Foto Recensie: Blackberry Smoke – Whippoorwill

Blackberry Smoke – Whippoorwill

Format: CD/ Label: Southern Ground Artists/ Release: augustus 2012
Cosmox.nl, Blues CD’s online bestellen

Tekst: Mark Harmsma

Blackberry Smoke blaast de Southern Rock nieuw leven in! Het nieuwe album `The Whippoorwill’ van Blackberry Smoke ligt in de winkel. Het is de 3e volledige CD en opvolger van de DVD `Live at the Georgia Theatre’ van vorig jaar.

Vandaag de dag hoort een recensie als deze te beginnen met een teaser, en de teaser hierboven bevat 2 elementen die moeten worden toegelicht: de suggestie dat er een definitie is te geven van Southern Rock, en de conclusie dat deze kennelijk `dood’ is. Om te beginnen met “Southern rock”. Zoals Gregg Allman in zijn eerder dit jaar verschenen biografie “My cross to bear” ook aangeeft, is er geen sprake (geweest) van een levendige scene die door de – met dit genre in verband  gebrachte – bands is geschapen of in stand werd gehouden. Natuurlijk, je deed double bills of kwam elkaar eens tegen bij Capricorn Records of Charlie Daniels’ Volunteer Jam. Maar de suggestie dat de Suvern-Boogie-vredespijp down town Jacksonville door Rick Medlocke werd doorgegeven aan Hughie Thomasson, naar Danny Joe Brown en via Bruce Brookshire naar Dickey Betts is vooral door muziekrecensenten gewekt.

Southern rock draait allemaal om de muziek, een definitie van Southern Rock zou kunnen zijn: Stevige, swingende, gitaar-georiënteerde rock door muzikanten uit de zuidelijke staten van de USA waarin verschillende, van oudsher ook uit het zuiden afkomstige, genres worden samengesmolten, doorspekt met gedubbelde gitaarlicks en meerstemmige achtergrondzang.

De term werd begin jaren ‘70 voor het eerst in verband gebracht met de Allman Brothers Band (ABB), omdat de muziek die de ABB maakte niet te vatten was in enig bestaand genre, en werd echt op de kaart gezet door de 3 gitaristenband Lynyrd Skynyrd. Met het succes van Lynyrd Skynyrd leken de Southern Bands als paddenstoelen uit de grond te schieten: De tweede helft van de jaren ’70 maakte The Outlaws, Blackfoot, Molly Hatchet, Point Bank en .38 Special hun beste platen waarvan ze er miljoenen verkochten. Binnen de definitie hierboven onderscheidde de bands zich door net andere traditionele southern genres te combineren met (hard)rock. The Outlaws was, met de zeer vaardige gitaristen Hughie Thomasson en Billy Jones, de stevige uitschieter van de bands die tegen de country aanleunden (ook: Charlie Daniels Band, Marshall Tucker Band, Hank Williams Jr.). Blackfoot, ZZ Top en Point Blank zaten vooral in de blues en boogiehoek. Molly Hatchet verlegde, na het vertrek van Danny Joe Brown, de aandacht van de swampboogie van de eerste 2 platen (klassiekers!) naar de hardrock (de enige plaat van de Danny Joe Brown Band – waarin we voor het eerst huidig bandleider van Molly Hatchet, Bobby Ingram, zien – is een cult Southern Rock plaat). Ook .38 Special verliet de Southern Boogie voor een meer poppy AOR inslag, waarvan Atlanta Rhythm Section de mellow -easy going- variant is en de Henry Paul Band de country/southern/AOR kant koos (debuut album Grey Ghost is een must-have echte Southern plaat). In de meer poppy hoek vind je een andere must have plaat, namelijk de enige van de begin jaren 80 geformeerde Allen Collins Band, het fris swingende album “Here, there and back”. Doc Holliday en de Johnny Van Zant Band zaten ook aan de hardrockkant zodat je binnen de Southern Rock een ruime keuze had afhankelijk van of je meer in een country-, blues- of rockstemming was. Overall conclusie is dat je van de meeste genoemde bands vooral de eerste platen moet hebben. De meeste bands sluiten/sloten hun optredens af met een ballad die uitmondde in een stevig gitaarduel tussen de gitaristen (Freebird, Green Grass & High Tides, Highway Song, Fall of the Peacemakers etc.).

De vraag of de Southern Rock dood is moet met ‘ja’ worden beantwoord als deze heel letterlijk wordt genomen: naast de bekende Allman Brothers tragedies (Duane Allman, Berry Oakley) en het Lynyrd Skynyrd vliegtuigongeluk (Ronnie van Zant, Steve Gaines) ontvielen ons in de loop der jaren sleutelfiguren als Allen Collins, Leon Wilkeson en Billy Powell (Lynyrd Skynyrd);  Hughie Thomasson, Frank O’Keefe en Billy Jones (Outlaws); de beul Jackson Spires (Blackfoot); Danny Joe Brown en Duane Roland (Molly Hatchet), recentelijk de bluesy toetsenist/zanger Joel “Taz” DiGregorio (CDB) en natuurlijk Toy & Tommy Caldwell (MTB).

Midden jaren ’80 vielen de meeste Southernbands, onder dwang van commercieel ingestelde platenmaatschappijen,  in meer of mindere mate van hun voetstuk door gefriemel met synthesizers (ABB, Blackfoot, Molly Hatchet) en de gebruikelijke drank-, drugs-, band- en/of bezettingsperikelen.

De term Southern Rock werd eind jaren ’80 nog weleens in verband gebracht met bands als de Black Crowes en Georgia Satellites, niet zozeer vanwege de definitie hierboven maar wel omdat de bands rockten en uit het zuiden kwamen (Atlanta, Georgia). Bands als All Good,The Regulators en Raging Slab kwamen jaren ‘90 voorbij en passen best binnen de definitie maar werden nooit zo groot als de eerste generatie southern rockers. Ook de gevestigde orde zoals de Allman Brothers, Lynyrd Skynyrd, The Outlaws, .38 Special, CDB en MTB traden nog of weer op, maar konden de Southern Rock niet een 2ekeer zo prominent op de kaart zetten. De term ‘jambands’ werd geïntroduceerd voor die bands, die muziek (ten dele) op het podium lieten ontstaan, waardoor bands als ABB en Gov’t Mule ook alweer in een ander hokje werden gestopt.

Inmiddels speelt de ABB als nooit tevoren – geen wonder als je de top van de blues/rock gitaristen in huis hebt, heeft Henry Paul als enige nog levende frontman zijn formatie omgedoopt tot een 3 giaristenband The Outlaws (nieuw album is opgenomen), speelt .38 Special nog 100 shows per jaar, doet MTB het zonder originele frontmen, brengt Charlie Daniels een live album uit waarin hij de regel tekst “I get stoned in the morning” in “Long Haired Country Boy” kuist omdat hij inmiddels opa is, speelt Point Blank weer met enkele originele leden maar wel zonder dat vroege jaren vuur, spelen 2 van de 3 nog levende leden weer in Blackfoot maar zonder frontman Rickey Medlocke (Lynyrd Skynyrd), gaan de baarden van ZZ Top en Hank Williams Jr. onverstoord verder waar ze bijna 40 jaar geleden begonnen zijn, is Bruce Brookshire (Doc Holliday) in de here en zijn Lynyrd Skynyrd en Molly Hatchet met resp. 1 en 0 originele leden inmiddels coverbands geworden van hun eigen repetoire.

Dan naar Blackberry Smoke. Ik werd in 2009 al getipt door Johnny Southbound Dollekamp, neerlands Southern Rock specialist en speciaalzaak Popeye (Hengelo, OV), inzake een nieuwe Southern sensatie. Zeer onverstandig negeerde ik zijn signalen ditmaal – kennelijk was ik diep verzeild geraakt in een funk-, soul- of jazzperiode. Ik googlede net even de 2 verkeerde Youtube clips en haakte af. Ik heb zelfs het concert van BBS gemist in de kleine zaal van Paradiso zo’n 2 jaar geleden, en daar heb ik heel veel spijt van. Johan heeft toch de vorige BBS CD “Little Piece of Dixie” aan me opgestuurd en hij kwam de CD speler niet meer uit. Een lekkere blues- of soul-CD draai je graag nog eens opnieuw en songs blijven naneuriën in je hoofd. Maar goede rock ‘n’ roll gaat in je systeem zitten, het neemt je over en daartoe is Blackberry Smoke in staat. De band heeft terecht een geduchte live reputatie als Blackfoot in de vroege jaren 80, zaal na zaal en roadhouse na roadhouse worden plat gespeeld en de fanbase groeit gestaag. Na “Little Piece of Dixie” volgde afgelopen jaar de live DVD `Live at the Georgia Theatre’ waarmee de band aantoonde bovenal een echte, hechte liveband te zijn. Pure funk (Wet Willie’s “Country Side of Life” met Jimmy Hall himself als gast), pure country (Willie Nelsons “Yesterday’s Wine”), laid back blues (“Deep Elem Blues” in een Dead arrangement waar Jerry Garcia zeer tevreden op neerkijkt), jams en bovenal energieke lekkere Southern rock ‘n’ roll. Tussen de songs op deze DVD zijn interviews gemixt; Een van die interviews gaat over de muzikale invloeden van de bandleden. Bandleider, lead- gitarist en -zanger Charlie Starr heeft zijn muzikale roots liggen op de veranda’s van zijn familieleden die ook allemaal gitaar, banjo of viool spelen en de country music is hem door zijn vader met de paplepel ingegoten.

Het is deze achtergrond van Charlie Starr die het nieuwe album `The Whippoorwill’  z’n karakter geeft. Hij heeft meegeschreven aan alle 13 nummers op dit album, en de kenmerkende songs waarmee het album het nodige stof doet opwaaien in Nashville (de prachtige balads The Whippoorwill en Up the road en het veranda countrynummer Ain’t got the Blues) zijn uitsluitend van zijn hand. Als we teruggaan naar de definitie van Southern Rock hierboven, dan is Blackberry Smoke met dit album duidelijk een Southern band met veel country invloeden. Het album kenmerkt zich in vergelijk tot de voorgangers door sterkere composities, pakkender teksten, tempo- en sfeerwisselingen in nummers en is al met al breder, minder stevig en meer country geörrienteerd dan Little Piece of Dixie.

De openerSix Waysto Sunday is natuurlijk een rock ‘n’ roll beuker. Pretty little lie is een stevig countrynummer, en ook One Horse Town is mooie country. Ain’t much left Of Me is een beuker die de Black Crowes fans zeker zal bekoren, dit is 1 van de 4 nummers die we al kennen van de live DVD van vorig jaar. Ditzelfde geldt voor Everybody knows – met een lekkere honky tonk bluesy feel, The Whippoorwill (waarin we net zo makkelijk The Band kunnen herkennen) en Sleeping Dogs. Lucky Seven is ook bluesy, een toefje mellow maar zeker niet laf en Leave a scar is weer een beuker met country invloeden om je wakker te schudden. Crimson Moon doet me enigszins denken aan de oude Blackfoot, hetgeen – als we dan toch vergelijkingen maken – ook geldt voor het lead- en slidegitaarwerk van Charlie Starr (versus Rickey Medlocke). Het een na laatste nummer Shaking Hands With the Holy Ghost kwam in eerste instantie op me over als een opvullertje, mede doordat het wederom in toonaard G staat. Maar toen ik deze seventies hardrockbeuker, met pakkend meerstemmig refrein en een lekkere Wah solo, vorige week vrijdag als laatste had gedraaid voordat ik de auto uitging, en het een heel weekend in mijn hoofd nadreunde wist ik dat ik op arrogante wijze het kunnen van Blackberry Smoke had onderschat. Getuige ook het feit dat het laatste nummer de mooie ballad Up the Road is, dat door inbreng van alweer mooie backing vocals en een orgelpartij een vleugje gospel meekrijgt. Al met al een heel goed album van een band die de vruchten plukt van het bijna constant touren en spelen met elkaar. Desalniettemin dienen aankomend BBS fans, die een hekel hebben aan country invloeden, de CD Little Piece of Dixie te overwegen. Voor hen die al fan waren is dit album een mooie, welkome aanvulling op de nog beknopte discografie van Blackberry Smoke en op hun Southern Rock verzameling in zijn algemeenheid. Vergeet niet de gratis BlackBerry Smoke App eens te downloaden!

Blackberry Smoke - The Whippoorwill

Website Blackberry Smoke : blackberrysmoke.com


Ook op Blues Magazine ...