Ribs & Blues 2015
Domineeskamp, Raalte
24 en 25 mei 2015
Zondag 24 mei Dag 1
Tekst: Jeroen Bakker / Foto’s: Markus Hagner
Voor alle foto’s zie Markus Hagner Photography
Het negentiende Ribs & Blues Festival was misschien wel de meest succesvolle ooit. Maar liefst 25.000 tot 30.000 bezoekers bezochten de zondag op de eerste dag van het gratis roots- en bluesfestival. Met de maandag er bij opgeteld zouden er zelfs 45.000 bezoekers op het festival geweest zijn. Mede dankzij maar liefst 850 enthousiaste vrijwilligers en een perfecte organisatie kan nu al met vertrouwen worden uitgekeken naar het volgende jaar waarin de twintigste, en dus extra feestelijke editie zal plaatsvinden.
Uiteraard zou de naam B.B. King vele malen genoemd worden. Werkelijk niemand haalde het in zijn hoofd om voorbij te gaan aan recente overlijden van de man die de blues een gezicht gaf. Voorafgaand aan het roots- en bluesgebeuren waren zaterdagavond al Candy Dulfer, Within Temptation, Jett Rebel en Focus te zien geweest.
Diegenen die daar niet bij waren worden door de Leif de Leeuw Band, als opener van de Main Stage, nog even fijn herinnerd aan de vooravond met een prachtig eerbetoon aan Focus. Zangeres/gitariste Britt Jansen durft het zelfs aan om ‘Hocus Pocus’ te voorzien van het zo kenmerkende gejodel en ook ook Pink Floyd’s ‘Have A Cigar’ wordt moeiteloos tussen het eigen werk gestopt. Dat het met die eigen composities ook goed zit wordt al lange tijd bewezen met een de iedere keer weer adembenemende uitvoering van ‘For Once And For All’, een waanzinnig mooie slowblues waarin ieder bandlid zich tien minuten mag laten gaan maar waarin de vocalen van Jansen de hoofdrol opeisen. Als winnaar van de Dutch Blues Challenge heeft Nederland met deze band een uitstekende vertegenwoordiger in het buitenland en kan het jaar 2015 nog wel eens heel belangrijke worden.
Minder subtiel gaat het er aan toe op het podium van de Delta Stage waar Little Hurricane als opener staat geprogrammeerd. De set is grotendeels identiek aan die van het recente optreden tijdens de Rhythm & Blues Night in Groningen en hoewel het Californische duo op muzikaal technisch gebied geen hoge ogen gooit wordt dit gecompenseerd door de energie en gedrevenheid waarmee de vuige, voornamelijk bluesgeorienteerde rock over het publiek wordt gemieterd. Leuk is ook om te zien dat hiermee een hip en vooral jong publiek bereikt wordt. We horen een jonge meid verheugd reageren op een liedje dat ze kent. Het heet ‘Ain’t No Sunshine’, mooi toch?
Een optreden waar altijd naar wordt uitgekeken is de speciale blues-set waarmee een lokale held of artieste het festival verrast. Vandaag is het Spinrock ft. Sabine Uitslag, de blonde ex-politica die al eens op TV bij Matthijs van Nieuwkerk indruk maakte als rockdiva met haar spetterende uitvoering van ‘Whole Lotta Love’. Het begrip blues-set moet misschien wat genuanceerd worden maar haar vertolkingen van ‘Susie Q’, ‘Piece of the Rock’ en ‘Gimme All Your Lovin’ doen het op een zonovergoten dag als deze harstikke goed. Ze heeft er met haar band toch maar mooi de grote tent vol gekregen. “Vinden jullie het net zo leuk als ik?” vraagt ze. ‘Zeker weten’ antwoorden wij maar wij laten S.O.S., Sabine On Stage, achter na een melding van de E.O.D., explosieven opruiming dienst, in de Delta.
Daar staan namelijk de bekende gezichten van Dynamite Blues Band die al druk bezig zijn om de zondagsrust van het altijd zo rustieke Raalte te verstoren met een zinderende bak Chicago-blues, Boogie en vooral Energy. Het is Shakedown en Boogie Time. Uiteraard wordt heel even stilgestaan bij het wegvallen van BB King maar niet voor lang want het is tijd voor ‘Dynamite’ in ‘Boom Boom Boom!’ en dat was juist de reden dat we hier zijn gekomen. Het klinkt rauw en smerig lekker, precies zoals we dat graag horen. Opvallend is het grote gemak, lees: jarenlange ervaring, waarmee het ze lijkt af te gaan. Mooi dat ze weer terug zijn. Deze blues-sensatie van eigen bodem staat weer op de kaart en daar was het ze allemaal om te doen. Het schijnt dat sommige bezoekers na dit hoogtepunt werkelijk naar huis zijn gaan gegaan want ‘Beter wordt het toch niet meer vandaag’.
Zij zullen dan onder meer het optreden van de Ruben Hoeke Band moeten missen. Wij zijn nog compleet gedesoriënteerd van het optreden zojuist maar ook zanger Lucas Pruim lijkt even verward wanneer hij het publiek met een hartelijke ‘goedenavond’ begroet. Het moet nog vijf uur worden. Maakt niet uit want een groot gedeelte van het publiek is al ‘High On The Bottle’ en de beukende boogierock doet het zichtbaar goed in de grote tent. Wij hebben normaliter wat moeite met verkiezingen als die van ‘Nederlands Beste Gitarist’ maar Hoeke staat hier toch maar een zeer grote groep luchtgitaristen enorm te inspireren. Met ‘Let The Good Times Roll’ wordt hier een ijzersterk BB-momentje aan de set toegevoegd. Het optreden overtuigt, iets wat we eigenlijk al op voorhand wisten.
Groot is het contrast wanneer we naar de andere kant lopen. Daar staat iemand te spelen die helemaal niets moet hebben van elektrisch en versterkt maar liever kiest voor akoestische tonen.
Het is Dan Owen, een jonge Brit die zich in het akoestische maar niet minder heavy klinkende ‘Got My Mojo Working’ ook in de blueshoek thuis lijkt te voelen en ondanks zijn jeugdige leeftijd, hij moet nog vijfentwintig worden, komt hij ook nog eens vocaal goed uit de verf. Komt mooi van pas wanneer het rumoer overstemd moet worden tijdens het ingetogen singer/ songwriter-materiaal. Graag zien we Owen nog eens terug in een clubshow want dat hij iets te melden heeft staat vast. Iets wat niemand minder dan Mick Fleetwood al eerder opmerkte en ook country-legende Willie Nelson al wist toen hij hem voor zijn tachtigste verjaardag uitnodigde om thuis te komen spelen in Nashville. ‘Roll Me Up And Smoke Me When I Die’ brengt voetjes van de vloer en sommigen zoeken het nog hoger op door een lekkere joint op te steken.
Je moet wat als de Blues Pills, eerder op deze site al eens muzikale viagra genoemd, ontbreken. De zangeres moest helaas afzeggen maar met Ryan McGarvey wordt het één uur durende gat in de programmering van het grote podium prima opgevangen. Wat heet! McGarvey blijkt een subersub te zijn en zijn uitvoering van ‘Mystic Dream’ hadden we voor geen goud willen missen. Een uur blijkt zelfs veel te kort en als het aan het publiek in Raalte had gelegen werd er nu nog steeds gespeeld. McGarvey wordt vanuit de coulissen in de gaten gehouden door Michael Katon die inmiddels op het festivalterrein is gearriveerd en die zijn goedkeurende blikken niet weet te verhullen. Het is een onverwacht hoogtepunt van de dag geworden en we zijn nog niet eens op de helft.
Iemand die je ook niet wilt missen is de Australische Claude Hay die het allemaal zelf regelt. Dat wil zeggen, gitaar, drums en vocalen waarbij hij een footstompbox bedient en tussentijds wat effectjes programmeert, ook wel looping pedals genoemd, waarna het uiteindelijk allemaal in elkaar blijkt te passen en als een volledige band klinkt. We komen binnen als zijn vertolking van ‘Come Together’ klinkt. Weinigen zouden er bij stil hebben gestaan om het in een blues-uitvoering te spelen maar het klopt helemaal. De strot van de jonge Hay is absoluut blueswaardig. Waarschijnlijk zou hij zijn muzikanten niet eens kunnen betalen. Hij zingt namelijk over ‘being ripped off’ door een tweedehands autodealer. Hay is een uitstekende act voor dit podium en de sfeer is goed maar wij kijken heel erg uit naar het optreden van een band die ons in de ‘nineties’ al veel fijne avonden bezorgde.
Deze editie van Ribs & Blues heeft heel veel interessante acts van eigen bodem op het programma en juist dit jaar mag T99 daarop niet ontbreken moet de organisatie gedacht hebben. We zetten ze gewoon op het hoofdpodium en daarom horen wij de opzwepende klanken van ‘Sun’ die dus ook nadrukkelijk in de tent aanwezig is. Na een paar jaar afwezigheid is de band op slinkse wijze bij elkaar gebracht omdat er simpelweg behoefte bleek te zijn.We zien een sterk op elkaar ingespeeld stel muzikanten en het lijkt eigenlijk alsof ze nooit zijn weg geweest. Heel even lijkt het podium te groot voor de bezwerende rootsy klanken van het trio, een groot aantal toeschouwers is vandaag voor de stevige bluesrock gekomen, maar ook hier staat een paar jaar ervaring en met gortdroge humor in combinatie met enig spektakel op/rondom het drumstel zoals dat van zanger/drummer Martin, blijk je ver te kunnen komen.‘We hebben n nieuwe plaat, ja op echt vinyl’, weet hij te melden om vervolgens doodleuk een nummer in te zetten wat er niet op staat. Wij hopen van harte dat dit nieuwe hoofdstukje een vervolg gaat krijgen.
Iets wat zeker ook voor de volgende act geldt en zeker ook gaat gebeuren.
Joanne Shaw Taylor is, ondanks haar debuutalbum in 2009, één van de ontdekkingen op zowel club- als festivalpodia in Nederland dit jaar. De stoere Britse weet gitaartechniek aan een flinke dosis gevoel te koppelen en met die hese stem lijkt het plaatje aardig compleet. Daarnaast mag ook haar band niet onvermeld bijven. Ondanks haar ‘Going Home’ van die eerdergenoemde debuutplaat peinst niemand er over om hier vroegtijdig af te zwaaien want dan zou je het prachtige ‘Jealousy’ moeten missen. Iedere keer weer een hoogtepunt in haar set. Wij hebben het sterke vermoeden dat we deze Taylor nog eens gaan terugzien.
Met Michael Katon & Rob Orlemans heeft het festivalprogramma twee ‘bluesboys from hell’ gecontracteerd die in Raalte een tussenstop maken tijdens hun Knock Out Boogie Tour. Het is een unieke samenwerking waar deze week eerder al uitgebreid verslag van werd gedaan. Met Ernst van Ee, een van de allerbeste rockdrummers in de Lage Landen en bassist Piet Tromp wordt het publiek meegesleurd in de Boogietrain, een wildemansrit van maar liefst één uur lang. Al na het eerste half uur lijkt het materiaal al zwaar ontstemd. Het is intens en hard maar in Raalte krijgt men er geen genoeg van.
Eindelijk horen we weer eens iets van de geweldige Alvin Lee, misschien wel de meest onderschatte gitarist ooit, en wel ‘Can you hear me Calling’. Als er twee gitaristen zijn die het begrijpen dan staan ze hier. Tien minuten lang dendert de bluesriff door en we zien tussen het publiek prachtige luchtgitaarsolo’s, wat een feest. Ook hier wordt even stilgestaan bij het overlijden van BB King want, “Of je nou boogie, rock of blues speelt, iedereen heeft wel één of twee noten van BB in zijn muziek”, aldus Katon en wij durven hem absoluut geen ongelijk te geven. Van stampende kisten gaan we naar de elegantje blote voetjes van zangeres/gitariste Cato van Dijck op het andere podium.
Over de nieuwkomers van My Baby is al veel te doen geweest en dat dit drietal het licht mag uit doen op de Delta-stage is niet vreemd. De weed-dampjes en de warmte van de dag zijn in de tent blijven hangen en het lijkt zowaar iets extras toe te voegen. De muziek van My Baby is niet in enkele woorden te bevatten maar dat er heel veel in zit is duidelijk en wie de band meerdere malen heeft zien spelen ontdekt steeds weer nieuwe elementen in het heerlijke brouwsel van blues, soul, funk, gospel en rock. Ondanks het nog korte bestaan kunnen we nu al vaststellen dat we nog veel van ze gaan horen.
Met Eric Burdon & The Animals heeft Ribs & Blues een brok muziekgeschiedenis van meer dan een halve eeuw binnengehaald. In hoeverre zijn bandleden daarvan deel hebben uitgemaakt is ons niet duidelijk geworden. Wat we wel weten is dat er verschillende formaties rond toeren met dezelfde naam. Het zijn juridische zaken geworden maar de inmiddels 74-jarige Burdon is gewoon zijn eigen gang blijven gaan en wist twee jaar geleden zelfs te verrassen met een nieuw album. Uiteraard wil het publiek in Raalte bekend werk horen en het liefst van lang geleden. Aan die wens wordt gehoor gegeven en dan wordt maar weer eens duidelijk hoe produktief The Animals indertijd waren en in een betrekkelijk korte tijd de ene na de andere klassieker wisten uit te brengen. Je zou ze zelfs zwaar onderschat kunnen noemen. ‘Don’t Bring me down’, ‘Don’t Let Me Be Misunderstood’ en uiteraard ‘House Of The Rising Sun’ worden door iedereen herkend. Aangezien het een bluesfestival betreft misstaat ‘Before You Accuse Me’ hier niet en swingt ‘Boom Boom’ de pan uit maar klinkt ook ‘Spill The Wine’ niet gek in deze set. Wij volgen het advies van Burdon op wanneer hij zingt ‘We Gotta Get Out Of This Place’. De drukte, de hitte en de drank hebben hun tol geëist maar het was een topdag.
Maandag 25 mei
Dag 2
Het is Pinkstermaandag, 13.00 uur en de Domineeskamp in Raalte is al behoorlijk goed bevolkt. Hoog tijd dus voor de geloofsbelijdenis van de Reverend Shine Snake Oil Co. Met een explosieve pot duivelse rhythm & blues wordt Raalte goed wakker geschud. Publieksparticipatie lijkt er nog even niet in te zitten maar het wordt al snel duidelijk dat hier vele zieltjes gewonnen gaan worden. Voor de meeste bezoekers is dit een eerste kennismaking dus besluit zanger Claudius, alias The Angeryman, om zich keurig voor te stellen aan de voorste rij. Kijk, zo hoort het. Wanneer het ijs gebroken is gaat de zanger op zijn knieën om vervolgens ook met ‘Lay With Me’ het publiek al vroeg op de dag plat te krijgen. In de categorie beleving en bezieling zal dit op zeker niet overtroffen worden. Wat een spectaculair begin van de laatste dag!
Op het grote podium staat ook een bezeten muzikant. Het is zanger/gitarist Jason Barwick van The Brew en hij heeft hier al eens eerder gestaan. We zijn een paar albums verder maar we zijn net als vijf jaar geleden getuige van een solide rockshow waarmee een stadion kan worden platgespeeld. Bassist Tim Smith kijkt wederom trots naar zijn zoon Kurtis wanneer hij met zijn drumsolo het publiek in Raalte in extase brengt. Het verschil met het kleine podium waar ondertussen een nog onbekende zangeres met haar band het optreden begint, is groot.
Het lukt Lydia Loveless maar nauwelijks om de tent van de Delta Stage gevuld te houden. Het ziet er op voorhand nog wel zo goed uit. Alternatieve country en een krachtige stem zou een prima combinatie moeten zijn ware het niet dat het allemaal erg plichtmatig wordt uitgevoerd. De krachtige stem blijkt erg monotoon en dan moet je met wel heel sterke composities voor de dag komen om dat nog te compenseren. Ook muzikaal gezien kan het nauwelijks beklijven met een leeglopende tent tot gevolg.
Dat laatste kan overigens heel goed aan de programmering liggen want op het grote podium staat Mud Morganfield en die, zoals wij onlangs ook in Groningen mochten ervaren, verkeert momenteel in de vorm van zijn leven. ‘Forty Days And Forty Nights’ klinkt het luid en duidelijk in Raalte. Klaagden wij zojuist nog over het statische gebeuren op het andere podium, Morganfield, zitten op een kruk, beweegt zich zo mogelijk nog minder maar die weet dan weer met één knipoog zelfs de dames die helemaal achter in de grote tent staan, de dag van hun leven te bezorgen. Hij vraagt de weg naar ‘Downtown’ want daar zit zijn date op hem te wachten. Komt goed uit want ook zijn ‘Mojo’, zo vertrouwt hij ons toe, blijkt nog altijd prima te functioneren. ‘My mojo was working overtime’, klinkt het ondeugend. Het is tevens tijd voor ‘Champaign & Reefer’, en we zijn nog niet eens halverwege de laatste festivaldag. Naast het eerbetoon aan zijn vader staat ook dit optreden in het teken van BB King. Hij realiseert het zich halverwege en besluit terstond om het optreden op te dragen aan de grote bluesheld. ‘Er moet daar ergens een plek zijn waar ze samen jammen’, aldus Morganfield die naar boven wijst. Het moet daarboven zeker een mooie sessie zijn bedenken wij als Bo Diddleys versie van ‘Hoochie Coochie Man’, oftewel ‘Mannish Boy’ door deze waanzinnig fijne band wordt ingezet.
Aan de andere kant horen we eveneens een compositie van Bo Diddley. Het is ‘Oh Yeah!’, gespeeld door Rusty Apollo, de Nederlandse bluesraket die, ofschoon de track er niet op staat, het debuutalbum er zelfs naar vernoemde. Volgens ‘Mighty’ Mike Meijer, de grote zingende drummer van de band komt deze wel op het volgende album. Kijk, dat is nog eens goed nieuws. Nog maar net het eerste album uitgebracht en nu al vooruitblikken. Rusty Apollo is namelijk een bijzonder stel Nederlandse muzikanten die in diverse bekende bandjes de begeleiding verzorgden en nu dat doen wat ze zelf heel graag willen: bekend bluesrepertoire op geheel eigen wijze vertolken want waarom zou je nog zelf schrijven als er zoveel moois uit de rijke blueshistorie voor handen is. We moeten er eerlijk gezegd na het geweldige optreden van even daarvoor nog een klein beetje in komen maar de manier waarop ‘You Can’t Judge A Book By The Cover’ en ‘Smoke Stack Lightning’ hier worden uitgevoerd maakt duidelijk dat we hier niet met de eerste de beste nieuwkomers van doen hebben. Vonden wij de studio-uitvoeringen al heerlijk rauw en ongepolijst, live is deze band een absolute must. Al is het alleen maar vanwege het fenomenale bluesharpgeweld van Kim Snelten. Tijdens een heerlijk dansbare uitvoering van ‘Wang Dang Doodle’ gaan wij naar de andere kant voor een fijne partij ongepolijste country.
Liever spreekt Daniel Romano over ‘Mosey’, een term die hij bedacht voor zijn stijl waarin country een bepalende rol speelt maar nog meer is dit een reactie op het misplaatste gebruik van het begrip waarmee een groot Amerikaans ‘pop-produkt’ als Taylor Swift momenteel goede sier maakt. De Canadees grijpt liever terug op de tijd waarin Hank Williams Sr. zijn luisteraars tot tranen toe wist te beroeren en de tijd waarin, de overigens onlangs overleden George Jones iets los wist te maken bij het publiek. Naar verluidt zou Romano vanwege vliegangst helemaal met de boot naar Europa zijn gekomen. Gezien zijn onverwachte succes hier tijdens festivals als Into The Great Wide Open en Take Root, is hij de laatste die daar een probleem van lijkt te maken. Nederland heeft de deur voor deze eigenzinnige muzikant wagenwijd open gezet. Voor Ribs & Blues is de setlist enigszins aangepast en krijgen we zelfs al een vooruitblik op het nieuwe album dat in juli gaat verschijnen. Gekozen is voor veelal nieuw materiaal en een bij vlagen behoorlijk stevig repertoire. Daniel Romano in een nieuw jasje bevalt ons prima maar helaas voor wie daar op gehoopt hadden: zijn prachtige traditionele outfits zijn in de kast blijven hangen.
Voor visueel spektakel kun je dan ook beter bij Reverend Peyton’s Big Damn Band terecht.
‘We live dangerous’ roept de zwaar bebaarde zanger/guitarist Reverend Peyton en kijkt naar zijn vrouw die naast hem het wasbord geselt terwijl zijn broer bijna door zijn snaredrum hakt.
We horen veel werk van het nieuwe album hoewel het concept nauwelijks aan veranderingen onderhevig lijkt. Dat wil in dit geval zeggen: vertrouwd, energiek en voorzien van veel enthousiasme. Het is maandagmiddag in de Domineeskamp maar het drietal is helemaal van God los en speelt alsof de Duvel op de hielen zit. ‘You Can’t Judge A Book By The Cover’ hebben we al eerder gehoord vandaag maar ook deze uitvoering mag er zijn. Het rammelt en gaat van links naar rechts maar het is zo verrekte lekker. De band gooit er ook nog eens ‘Two Bottles Of Wine’ tegenaan en zo worden we ook nog verrast met een stevige pot Zydeco.
Terwijl veel trouwe bezoekers Popa Chubby laten voor wat het is, zij hebben hem in 2008 en 2013 ook al op ditzelfde podium gezien, zijn wij vooral benieuwd hoe zijn begeleiders het ervan af brengen. Op respectievelijk bas en drums zien we namelijk Patrick ‘Sideburn’ Obrist en Jeffrey van Duffelen en dat zijn voor iedereen die de blues- en rootsmuziek een warm hart toedragen geen onbekenden. Mooi dat juist deze ritmetandem dit prachtige festival mag afsluiten. Volgens ingewijden zouden de drie maar heel even bij elkaar gekomen zijn om wat afspraken te maken maar Chubby noemt een toonsoort en het loopt. Alsof ze al jaren met elkaar spelen lijkt het. Chubby blijkt het duidelijk naar zijn zin te hebben met de twee. Enigszins overmoed en uitdagend gaat hij het drumduel aan met Van Duffelen maar zal uiteindelijk snel de handdoek in de ring moeten gooien. Hij neemt snel zijn hoed af en applaudiseert voor de drummer. Voor de laatste keer vandaag wordt B.B.King gememoreerd en klinkt ‘The Thrill Has Gone’. Wij besluiten om ‘Somewhere over the Rainbow’ te laten voor wat het is en zien ook het enigszins obligate ‘Hallelujah’ op de Domineeskamp niet zitten.
Wij kijken nu al uit naar de jubileum-editie van volgend jaar wanneer Ribs & Blues twintig jaar bestaat en de organisatie voor de zaterdagavond een zeer speciale act zal presenteren. Maar de negentiende was er in ieder geval weer een om niet snel te vergeten.
voor alle foto’s zie Markus Hagner Photography
Mooi compleet verslag van Jeroen Bakker metde fraaie foto’s van Markus Hagner Chapeau!
Mooi verslag heb je geschreven, ik heb de eer om te mogen helpen in de technische commissie , we zijn er het hele jaar druk mee, maar het is de moeite waard, wat een geweldig festival, en ik kan het weten, als pinkpop ganger, zwarte cross, lowlands etc.en de line up was dit jaar helemaal super, met dank aan Frank Satink
Mooi verslag, jammer dat de zaterdag er niet bij betrokken was.Dat was een geweldige avond. Met name Focus vond ik zelf een hoog nivo halen met een fabuleuze Pierre van der Linden op drums, en natuurlijk de immer zeer muzikale Thijs van Leer, die ook erg goed op dreef was. Alleen dat optreden was mij het geld al waard!
Mooi verslag! Ik heb mij beide bluesdagen uitstekend vermaakt. Fijne sfeer, aardig weer, lekker beer :-).
Mijn hoogtepunten: Mud Morganfield, Dynamite Blues Band, T-99, Rusty Appolo en natuurlijk Popa Chubby!
Mooi verslag en dito foto’s
Mooi verslag van een meer dan mooi festival. Ben zelfs een beetje jaloers als inwoner van het betonnen lichtdorp Eindhoven op Raalte. Hier heeft de gemeente alles aan festivals de nek omgedraaid omdat er zogenaamd geen geld is. Maar voor ons staat het vast, we ontvluchten deze saaie stad nu ieder jaar om richting Raalte te gaan.
Extra respect voor Dan Owen die in zijn eentje met alleen zijn stem, een akoestische gitaar en een stompbox de tent op zijn kop moest zetten…..en dat met succes en overgave deed. Op vrijdag 4 juli is hij weer terug in Nederland voor een optreden in Paradiso.
Zeer goed gedetailleerd verslag, het leest alsof ik er bij was. Fijn!
Dank je wel , Jeroen.
Ik wilde dat ik 30 jaar jonger was…..