Volume bij concerten en festivals terug naar 103 dB
De volumeknop bij concerten gaat flink omlaag. Staatssecretaris van Rijn sluit daarover vandaag afspraken met poppodia en organisatoren van concerten en dancefeesten.
De afspraak houdt in dat de volumeknop in zalen omlaag gaat naar maximaal 103 decibel. Momenteel komt het voor dat bij feesten en concerten 110 tot 130 decibel uit de speakers knalt. Dat is vergelijkbaar met het geluid van een startend vliegtuig. Een dergelijke geluidssterkte leidt bijna direct tot gehoorschade.
Uit een rapport van het RIVM, dat vandaag verschijnt, blijkt dat jongeren tijdens het uitgaan vaker worden blootgesteld aan hard geluid. Een op de vijf jongeren houdt daar zelfs een permanente pieptoon aan over, wat duidt op een onherstelbare beschadiging van de oren.
Volgens Van Rijn moet bij concerten niet alleen het volume omlaag. Ook zou er betere voorlichting over de schade van harde muziek moeten komen en zouden er standaard oordopjes moeten worden aangeboden. “De brancheverenigingen gaan ook zelf metingen verrichten om het geluidsniveau te controleren. Zo kan ik zien of die zelfregulering werkt.”
Het voorkomen van gehoorbeschadiging wordt breder opgepakt dan alleen in concertzalen en op festivals, vertelt Van Rijn. “Er ligt een Europese richtlijn waarbij apparaten moeten waarschuwen als het volume te hoog staat. Iets wat overigens nog wel beter kan worden nageleefd.”
Van Rijn verwacht veel van de afspraken. ‘Dit akkoord moet leiden tot verbeteringen, zodat bezoekers veilig van muziek kunnen genieten.’ Als de situatie niet verbetert, overweegt hij wettelijke maatregelen te nemen.
Gehoorbeschadiging kan zich pas na jaren openbaren.
Uit recent onderzoek van de Nationale Hoorstichting blijkt dat ruim de helft van de stappers het dragen van oordoppen niet nodig vindt, terwijl negen op de tien concertgangers permanente gehoorschade riskeert.
via Blues Blog http://blog.bluesmagazine.nl/post/76646258794
We kunnen ons terugvinden in de vaststelling dat gehoorschade bij jongeren een snelgroeiend maatschappelijk probleem is. Kijken we naar de oplossingen die aangedragen worden dan gaat men er ‘opnieuw’ vanuit dat een doorgedreven bewustwordingscampagne in combinatie met een strengere wet- en regelgeving soelaas zal brengen. NIET DUS. Ten bewijze verwijzen we naar de industrie: ondanks een expliciete wet- en regelgeving, continu sensibilisering en een streng handhavingsbeleid prijkt lawaaislechthorendheid bovenaan de lijst der beroepsziekten (Bron: NCVB, “Beroepsziekten in cijfers 2012”). Als het in de industrie niet lukt is de kans dat het bij jongeren lukt nog vele malen kleiner omdat handhaving veel moeilijker is.
Het voorkomen van gehoorschade is een complexe problematiek waar meer komt bij kijken dan het uitvaardigen van een geluidnorm, rondvertellen dat harde muziek gevaarlijk is en uitdelen van gehoorbeschermers.
Wat moet er dan wel gebeuren ?
Om te beginnen is er de noodzaak om de ontwikkeling (en latere aftakeling) van het gehoor vanaf een vroege leeftijd in kaart te brengen. Men zich afvragen waarom er tot op heden geen enkel programma of campagne bestaat die mensen vanaf jonge leeftijd duidelijk maakt dat het van groot belang is om hun gehoor periodiek te laten controleren en in kaart te brengen. Met andere woorden een beleid gericht op preventieve gehoorzorg. De vergelijking met preventieve tandcontrole, die wel vanaf zeer jeugdige leeftijd plaatsvindt en algemeen geaccepteerd is, ligt voor de hand.
Cruciaal hiervoor is dat men een onderzoekstechniek gebruikt die toelaat om gehoorschade vroegtijdig op te sporen. Op basis van de pieptoontest met koptelefoon (audiometrie) wordt schade pas opgemerkt als het al te laat is. Zolang opinieleiders in Nederland, tegen beter weten in, blijven vasthouden aan deze verouderde techniek zal gehoorschade zich inderdaad pas openbaren op een moment dat het al TE LAAT is. De aangewezen techniek om gehoorschade vroegtijdig op te sporen is ‘Oto Akoestische Emissies (OAEs)’. Hiermee wordt schade al in een zeer vroeg stadium zichtbaar gemaakt. Zelfs voor de persoon in kwestie er zich bewust van is of hinder van ondervindt en ruimschoots voor er sprake is van een achteruitgang op het audiogram. Bij regelmatige controle ontstaat een beeld in welke mate de gehoorschade verder evolueert of niet. Dit maakt het o zo veel makkelijker om bij mensen die gevoelig zijn voor gehoorschade de ‘sense of urgency’ van het dragen van (goede en gecontroleerde) gehoorbeschermers uit te leggen.
In het verlengde daarvan moet
Ten tweede is er nood aan professionals die beschikken over de vereiste expertise om een preventief gehoorzorgbeleid op te stellen en uit te voeren. Dit veronderstelt kennis en kunde op verschillende aandachtsgebieden: geluidmetingen, gehoormetingen, gehoorbescherming en gedragsbeïnvloeding. Kortom de 4 G’s. Ofwel moet men dus multidisciplinair overleg organiseren tussen verschillende deze deskundigen (de ervaring leert echter dat dit praktisch en economisch niet haalbaar is). Ofwel brengt men de hierboven vermelde expertise onder bij één enkele professional: de preventieve audicien of audioloog. Deze ‘nieuwe’ professionals dragen vanuit hun opleiding bij tot de kwaliteitsborging, de vereenvoudiging van de zorgketen en de perfecte match tussen preventie en curatieve zorg. Naast de garantie op een doeltreffend preventief beleid zal het introduceren van deze ‘nieuwe’ professional leiden tot jobcreatie gezien de omvang van het probleem gehoorschade.
Ten derde is nood aan goede en betaalbare gehoorbescherming. Ter illustratie sturen we het artikel verschenen in het Belgische consumentenmagazine ‘Testaankoop’. Zeker bij op maat gemaakte gehoorbeschermers is regelmatige controle van de lekdichte afsluiting van het gehoorkanaal essentieel. Veel jongeren (of beter gezegd ouders van jongeren) zullen straks 160 a 200 Euro neertellen voor een set op maat gemaakte gehoorbeschermers en op de festivalweides rondlopen met een vals gevoel van veiligheid.
Samengevat:
De insteek van het politieke debat zou moeten zijn :
₋ Hoe de jeugd- en bedrijfsgezondheidsdiensten aanmoedigen/in staat stellen om ‘State of the Art’- technieken, zoals ‘Oto Akoestische Emissies’, te gebruiken voor de vroegtijdige opsporing van gehoorschade.
₋ Stimuleren van initiatieven die bijdragen aan de kwaliteit en vereenvoudiging van de zorgketen
₋ Zorgverzekeraars aanmoedigen om ‘gecontroleerde’ gehoorbeschermers op te nemen in hun verzekeringspakket
Pas dan krijgt bewustwordingscampagne voeren echt zin.