Dutch Blues Challenge 2015
De Rustende Jager, Nieuw Vennep
4 oktober 2015
Tekst: Paul Scholman / Foto’s: Bert Lek, hier alle foto’s.
Op zondag 4 oktober 2015 wordt in het Best Western Hotel De Rustende Jager in Nieuw-Vennep de Dutch Blues Challenge gehouden, een jaarlijks evenement waarbij Nederlandse bluesartiesten de uitdaging aangaan om in januari volgend jaar een plek te veroveren bij de befaamde International Blues Challenge in Memphis. De band vertegenwoordigt daarnaast Nederland tijdens de Europese Blues Challenge in Italië. Ook levert het de deelnemers promotie en boekingen op, doordat zij zichzelf presenteren aan een breed publiek, organisatoren, radiomakers en clubs. De jaarlijks van samenstelling wisselende selectiecommissie van de Dutch Blues Foundation heeft de 47 inzendingen beoordeeld op bluesinhoud, vocaal en instrumentaal talent, originaliteit en uitstraling.
Vooropgesteld dat muziek geen strijd is, maar iets is om van te genieten loopt ‘De Rustende Jager’ te Nieuw Vennep vol om vanaf 15:00 uur naar de blues te kunnen luisteren. Vooraf zijn er allerlei workshops en kraampjes ingericht voor de echte bluesliefhebbers die iets meer over de blues te weten willen komen.
Rob van Elst luidt de Challenge op zijn bekende humoristische wijze in en de Robert Smith Bluesband, zo is geloot, heeft de twijfelachtige eer om de aftrap te mogen verrichten. Hoewel de uitdrukking “aftrap” wellicht wat ongelukkig gekozen lijkt, omdat Robert binnenkort het ziekenhuis in moet voor een knieoperatie.
Robert knalt er meteen lekker in met zijn harp op het nummer ‘Stranger Blues’, een lekker groovy bluesnummer. Na het eerste nummer stelt Robert zichzelf en zijn band netjes voor, om dan in te zetten met een gevoelige ballad ‘Crying Like A Baby’. Een heerlijke solo van Hans v.d. Bosch wordt met luid applaus begroet door het publiek. De één-tweetjes tussen harp en gitaar klinkt lekker zo aan het begin van deze middag. De toon lijkt gezet voor een prima bluesmiddag en -avond met deze heerlijke “old school Chicago Blues”.
Naar mijn gevoel speelde Robert ietsje te kort. Ik heb Nanny Kajuiter in ieder geval niet voorbij zien struinen met haar inmiddels vermaarde bordjes en haar strenge blik en ik was in de buurt. “Niemand wil het doen, dus doe ik het maar”, is haar commentaar. Het klonk bijna als een help…dus wellicht wil iemand het van haar overnemen.
First Lady gaat als 2e van start. Een leuk fris ‘tiener’-bandje die lekker ongedwongen hun ding doen en de lol spat er vanaf. Echter, wat mij opvalt is dat Nobody There weinig met blues te maken heeft. Eigenlijk is het een stevig rocknummer. Huilende, jankende gitaren op Superstition die, bij wijze van spreken, beter op een metalfeestje prima zouden kunnen renderen, maar geen band om naar Memphis af te vaardigen om daar de hoogmis van de Blues te belijden. Ik vraag me af of dit wel het juiste (blues)podium is voor een dergelijke tienerband om je op de kaart te zetten. Staat buiten kijf dat ze kunnen spelen overigens, daar gaat het niet over. Dat genre beheersen ze gewoon en dit is natuurlijk een prima ervaring.
De jury wordt ondertussen voorgesteld. Het zijn kenners uit de blueswereld, radio, muziekbladen enz. Het publiek is ook met vijf mensen vertegenwoordigd in de zaal om in wisselende samenstelling hun mening te geven over een bepaalde artiest of band.
Big Bo vangt in de categorie duo/solo aan met een 3-snarige cigarbox. “Deze worden al sinds 1870 gebruikt met een eensnarig exemplaar.” zegt hij. Big Bo vangt aan met Good Religion, vervolgens Catfish Blues, Pony Blues, Me And The Devil en Grinnin’ In Your Face als afsluiter. Big Bo speelt heerlijk gevarieerde, zoals hij het noemt, authentieke blues en daar is geen speld tussen te krijgen. Hij gaat los met een heerlijke slide op een Resonator, afgewisseld akoestisch of een cigarbox. Hij besluit ritmisch met een paar bouten en bassdrum met Grinnin’ In Your Face. Bo betrekt het publiek erbij en er hangt een prima sfeertje.
Tussen de bedrijven door wordt er door de master of ceremonie Rob van Elst van alles vertelt over de gang van zaken rond het podium en achter de schermen. Veel is er aan gelegen om geld in te zamelen om een volgende editie veilig te kunnen stellen. Er is ook een loterij met allerlei prijzen, zoals cd’s, foto’s van fotografen en tekeningen en schilderijen van bekende bluesartiesten.
Rusty Apollo komt op met een vette en zompige I Just Want To Make Love To You van Willie Dixon. Drummer/zanger Mike Meijer heeft een zware doorrookte bluesstem en er is de heerlijke harp van Kim Snelten. Het 2e nummer is Smokestack Lightning. Bassist/zanger Michiel van Leeuwen zingt dit nummer voor de afwisseling. Michiel heeft een wat hogere stem dan Mike Meijer en past prima bij dit nummer. Het is bluesy, het rockt en stoomt en Kim Snelten zorgt voor een mystiek sfeertje met zijn harp. Going Down: Snelten op toeren. Michiel van Leeuwen heeft zijn colbert uitgetrokken en gaat verder in zijn hemdje. Rusty Apollo staat echter nergens in zijn hemdje en speelt een vuige rock/blues. Wel oppassen dat het geen brij van geluid wordt.
Dan is het de beurt aan Guitar Guy and Kid Harpin. Met Key To The Highway openen zij lekker zompig in de categorie duo/solo. Halverwege het nummer wordt naar een uptempo geluid overgeschakeld. Bassdrum en snarentrommel met de voeten bedienen, akoestische gitaar en zingen. Op zich al knap. Daarna Diggin My Potatoes. Het duo speelt fris van de lever een heerlijke vette blues en Early Born And Livin With The Blues. In The Morning komt voorbij en tot slot een strakke Shake Your Hips. Deze jongens zitten erg dicht tegen een reis naar Memphis aan volgens mij en spelen blues zoals het hoort. Er moet namelijk niks, maar het spreekt mij wel aan.
Zippy Leaps opent met Makes My Love Come Down. De lekkere solo, zo kort na het eten, van de heer Bakker gaat er lekker in. Niet gaan zwemmen, zo kort na het eten, zou mijn moeder gezegd hebben. Gonna Leave You opent lekker zompig met Klaske dat overgenomen wordt door een stevige lick van Brend Bakker. Het derde nummer alweer The Man Next Door en dat wordt afgesloten met een prima zangsolo van Klaske. Donald van der Goes staat retestrak te bassen met Marco Overkamp in zijn kielzog op drums. Gonna Leave You en The Man Next Door zijn de afsluiters.
The Damned And Dirty komt op en Kevin de Harde doet de mededeling dat zijn moeder met haar neus op straat is gevallen. Mischa zittend op barkruk met footstomp op een kratje bier, denkt in eerste instantie dat Kevin geen zin meer heeft om het podium te beklimmen. Hevig ontdaan gaat hij toch aan de bak. Pas tijdens de laatste twee nummers is hij het voorval een beetje kwijt, maar het leed is al geschied. Mischa en Kevin doen hevig zwetend hun stinkende best er nog iets van te maken. Setlist: Out of Sight; I Ain’t Sleeping Alone; Seventeen; The Porch Light (van hun nieuwe album dat in november uitkomt) en When the Devil’s Got Your Name. Damned and The Dirty is het enige duo, die zelf alle nummers schrijven. Dus die originaliteit scoort hoog.
Phil Bee’s Freedom heeft een achtkoppige band met twee gitaristen: John F Klaver en Berland Rours, orgelman Pascal Lanslots, bassist Wil Hermens, drummer Marcus Weymaere en om de band compleet te maken nog twee zangeressen: Esther van Cleef en Marlou Obers. Once In This Lifetime is het openingsnummer. Phil heeft een onderhoudende soulstem en met de twee zangeressen achter hem staat deze band als een huis. Vervolgens het tweede eigen nummer I Gotta Fly is soul en funkachtig. Ik begrijp van Phil dat hij drie eigen nummers speelt op deze Challenge en One Last Kiss gaat over Phil’s moeder, zo vertelt hij, sluit het trio. Ain’t That Loving You is de enige cover, origineel van Eddie Riff, bekend geworden door Elvis Presley. Je kunt zeggen wat je wilt van deze band maar het staat als een huis met twee achtergrondzangeressen, die wellicht iets te veel op de voorgrond treden.
The Bluetails staan voor Delta Blues en de mannen openen met Good Morning Little Schoolgirl wat meteen al meer bluezy klinkt dan de meeste voorgaande bands. Het tweede nummer Malted Milk klinkt lekker zompig, het derde nummer Betty, vervolgens als laatste Going To California. Zanger Riverside Jr. Dave heeft een gave zware bluesstem. Bassist Henk Wessels kan niet stilstaan. Hij heeft een leuke mimiek en een akoestische basgitaar die lekker vet klinkt en onderwijl af en toe over het podium dartelend. Met drie man op het podium heeft hij dan ook ruimte zat. Een verademing tussen al dat gitaargeweld.
Wat opvalt is dat er zeer veel covers gespeeld worden en weinig eigen werk dus niet erg origineel. Ik kan met moeite een gegadigde aanwijzen die klaar is om in Memphis potten te breken. Als ik de echte blues-acts aan zou moeten wijzen dan zijn er maar twee bands die echte blues nastreven en dat zijn Robert Smith Bluesband en The Bluetails. Rusty Apollo spelen ook bluescovers en hebben daar bewust voor gekozen, maar er zit wat rockerigs aan wat ook opgaat voor Zippy Leaps. First Lady heb ik al van geschreven dat ik het geen blues vind, maar dat het een hele mooie ervaring is voor deze jonge gasten.
Phil Bee’s Freedom mag dan winnaar geworden zijn, maar ik vind dat hij een zeer groot risico heeft genomen met zijn keuze, die ook geen bluesnummers zijn, maar mooie liedjes met een groot funky soulgeluid. Phil heeft echter een set neergezet die klinkt als een klok, maar helaas, het is geen blues. Ik hoop voor hen dat ze de eerste ronde overleven, maar ik vrees het ergste vanwege bovengenoemde redenen.
Concluderend vind ik, dat het bluesgehalte zwaar te wensen overlaat deze middag. Bands die zich opgeven zijn vaak bands die eigenlijk helemaal geen blues spelen, maar pure rock en wat dat betreft kan het gros van de bands een voorbeeld nemen aan de duo’s en solisten die wel een hoogwaardige bluesact neerzetten. In mijn ogen gaat Big Bo terecht naar Memphis.
We horen graag je mening! Voeg reactie toe