NORTH SEA JAZZ FESTIVAL
ZONDAG 9 JULI 2017
De 42e aflevering van het ‘Port of Rotterdam North Sea Jazz Festival’, zoals de officiële benaming eigenlijk luidt, behoort tot de meest succesvolle edities tot nu toe. De feeststemming zou bij de organisatie al gistermiddag tot een hoogtepunt komen toen bekend werd dat het festival hier in ieder geval nog tot 2022 zal plaatsvinden. De drukte en warmte maakten het niet altijd even gemakkelijk om alles te kunnen meemaken maar overal bleef de sfeer uitermate aangenaam. Bovendien zorgen de brede programmering en enorme variatie van stijlen er vrijwel altijd voor dat je tegen een alleraardigste verrassing kunt aanlopen of geïnteresseerd raakt in een act waarvan je het bestaan niet eens kende. De laatste dag van het festival zou een dag blijken waarin de gevestigde namen hun faam meer dan waarmaakten en waarin de talentvolle nieuwkomers nadrukkelijk lieten merken dat we met hen in de nabije toekomst rekening dienen te houden. Uit het enorme aanbod is getracht een beeld te vormen van wat er deze dag zoal heeft plaats gevonden.
Tekst: Jeroen Bakker / Foto’s: Marco Van Rooijen, zie voor alle foto’s hier het fotoalbum van North Sea Jazz 2017
Op Centraal Station is het feest van de laatste dag al om 12.00 uur losgebarsten met het prachtige ‘rand-programma’ van North Sea Round Town. Vanaf 22 juni biedt dit programma het beste dat de stad te bieden heeft op het gebied van jazz. En het is merendeels nog gratis te bezoeken ook. Wat te denken van K.O. Brass, The Jig en Cathelijne Beijn die de optredens aan elkaar draait. Beijn is naast DJ tevens radiopresentator bij RTV Rijnmond, bekend van programma’s als Thelonious en A Deeper Shade of Soul. De pechvogels die naast de kaarten van het NSJ 2017 grepen hebben prachtige alternatieven zoals het optreden van The Big Swingers die ’s middags Hotel New York op stelten zetten en het publiek meenemen op een reis terug in de tijd.
Onze reis gaat vandaag naar Ahoy waar wij echt vroeg in de rij willen staan om op tijd binnen te komen komen. Er waren al strenge maatregelen bij de entree aangekondigd maar aangezien er een dag eerder valse bandjes zijn gebruikt wordt iedereen vandaag nog eens extra gecontroleerd. Bovendien willen wij niets missen van het Congo-podium waar de derde dag wordt aangegrepen om de Dag van de Heer te vieren. Het is tenslotte zondag dus een mooie gelegenheid om aandacht te besteden aan ‘de Soul van de Gospel’.
Eerlijk gezegd is het niet de gospel zoals die oorspronkelijk bedoeld was bij MICHELLE DAVID & THE GOSPEL SESSIONS. Maar daar heeft niemand een boodschap aan. Geen festival lijkt dit jaar om de enorm opzwepende activiteiten van het gezelschap rondom gitaristen Paul Willemsen en Onno Smit heen te kunnen. Het is weliswaar een ‘gestripte variant’ op de gospel, dus ontdaan van alle franje, maar het is zeker niet minder intens.
Hadden we al vermeld dat er dit weekend heel veel ‘koninginnen’ op het festival staan? Michelle David hoort er absoluut bij. Vanaf de eerste vocale noten neemt ze het publiek in een houtgreep en houdt dat moeiteloos 1 uur en 15 minuten vol want dat is de tijdsduur die haar gegund is. De laatste dag is hiermee prima opgewarmd, wat heet: de warmte is ‘killing’.
Wij kiezen ervoor om de rust op te zoeken, EN een stoeltje, met een koel drankje in het Jazzcafé. Daar is namelijk THE BLUES LIVES ON PANEL WITH DOYLE BRAMHALL II gestart, een interessant programma onder leiding van muziekhistopjournalist/jazz- en blues-deskundige, Ashley Kahn. Kahn heeft zijn huiswerk goed gedaan en heeft een praatgrage Doyle tegenover hem zitten. Tijdens de drie-minuten-durende introductie noemt Kahn enkele artiesten die al eens gebruik maakten van zijn diensten maar wordt direkt aangevuld door Doyle: “vergeet ook Erykah Badu niet te noemen.” Toevallig is zij vandaag ook hier aanwezig. Echter een samenwerking met Badu wordt meteen uitgesloten aangezien zij tegelijkertijd later op de dag zullen performen.
Bramhall en zijn band waren al een dag eerder op het festival gespot om hier en daar wat bekenden te ontmoeten. Een zekere Norah Jones behoort namelijk ook tot de illustere vriendenkring van de Texaan. Gedurende een uur lang worden diverse onderwerpen besproken zoals Doyle’s muzikale opvoeding, de Austin- Texas-muziek-scene, de diverse samenwerkingen waaraan hij heeft meegewerkt, Doyle’s muzikale invloeden buiten de blues en Doyle’s vriendschap met Stevie Ray Vaughan, door Doyle ook wel zijn oudere half-broer genoemd. Bramhall Senior heeft als muzikant, hij was drummer/singer/songwriter, altijd een belangrijke rol gespeeld in de muzikale ontwikkeling van Junior. Er kwamen thuis natuurlijk ook niet de minsten over de vloer en er was altijd muziek in huis. Samen met de familie Vaughan verlieten de Bramhalls Dallas in 1969 om zich in Austin te vestigen. Vader Bramhall had toen al met Jimmie Vaughan, zij speelden samen in The Chessmen, geopend voor Jimi Hendrix tijdens zijn optreden in Dallas. 18 Jaar later zou Doyle Jr. ook gevraagd worden met The Fabulous Thunderbirds te touren. Hij legt haarfijn uit, zonder in allerlei technische details te treden, hoe groot het belang van Hendrix is geweest op de ontwikkeling van de bluesmuziek. Kahn roemt de wijze waarop Bramhall ‘Hear My Train A Comin’’ heeft vertolkt zonder ‘de gitaarheld te willen uithangen’ en vraagt het publiek er even aandachtig naar te luisteren. Bramhall geeft aan nauwelijks naar andere gitaristen te luisteren: “Ik luister naar muziek” en noemt ook het voorbeeld van Keith Richards toen hem werd gevraagd wie zijn favoriete gitaarspelers zijn. “I Hate guitarplayers, I like songwriters”, was zijn reactie. Hij laat ‘When Did You Leave Heaven’, een jazzy Johnny Guitar Watson-track uit 1964 horen waarin de piano centraal staat.
Het siert Kahn dat hij voorbij gaat aan de mindere periode die Bramhall heeft gekend, kort nadat The Arc Angels als DE ‘Texas-supergroup’ werden gelanceerd. Liever blikt hij met hem vooruit op de toekomst van zijn muziek en de grote invloed die het bezoek aan India en veel Afrikaanse/Arabische landen op zijn muziek heeft. Vooral de naam Umm Kulthum, een zangeres uit Egypte, wordt veelvuldig genoemd. Het laatst verschenen album ‘Rich Man’ is een goed voorbeeld hoe al die stijlen bij elkaar zijn gekomen. Kahn refereert aan een interview met Derek Trucks waarin precies dezelfde artiesten en invloeden werden genoemd. “Logisch”, aldus Bramhall. “Derek is de enige vriend met wie ik die muziek samen beluister.” Uit het publiek komt de vraag of er een kans is dat er vanavond iets met Keb Mo & Taj Mahal staat te gebeuren. “Ik ga zeker even gedag zeggen”, antwoordt hij. Wanneer iemand uit het publiek roept dat Derek dat hier eerder ook al eens heeft gedaan zie je hem toch even twijfelend kijken.
De optredens hier van Trucks brengt mooie herinneringen naar boven. Vooral die bovengenoemde samenwerking in de Congo was geweldig om mee te maken. Goeie herinneringen zijn er ook aan de eerdere optredens van MAVIS STAPLES op het festival. Het was niet alleen de bevlogen zangeres die indruk maakte maar vooral ook de begeleiders waaronder gitarist Rick Holstrom, een klasbak die het blues-vak pas echt leerde in backing-bands van R.L. Burnside, Billy Boy Arnold, Jimmy Rogers en Rod Piazza. Holstrom zou zich later meer gaan richten op het schrijven van muziek en iets meer de alt-country-hoek opzoeken maar Staples kan al jaren rekenen op zijn vakmanschap tijdens haar studio- en podiumactiviteiten.
Eerlijkheid gebiedt te melden dat het optreden van de zangeres wel heel erg veel overeenkomsten vertoont met de eerdere shows hier. Zo kunnen wij haar aankondiging van het door papa Pops geschreven ‘Freedom Highway’ waarin zij de mars op de Freedom Highway naar Alabama in de jaren zestig beschrijft, wel dromen. Desondanks blijft het indrukwekkend te zien hoe deze pittige dame zich vocaal, soms voorzien van een rauw randje, en met een enorme gedrevenheid nog altijd staande houdt op het podium. Ze zou het liefst iedereen bij de hand nemen en rondlopen door de ramvolle Congo-tent tijdens ‘I’ll Take You There’. Een eventuele verrassing of eerbetoon met betrekking tot de vorig jaar overleden Prince met wie zij ooit intensief samenwerkte blijft uit.
Voor dat eerbetoon ben je in de Maas op de juiste plaats. Op hetzelfde podium waar His Royal Badness ooit drie avonden achter elkaar voor onvergetelijke momenten zorgde klinkt een wonderschone uitvoering van ‘Purple Rain’. CORY HENRY & JACOB COLLIER staan hier samen met HET METROPOLE ORKEST onder leiding van JULES BUCKLEY. Het is haast een magisch, een spiritueel moment omdat het ontzettend oprecht en integer wordt neergezet. Betere publiciteit voor de onlangs uitgebrachte jubileum-editie van het gelijknamige album kun je niet wensen. En ach, nu wij er toch zijn en het over tributes hebben, de orkestrale vertolking van ‘Human Nature’ dat ooit geschreven is door Toto maar bekend is geworden door Michael Jackson, pakken wij ook heel graag even mee. Misschien leuk om volgend jaar Toto hier het jubileumfeestje van de band te laten vieren?
Een veel kleiner maar muzikaal ook zeer interessant orkest staat er in de Darling. Voorafgaand aan een optreden wordt altijd gevraagd hoe de band geìntroduceerd wil worden. De bescheiden Britten van THE CINEMATIC ORCHESTRA hebben aangegeven daar geen behoefte aan te hebben. Zij zijn hier gekomen om te spelen. ‘Let the music do the talking’ is het motto. Indertijd stonden ze in de Paulus Potter Hall, nu 15 jaar later is de Hudson de plaats waar het moet gebeuren. Harde authentieke bepop, deels analoog maar ook met behulp van moderne elektronika, samples uit een afgestofte platenkoffer, dubstep, hiphop, rock en neo-klassiek en nog veel meer stijlen worden allemaal in elkaar gedraaid en gespeeld waarbij, vermoedelijk, ook nog een behoorlijk aandeel improvisatie wordt toegepast. Het lijkt wel jazz…
Soms blijkt een introductie van zo’n host helemaal niet nodig. Wat moet je hier met de vraag “Of we van gitaren houden.” Iedereen is al lang in afwachting van DOYLE BRAMHALL II in de Congo en reken maar dat er zich een groot aantal gitaarliefhebbers in de tent bevindt. Eindelijk heeft de Texaanse zanger/gitarist zijn sessiewerk voor anderen even geparkeerd om zich volledig te kunnen richten op de tournee die gekoppeld is aan zijn uitgebrachte solo-album ‘Rich Man’. Het is interessant om te ervaren hoe het prachtig geproduceerde album live vertolkt wordt. Veel effecten worden ter plekke uit de gitaar getoverd zonder dat er gebruik wordt gemaakt van vreemde elektronische foefjes. Bramhall zal zichzelf nooit als gitaarheld bestempeld willen zien maar het gevoel in zijn solo’s kan toch echt niet onderdrukt worden.
Bramhall heeft de sfeer tijdens zijn eerste bezoek aan dit festival al sinds gisteravond kunnen proeven. Drummer Anthony Cole herkennen wij nog van het heerlijke optreden hier vier jaar geleden met JJ Grey in de Mississippi. Zelfs als de band wat gas terugneemt is het nog steeds funky. Waar is DJ Gerard Ekdom als je hem nodig hebt? Hij draaide gistermiddag nog een zeer succesvolle Funky Weekend Trip maar hij zou daar het relaxte maar oh zo strak gespeelde ‘Mama Can’t Help You’ naadloos kunnen inpassen.
Het debuut-optreden van Bramhall op North Sea Jazz mag wat ons betreft nog eens een vervolg krijgen.
Dat hopen veel mensen ook van THE NEW POWER GENERATION CELEBRATING PRINCE aangezien de Maas vol is en niemand er meer bij kan. Het leidt tot veel teleurstelling om ons heen. De enige plek waarvan je zeker weet dat er aandacht wordt besteed aan de muziek van Prince is hermetisch afgesloten door de Security en Crowd Control die een aardig spel hebben bedacht waarmee zij de bezoekers voor de gek houden. Bij iedere afgesloten ingang staat iemand met een bordje dat naar de volgende ingang wijst. Wanneer je het rondje hebt gelopen ben je weer bij de eerste afgesloten ingang. The New Power Generation heeft vijftien jaar als begeleidingsband gefungeerd. Met ‘Celebrating Prince’, de naam van deze concertreeks, touren zij nu zelfstandig de wereld rond. We horen de loeistrakke ritmetandem van ‘drumbeest’ Kirk Johnson, overigens niet de oorspronkelijke NPG-drummer, en bassist Sonny Thompson tijdens ‘Sign Of The Times’ door het hele Ahoy-complex klinken. Feit is dat de muziek van Prince goed onder de aandacht wordt gebracht en dat is prettig om te weten.
In de Congo wordt ook muziek gespeeld die alle aandacht verdient. Voor de bluesliefhebbers is vandaag de dag waarvoor zij zijn gekomen. Het gaat om de roots- en bluesklanken van TAJMO, een samenwerkingsverband van twee zeer belangrijke spelers in deze branche. Je zou ze zelfs vertegenwoordigers van het muzikale erfgoed kunnen noemen. TAJ MAHAL & KEB’ MO BAND hebben sinds enige tijd de handen weer ineen geslagen en zijn vervolgens samen, overigens voor de eerste keer, ook gaan opnemen. Ze kennen elkaar al enkele decennia maar een voornamelijk gezamenlijk geschreven en opgenomen geluidsdrager was er nog niet. Het resultaat is een zeer verrassend, verfrissend geluid zoals dat op het recent uitgebrachte ‘TAJMO’ klinkt. Het materiaal valt het beste te omschrijven als een luchtige variant op de doorgaans wat sobere en zware bluesgeluiden die we meestal krijgen voorgeschoteld. Plezier maken, ‘gettin’ loose and having a good time’ is daar waar het hen allemaal om te doen is.
Mahal is 75 jaar, Keb’ Mo 65 jaar. Je kunt je voorstellen dat hier dus een enorme schat aan ervaring op het podium staat. De set bestaat uit nieuw werk zoals ‘Don’t Leave Me Here’ en de herbewerking van ‘Diving Duck Blues’ dat Mahal al eens eerder had opgenomen, maar ook afzonderlijk geschreven composities van beiden. In de band zien we de dochters van Mahal die de backing vocals verzorgen maar het echte bluesgevoel komt bovendrijven wanneer de twee blues-ambassadeurs het samen zonder begeleiding doen.
Normaal gesproken staat bij JAMIROQUAI het plezier maken ook altijd op de eerste plaats maar hij heeft te kampen met zware rugklachten. Het weerhoudt hem er niet van om er vol in te gaan. Waarschijnlijk strak van de pijnstillers zien we hem weer ouderwets energiek over het podium bewegen. Jay, zoals hij eigenlijk heet, is dit jaar 47 geworden. Niemand had na zijn laatste optreden hier in 2006 verwacht dat zijn carrière in 2017 nog zo’n boost zou krijgen met het onlangs uitgebrachte album ‘Automaton’.
Nog altijd doet de acid-jazz het erg goed op de festivals maar het nieuwe materiaal bevat toch meer moderne funk-elementen. Het nieuwe werk past namelijk prima tussen grote successen als ‘Lovefoolosophy’ of ‘Cosmic Girl’. Het maakt de set gevarieerd en daarom ook interessant. Het gevolg is een sfeervol, swingend optreden waarmee iedereen in de Nile, dus ook op de tribunes, in beweging wordt gebracht. Het festival heeft hiermee een geweldige afsluiter binnengehaald. Om ons heen wordt gesproken over een glorieuze come-back maar Jamiroquai is weliswaar niet heel productief maar hij is zeker nooit helemaal gestopt.
Na drie dagen North Sea Jazz is voor ons echter wel het moment daar om er, althans voor vanavond dan, ook mee te stoppen. Het is tijd om alle ervaringen en indrukken een plekje te geven. En wat die come-back betreft… Hopelijk zijn wij er 13, 14 en 15 juli 2018 ook weer bij.
Lees hier het verslag van dag 1, vrijdag en hier van dag 2, zaterdag.
Zie voor alle foto’s hier het fotoalbum van North Sea Jazz 2017
mooi verslag en dito foto’s – bedankt !