk zijn oorsprong kent in de rootsmuziek. Rock ’N Roll, Blues, R&B, Cajun, Country maar ook elektronische dance bleek zijn interesse te hebben gewekt. De albumtitel betekent vrij vertaald ‘geheugensteuntje’ maar Watkins blijkt zich nog alles feilloos te kunnen herinneren. Op de vraag waarom hij zich niet voldoende wist te focussen op zijn solocarrière antwoordde hij: “Because all my bloody career I’ve been a sideman”, om er vervolgens aan toe te voegen: “Not that I’m complaining, it’s paid the bills and helped me raise my family.”

Bijna had hij in een vroeg stadium een regelrechte hit te pakken met de up-tempo rocker ‘Nobody’ van het door Andy Fairweather-Low geproduceerde eerdergenoemde album ‘Geraint Watkins and the Dominators’. De track werd op BBC Radio 1 uitgeroepen tot Single of the Week. “De toenmalige platenmaatschappij had geen idee hoe men dit moest aanpakken. Moet je nagaan: Ik werd de hele week gedraaid maar de plaat was nergens verkrijgbaar.” Het resultaat was dat de band uiteenviel en dat Watkins er weer alleen voor stond. “Het zou mij vormen als schrijver en ik kreeg daar ook erkenning voor. Dave Edmunds en Don McLean toonden interesse en zouden vervolgens muziek van mij opnemen.” Kort daarna zou Watkins aansluiten in de band van Nick Lowe met wie hij ook sterk bevriend raakte.

In de jaren tachtig ontstond in de UK plotseling een hernieuwde belangstelling voor de traditionele muziek van de Franssprekende Cajuns uit Louisiana. Voor Watkins een ideale gelegenheid om daar met zijn band, The Balham Alligators op in te haken en om met zijn accordeon rond te reizen in plaats van een zware piano of orgel. Beluistering van ‘Allons Rock ’N Roll’ of ‘Turn That Chicken Down’ doet sterk vermoeden dat hij zich indertijd in de Zuidelijke Staten van Amerika met lokale muzikanten stortte op Zydeco en Cajun. Toch blijkt daar niets van te kloppen. “Nee ik ben daar nooit geweest om die prachtige muziek op te nemen. Laat staan dat ik met die muzikanten heb samengewerkt. Hoewel ik met C.C. Adcock, afkomstig uit Lafayette en een ware ambassadeur als het om Zydeco- en Cajun-muziek gaat, ‘I Got The Blues’ heb opgenomen”. Ook de regelmatig passerende Franstalige passages in de liedjes van Watkins, zoals in de onvervalste country-noir ballad ‘Chagrin’, lijken een deels Franstalige afkomst te verklaren. “Welnee, ik mompel soms maar iets waarvan ik denk dat het Frans klinkt. Ik weet zeker dat ze er daar niets van zouden begrijpen”, lacht hij. Het mooiste voorbeeld is misschien wel het dronkemans gebral in het opgewekte ‘Sacre Bleu’. En wat Louisiana betreft: “Het had bovendien weinig gescheeld of wij hadden daar daadwerkelijk gespeeld maar het liep soms net even anders.”

Hetzelfde geldt voor ‘Deep In The Heart of Texas’, swingende R&B met heerlijke honky-tonk-pianobegeleiding van Watkins die hierbij wordt bijgestaan door zijn goede vriend Andy Fairweather-Low. “Is gewoon opgenomen in de Rockfield Studios en die staan al sinds 1963 in Wales.” Een gesprek met Geraint Watkins is niet alleen vermakelijk maar zit bovendien vol verrassingen. Zo blijkt de veelgevraagde toetsenist nooit pianolessen te hebben gevolgd. “Het is voor mijn gevoel altijd een tekortkoming geweest, beschamend zelfs, zeker als ik mijzelf vergelijk met al die andere geweldige geschoolde muzikanten, neem bijvoorbeeld de fantastische Dr. John, maar, en dat verbaasde mij altijd enorm, men wilde mij overal hebben. Ik deed maar wat en heb gewoon enorm veel geluk gehad. Waarschijnlijk omdat ze die anderen niet konden krijgen. Misschien was ik uiteindelijk wel een verveelde oude muzikant geworden wanneer ik indertijd wel lessen had gevolgd”, aldus Watkins die zelf de grootste lol lijkt te hebben.

“In de jaren zestig was er ook een cultuur gaande waarin ‘oefenen’ een vreemd soort tijdsverspilling leek. Niemand leek te oefenen in die tijd. Het was meer een kwestie van inpluggen, spelen en dan maar kijken wat er uit komt.” Watkins beschikte, zonder het zelf te beseffen, al snel over een uitgebreid netwerk in de muziekscene. “Ik heb nooit de ambitie gehad om zelf in het middelpunt van de belangstelling te staan. Ik wilde wel graag deel uit maken van een gezelschap en dat is mij aardig gelukt kun je wel stellen.” Via zijn vriendschap met Andy Fairweather-Low, die hij ook wel eens als zijn mentor beschouwde, en Henry Spinetti kwam hij in contact met Bill Wyman die samen met Charlie Watts bezig was om een gelegenheidsband op te richten en een benefiet te starten, waarvan de opbrengsten bestemd waren voor A.R.M.S., onderzoek naar de ziekte M.S., en maakte vervolgens deel uit van Willie & The Poor Boys, een superformatie met o.a. Chris Rea, Jimmy Page en Paul Rodgers. Vervolgens kwam Watkins in de begeleidingsband van Shakin’ Stevens terecht. “Men vond het maar beter dat zijn muzikanten op de achtergrond bleven want dat was beter voor zijn imago”. De kwaliteiten van Watkins als rock ’n roll-pianist bleven niet onopgemerkt en leidden tot een ontmoeting met Dave Edmunds die hem graag in zijn band wilde hebben voor het nieuwe album en een aanstaande tournee. Als 15-jarige had Watkins zich na het zien van een concert, voorgenomen om ooit deel uit te maken van de Dave Edmunds-band. De droom kwam uit en Edmunds zou vervolgens als een rode draad door zijn carrière blijven lopen. Dave Edmunds en band toerden vervolgens in Amerika gezamenlijk met The Stray Cats.

“Ik denk dat ik als muzikant altijd precies op het juiste moment op de juiste plaats was. Een andere verklaring heb ik er niet voor. Vorig jaar juni werd ik plotseling benaderd door Roger Daltrey die muzikanten zocht voor een serie optredens in de UK tijdens zijn Who Am I?-Tour, en ik had geen idee wat hij uitgerekend met met mij moest. Hij wilde mij naast Simon Townshend, de broer van Pete, en zijn zoon Ben in zijn begeleidingsband hebben. Ik kon het gewoon niet geloven en was er aanvankelijk behoorlijk onzeker over. Uiteindelijk ging het helemaal goed en werd de samenwerking een groot succes.” De onzekerheid, en zeker ook de bescheidenheid, is altijd een rol blijven spelen in het leven van Geraint Watkins. Zijn liefde voor de muziek van Chuck Berry heeft hij vertolkt in een eigen versie van ‘Johnny B Goode’. Een reactie van de meester op zijn uitvoering is er nooit geweest. “Nee gelukkig niet”, aldus de bescheiden muzikant. “Ik zou hem nooit durven vragen om er naar te luisteren en al helemaal niet om hem ook nog te vragen wat hij er van zou vinden. Ik vond het wel heel erg leuk om te doen en daar laat ik het verder bij.” Het is niet de enige bewerking van een andere componist op dit overzicht. Ook het roemruchte en veelbesproken ‘Heroes and Villains’’ dat Brian Wilson in 1966 schreef in samenwerking met Van Dyke Parks is in een ander jasje gestoken en getransformeerd in een relaxt swingende boogiewoogie. Van zijn goede vriend en muzikale compagnon Nick Lowe heeft hij een eigen vertolking gemaakt van het wilde ‘Heart of the City’ met daarin nu een voorname rol voor een ontspannen bespeelde accordeon.

Vragen naar een periode in zijn carrière waarin zijn solo-activiteiten pas echt tot ontplooiing leken te komen is onmogelijk te beantwoorden wanneer je Geraint Watkins heet. Heel even leek het er op dat in 2008 zijn naam als solo-artiest echt gevestigd zou zijn. Het album ‘In A Bad Mood’ dat dit jaar verscheen werd met prachtige recensies ontvangen en het optreden bij Jools Holland zou alles in een automatische versnelling doen geraken. Wederom stagneerde de ontwikkeling en wederom vervolgde Watkins onverstoorbaar zijn weg. Het album zal binnenkort voor de eerste keer op vinyl verkrijgbaar zijn als ‘In A Bad Mood and In A Raw Mood’ tijdens de Internationale Record Store Day op 22 april aanstaande. Het originele album wordt in verschillende kleuren uitgebracht en bevat als extra’s ruwe demo-opnamen die nog niet eerder zijn uitgebracht. Het bleek tevens het favoriete album te zijn van Simon Ratcliffe, beter bekend als (dance)producer van Basement Jaxx die op een bepaald moment Watkins benaderde om met hem samen te werken. Het resultaat hiervan is te vinden op het prachtige album ‘Rush of Blood’, een prachtige mix van authentieke klanken en eigentijdse geluiden op een manier die vergelijkingen oproept met de bijzondere samenwerking tussen Amy Winehouse en Mick Ronson. “Ik had dolgraag heel veel aandacht aan dit album willen geven maar precies op het verkeerde moment ging de wereld op slot.” Slechts één optreden werd er gegeven en toen brak de pandemie uit.

Gelukkig voor Watkins zijn er nog altijd zijn Mosquitoes waar hij op kan terugvallen, een vriendengroepje van ervaren mannen waarin de liefde voor muziek centraal staat en waarmee hij de kleinere clubs bezoekt. Deze weken wordt er veel gespeeld. “Oefenen doen we niet meer. Op het moment dat er wordt afgeteld gaat als het ware alles vanzelf.” Het is het resultaat van jarenlange ervaring in combinatie met gevoel en passie, precies dat wat je terug hoort op dit ontzettend interessante overzichtsalbum van deze oprechte en authentieke rasmuzikant.


Ook op Blues Magazine ...