Foto Album recensie: MEMPHIS ROYAL BROTHERS

Format: CD – Vinyl LP – Digital
Label: Royal Records
Release: 15 augustus 2024

Tekst: Louis Lena

Met het album Memphis Royal Brothers wordt een ode gebracht aan de betekenis van Memphis Tennessee. Memphis wordt samen met het nabijgelegen Nashville door velen beschouwd als DE muziekregio. De beroemde Sun studio’s en het Sun label brachten de Rock’n’Roll de wereld in. Elvis, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis, B.B. King, Roy Orbison namen er heel veel van hun bekende nummers op. Daar aan de oevers van de Mississippi liepen diverse stromingen samen. Naast Rock’n’Roll hadden ook allerlei grote blues, soul (Aretha Franklin, Carla Thomas) en country artiesten daar hun roots.

Een tv-documentaire over de erfenis van Memphis was aanleiding voor songwriter Gary Bolen en producers Richard Bolen en Boo Mitchell een aantal grootheden uit Memphis uit te nodigen om een ​​album te spelen onder de vlag van Memphis Royal Brothers. Deze sterren werden aangevuld met jongere muzikanten uit Memphis en de Memphis Royal Brothers (en Sisters) zagen het levenslicht.

Over het album kan ik kort zijn. Met zoveel kwaliteit is het vrijwel onmogelijk een miskleun af te leveren. De acht nummers staan dan ook als een huis en het is inderdaad een staalkaart van wat Memphis te bieden heeft. De opener Good God I Got The Blues geeft kleur aan de blueskant, gezongen door de inmiddels 90(!)-jarige Memphis-legende Bobby Rush. In Goin’South verschijnt mondharmonica-man Charlie Musselwhite ten tonele, samen met countryzanger Jim Lauderdale. Een laid-back bluesnummer met ook nog orgelspel van een andere Memphis-legende Rev. Charles Hodges. De country komt in Brand New Heart aan bod, met opnieuw Jim Lauderdale die er samen met zangeres Wendy Moten een mooi duet van maakt, ondersteund door op gitaar Luther Dickinson (North Mississippi All Stars) op gitaar.

Op Ready To Rise neemt Wendy Moten de zang solo voor haar rekening, een country start, die verderop buigt richting de soul. Zeker als de blazerssectie onder leiding van Marc Franklin mee komt doen, terwijl ook de achtergrondzangeressen wezenlijk bijdragen. De volgende vier nummers op het album worden gezongen door soulvocalist Marcus Scott (Tower Of Power) en dat levert met medewerking van vele anderen drie knallende Memphis Soul-hits op. De blazerssectie geeft kracht aan achtereenvolgens Give Me Back The Keys of My Cadillac, Hot Night In June en What Mothers Do, waarin Luther Dickinson krachtig op gitaar aanwezig is. Het laatste nummer is de soul/country mix I Fall To Pieces, in 1951 (!!) een hit van Patsy Cline. Toen amper drie minuten, nu ruim zeven. Startend in country-sferen, halverwege gaat het richting de soul. Al met al een mooie staalkaart over en door Memphis-muziek/muzikanten.

Good God I Got The Blues

Muzikanten – Bobby Rush & Charlie Musselwhite (zang/mondharmonica’s), Wendy Moten & Jim Lauderdale (zang), Luther Dickinson (leadgitaar), Marcus Scott (zang), Gary Bolen (leadgitaar), Steve Potts (drums), Ds. Charles Hodges (Hammond B3), Lester Snell (piano), Jackie Clark (bas), Michael Toles (gitaar). Blazers: Marc Franklin (trompet/arrangeur), Kirk Smothers (baritonsax), Lannie McMillan (tenorsax), Kameron Whalum (trombone). Strijkers: Lester Snell (arrangeur), Yennifer Correia, Wen Yih Yu & Jessie Munson (violen), Mark Wallace (cello), Jennifer Puckett & Aaron Tubergen (altviolen).


Ook op Blues Magazine ...