Jason Ricci by Bert Lek

In gesprek met Jason Ricci

Op 27 november interview ik Jason Ricci in de brasserie van Hotel Puur te Venlo. Tussen de soundcheck, de avondmaal en het optreden in muziektheater Royal Irene maakt de befaamde harmonicaspeler tijd voor mij. Ricci vertelt over zijn turbulente persoonlijke leven, Amerikaans mismanagement, een misplaatste T-Bone Walker solo en een verrassende wens met betrekking tot Joe Bonamassa.

Tekst: Daan Zeegers

Hoe is het met je?
Man, dit is echt de ergste maand on the road ooit! In de V.S. doet een agent zich voor als de mijne. Hij boekt shows voor de naam ‘Jason Ricci’, zegt deze een dag van tevoren af en schuift zijn eigen bands naar voren als vervangende bands. Op die manier is hij zeker van de boeking, maar hij gooit mijn naam te grabbel. Mijn eigen management boekte maar twee shows in Europa, waardoor ik nu zelf verlies maak op deze tour. Ik moet 500 dollar bijbetalen om te gaan werken. Daarnaast is Kate(vriendin van Ricci, red.) haar grootmoeder overleden op de heenreis. Ik ben ook nog eens veel te ziek om op te treden en mijn oor zit verstopt waardoor ik niks hoor.

De enige reden om hier te zijn is vanwege mijn verleden. Ik kan geen shows afzeggen, hoe slecht de situatie ook is. Vroeger deed ik 300 optredens in een jaar, waarvan ik er in tien jaar niet één gemist heb. Vervolgens miste ik vijf shows en kreeg ik een reputatie. Het ironische is dat er op dit moment een show geannuleerd is die nooit door mij is geboekt, omdat iemand anders dat voor me gedaan heeft.

Begrijp ik nu dat je maar twee shows doet? Waarom is dat?
Tja, waarom niet?! Het is op deze manier echt zonde. Dat is ook de reden dat het mij geld kost.
Er is een cultureel probleem waarin Amerikaanse agentschappen denken dat ze alles kunnen maken. Pas wanneer ik een Europees agentschap heb, dat samenwerkt met mijn huidige Amerikaans agent, dan zal alles tof zijn. De enige reden waarom ik mijn Amerikaanse agent nodig heb is voor de boekhouding en om mijn agenda bij te houden. Dat is het. Tina Terry doet het geweldig. Zij heeft in haar eentje mijn carrière nieuw leven ingeblazen, maar ook zij begrijpt niet veel van Europese topografische en regionale verschillen. En dan is er ook nog eens een taalbarrière.

Ik ben nog steeds gek op muziek en dat is maar goed ook, want de hele business is klote. Ik ben het spuugzat. Er is nooit geld, het is hard werken, het is niet leuk(off stage), iedereen is eropuit om van je te stelen. Ze stelen niet eens duizenden, ze stelen een paar honderd. Mensen gedragen zich als klootzakken voor een paar honderd dollar. Ongelooflijk. Heel misschien zou ik me ook als een klootzak kunnen gedragen, voor een kwart miljoen ofzo. Niet voor een duizend of een paar honderd dollar. De mensen waar ik het over heb wel, die doen zoiets zonder te twijfelen. Het is ongelooflijk.

Desondanks ben ik blij dat ik nu hier ben. De band is geweldig. In Italië speelde ik eerder al met Enrico (Crivellaro, red.), maar met een andere band. Deze jongens zijn echte pro’s. Ik heb tijdens het repeteren al dingen gehoord die ik meeneem naar The States om aan mijn eigen band te laten horen. Het is echt fucking fascinerend. We spreken nauwelijks dezelfde taal, maar toch lukt het mij om de band te spelen zoals ik voor ogen heb. Muziek is gewoon 100% communicatie.

Ik wil je graag wat vragen over je bipolaire stoornis, vind je dat oké?
Ik ben een open boek, er is geen vraag die ik niet zal beantwoorden.

Je vertelde in eerste instantie niet eens de symptomen van je bipolaire stoornis te herkennen, terwijl je daar nu heel open over spreekt. Kun je wat vertellen wat en hoe dat veranderd is?
Sommige van de gedachten die ik vroeger had klonken in mijn hoofd heel logisch, met name de gedachte dat het een goed idee zou zijn drugs te gebruiken of mijzelf van kant te maken. Toen klonken die erg logisch en rationeel, maar ik wil mensen om mij heen dat niet meer aandoen.
De bipolaire stoornis en het verliezen van mijn toenmalige vriend Brady leidden toen tot een sterke terugval in drank- en drugsgebruik, nadat ik twaalf jaar nuchter was geweest. Toen was het zaak om eerst nuchter te worden, want het eerste jaar van nuchterheid is bijna gelijk aan de symptomen van een bipolaire stoornis. Ik neem geen medicijnen, omdat mijn lichaam Lithium afstootte en ik had alle andere medicatie al geprobeerd.
Ik zal eerlijk tegen je zijn: ik doe niet zoveel om stabiel te zijn als dat ik zou moeten. Recentelijk speelt de stoornis weer op en de laatste maanden waren heel zwaar.

Je bent weer in Europa. Ik kan mij voorstellen dat je hier makkelijker drugs kan krijgen.
Drugs zijn hier makkelijker verkrijgbaar. Vandaag zijn ze me al aangeboden. Mensen waren bang dat de show niet goed zou zijn omdat ik ziek ben en dachten dat drugs hierbij zou helpen. Ze bieden me de troep aan die m’n leven heeft verkloot, voor één leuke avond. Maar ach, dat komt vaker voor.
Hier gebeurt dat vaker dan in The States, omdat mensen hier meer van goede muziek houden dan daar. In The States maakt het men niet uit of de show goed of niet is, het gaat ze om de artiest.

Hoe ga je daar mee om?
Ik heb Kate meegenomen. De eerste keer was ik met Enrico (Crivellaro), waar ik al lang bevriend mee ben. Dit is weer een andere situatie: ik ben gestrest.

Je vertelde dat je door Lithium(medicijn; stemmingsstabilisator) niet meer harmonica kon spelen zoals je was gewend. Heb je nu het gevoel dat je weer ‘de oude’ bent?
Ja, Lithium heeft mij echt geholpen om een betere speler te worden. Eerst haatte ik het middel, omdat ik volledig cerebraal en wiskundig keek naar muziek. Ik speelde alleen maar toonladders, intervaloefeningen, tellen. Toen ik twee jaar later stopte met Lithium, behield ik die discipline en was ik ook weer in staat mijn gevoelens te mixen met m’n spel.

onstage during the 30th Annual Rock And Roll Hall Of Fame Induction Ceremony at Public Hall on April 18, 2015 in Cleveland, Ohio.

Jason onstage during the 30th Annual Rock And Roll Hall Of Fame Induction Ceremony at Public Hall on April 18, 2015 in Cleveland, Ohio.

Wat is er veranderd in je muzikale benadering?
Toen ik in New Orleans kwam was ik verbaasd. Ik had verwacht daar gasten te horen die Charlie Parker achterstevoren speelden. Wat ik tegenkwam waren gasten die dit wel konden, maar er voor kozen om simpelere toonladders te spelen met grove en een mate van speelsheid, of swing, hoe je het ook noemt. Ik kon daar niet aan tippen, het klonk wel alsof de tijd stilstond in de hoofden van die spelers.
Sindsdien draaide het allemaal om timing voor mij, in plaats van alleen maar om melodieën en harmonieën. Dat betekent niet dat ik geen gekke melodieën meer speel, maar dat is niet het enige waar het om draait. Zo wisselt dat per periode. De ene periode draait het voor mij om melodieën, de andere om timing. Muzikaal is het ook niet heel erg ingewikkeld wat ik doe, maar ik heb me wel erg gericht op muzikaal fundament, zoals lesstof voor eerstejaars gitaristen en pianisten.

Aan de andere kant zijn er mensen, die zichzelf voornamelijk puristen noemen, die je werk niet erg kunnen waarderen. Vinden zij het misschien te ver van de “echte” blues afstaan?
Ik heb wel eens een T-Bone Walker solo nagespeeld, dat staat op YouTube. Ik speelde de solo noot voor noot na, waarna iemand reageerde: ‘Hij speelt te veel noten, dat is geen blues.’ Als ze eens wisten!
Ik heb laatst de fout gemaakt op Modern Blues Harmonica(internetforum, red.) te kijken, om iets te verkopen. Toen viel me op dat er over mij gepraat werd, dus ik dacht: dat ga ik lezen. Toen las ik dat mensen zeiden dat ik slechts gemakkelijke patroontjes speel. Maar dat zijn ze helemaal niet! Maar als die gasten dat zouden proberen te spelen, zouden ze merken dat de manier waarop ik speel niet natuurlijk aanvoelt op een harmonica.

Begrijp me niet verkeerd. Ik kan spelen in de stijl van Little Walter, George Smith en James Cotton. Ik waardeer dit enorm. Het zal nooit gebeuren dat ik naar hun muziek luister en denk: ‘Wat een oude troep’, nooit. Little Walter is de meest complete harmonicaspeler ooit. Er zijn sindsdien veel nieuwe ontwikkelingen geweest en ik ben niet iemand die geboeid kan blijven door slechts één artiest.

Muzikaal is het goed met je gegaan de laatste tijd. Je hebt een Grammy gewonnen, het nieuwe album Dirty Memories en een nieuwe band, The Bad Kind. Wat is je muzikale hoogtepunt geweest dit jaar?
Dat is makkelijk: het spelen voor dat Rock ’n Roll Hall of Fame, met Paul Shaffer, Willie Weeks op bass, Anton Fig op drums en Zac Brown. Puur alleen al om gevraagd te worden Paul Butterfield’s werk te representeren is geweldig.

Het zou op de tweede plek komen als de opname op Johnny Winter’s album anders was verlopen. Mijn leven is veranderd nadat ik door Johnny Winter gevraagd ben met hem te spelen. Alleen de credits al om op hetzelfde album te staan, naast Billy Gibbons, Eric Clapton en Dr. John.
De reden dat dat niet mijn hoogtepunt is geweest, is de manier waarop de opname is gegaan. Voordat m’n versterker opgewarmd was kreeg ik een koptelefoon op m’n hoofd en werd van me verwacht dat ik zou spelen. Ik kreeg één take. En dat was het. Ik smeekte om nog een andere en die kreeg ik uiteindelijk. Daar mocht ik het mee doen. Ik denk eerlijk gezegd dat het ze niet uitmaakte. Ik denk dat Johnny (Winter) mij wilde en misschien dat Paul Nelson, de producer, daar achter stond. De rest kon het geen gewoon niets schelen.

Er zijn zoveel fantastische muzikale dromen werkelijkheid geworden. Ik kan niet geloven dat dit gebeurt. Ik heb gespeeld met Elvin Bishop, iemand waar ik al vanaf mijn vijftiende naar luister. En hij zegt dan gewoon: ‘Jason, I like what you do.’ Dat is gewoon absurd! Als ik dan met hem op het podium sta, voelt het alsof ik gewoon een klus heb en een met leuke gasten aan het spelen ben. Maar dan denk ik achteraf: ‘What the fuck is dit?!’. Ik kan het gewoon nog niet geloven!

Ik hoor wat plannen om hier vaker te komen spelen.
Ik wil binnen twee jaar meer shows hier doen dan in de Verenigde Staten. Kate en ik zijn misschien zelfs van plan te verhuizen om die reden. Dat is voor een groot deel waarom ik haar meegenomen heb, ik wil dat ze ziet hoe het hier is. Het zou fantastisch zijn als ik me meer op Europa kan richten.

Wat heb je voor de toekomst gepland?
Ik heb een album op de plank liggen, wat ik probeer uit te brengen via Louisiana Red Hot Records. Ik wil werken met een lokale record company in Louisiana. Die brengen albums uit via Dumpstaphunk, heel coole New Orleans funk band. Ik wil de eerste harmonicaspeler zijn die een album uitbrengt dat helemaal is gericht op New Orleans-funk.
Ik wil graag spelen met een aantal gasten, waaronder drummer Johnny Vidacovic, bassist George Porter en Joe Bonamassa. Met Joe wil ik een tour gaan doen en ik denk dat Joe dat ook wel zou zien zitten. Ik denk dat we samen geweldig zullen klinken en daarnaast zou het ook goed voor m’n carrière zijn.
Uiteindelijk wil ik gewoon lang genoeg leven om in de categorie ‘oud gedienden’ te vallen. En zoveel langer is dat niet, als ik nog een jaar of 10/20 leef, dan ben ik dat al. Ik hoef dan niet eens zo heel goed te zijn, ik moet alleen de enige gast zijn die bekend staat om het nog steeds te kunnen.

Vertel ons eens iets wat men nog niet van je weet.
Ik ben geobsedeerd door skateboarden en (American) football. Voorheen wilde ik een professioneel skateboarder worden en ongeveer heel mijn leven had ik spijt dat ik daar niet in door was gegaan, totdat ik oud werd. Ik vraag me af wat al die oude maatjes die wél prof zijn geworden nu in vredesnaam doen om rond te komen, en ik zit hier. Daarnaast ben ik gek op cryptozoölogie, zoals Bigfoot en dat soort zooi. Ik geloof in al die onzin. Hm, en wat weet men nog meer niet van mij?… Ik vind koken erg leuk, vooral cajun food. Zo’n 20 jaar ben ik bezig om m’n Jambalaya te perfectioneren.

Na zo’n drie kwartier te hebben gepraat met Jason Ricci, breien we een eind aan het gesprek. Ricci vertelt makkelijk en graag en overspoelt me met informatie. In het gesprek maak ik kennis met een intrigerend persoon die zich van verschillende kanten laat zien. Zijn enthousiasme is aanstekelijk, zijn wanhoop meeslepend. Hetgeen mij het meeste raakt zijn de mooie plannen van Ricci, die hij overtuigend opsomt wanneer ik hem vraag wat er in het verschiet ligt. Jason Ricci blijft, ondanks het moeizame verloop van zijn ziektebeeld, management en privéomstandigheden, een gepassioneerd en professioneel artiest.


Ook op Blues Magazine ...