In gesprek met … RIK MEIJER

Het was een optreden van de legendarische Fries Simon Vlietstra, beter bekend als Shakey Sam, vaak beschouwd als een van de grootste blueszangers die Nederland ooit heeft voortgebracht, die zijn leven voor altijd zou veranderen. Rik Meijer was er bij, het allerlaatste optreden van de Shakey Sam Blues Band. De talentvolle muzikant uit Franeker die vlak voor de optredens altijd zo nerveus was dat hij ging beven, maakte op 15 mei 1981 een einde aan zijn leven. Hij werd slechts dertig jaar. Het zou tevens de basis vormen voor Meijer als muzikant die zich volledig zou toeleggen op zijn passie. Hij zou uiteindelijk afstuderen op het Conservatorium te Groningen waarna sessies volgden met o.a. Jan Akkerman en Huub van der Lubbe.

Rik Meijer (promo foto)
Rik Meijer // Fotografie: Henk-Jan Fokkema

BluesMagazine sprak hem onlangs over zijn laatste project: een in eigen beheer uitgebracht gelijknamig en gloednieuw album, over Erwin Java en de ‘Tracks from the Past’, de avonturen met Alvin Lee en over ‘dat geklooi met goeie muzikanten’…

Tekst: Jeroen Bakker

“Het zal vijfentwintig, misschien zelfs zesentwintig jaar geleden zijn dat ik al eens iets soortgelijks heb gedaan met Erwin Java in een tijd dat we samen les gaven op de muziekschool in Groningen. Het idee is ontstaan toen we eens aan de bar zaten. We zijn geen van beiden zangers, dat doen we nog steeds niet, dus benaderden we toen allerlei gasten die het leuk vonden om met ons samen te werken. We zijn gaan opnemen bij Harry de Winter van The New Adventures. Het resultaat daarvan is het album ‘Tracks of the Past’ geworden waarop veel geweldige muzikanten te horen zijn.”

Meijer is een bescheiden muzikant maar heeft door de jaren heen een enorme hoeveelheid aan ervaring opgedaan door te werken met en voor diverse bekende en zelfs zeer spraakmakende muzikanten. Voor de eerste keer heeft Meijer nu een rol op de voorgrond maar voor sterallures ben je bij hem toch echt aan het verkeerde adres.

“De laatste jaren ben ik bezig met de band Fistful of Dirt, maar dat kwam stil te liggen door de corona en toen dacht ik laat ik gewoon eens wat nummers opnemen die ik door de jaren heen wel eens gespeeld heb met de band of die ik wel eens gehoord heb in de kroeg. Je kent het wel, je schrijft eens wat titels op een bierviltje en stopt het weer weg. Maar van het een kwam het ander en op een bepaald moment had ik er al zeven klaar. Hoewel het een lang gekoesterde wens was had ik niet echt de bedoeling om een album op te nemen. Het is natuurlijk ook een behoorlijke investering maar het begon er al snel aardig op te lijken. Laat ik het nu maar doorzetten ook dacht ik toen. Per track ben ik vervolgens gaan kijken wie er uit mijn kennissenkring geschikt zou zijn, en bereid zou zijn, om het te zingen en mee te werken aan dit album. Daarnaast heb ik ook nog anderen gevonden via Nico Outhuijse bij wie ik alles heb opgenomen. Hij is al vijfendertig jaar een maat van mij en hij via hem kwam ik in contact met bijvoorbeeld Dilana Smith en enkele anderen. Ik stuurde dan wat op en kreeg vervolgens de reactie dat ze enthousiast waren en het wilden doen. Ik heb er zo’n anderhalf jaar over gedaan, heb het als het ware een beetje uitgesmeerd. Kijk, je wilt goede muzikanten niet voor niets vragen, zo zit ik niet in elkaar. Er moest dan weer wat gespaard worden, vandaar.”

Hoewel het materiaal volgens Meijer volledig ‘random’ is gekozen, zit er over het algemeen wel degelijk een idee achter. De basis is echter dat het simpelweg ‘een heel mooi liedje moet zijn’. Zo is er een track die absoluut niet mocht ontbreken, het door Alvin Lee geschreven ‘I’d Love To Change The World’ dat in 1971 werd uitgebracht door Ten Years After. Een prachtig maar nog steeds pijnlijk actueel nummer. “Ik weet nog goed dat ik het toen voor de eerste keer hoorde. De hele sfeer die er omheen hangt bezorgde mij een soort kippenvel.” De twee hebben elkaar ooit ontmoet. Via Harry de Winter werd indertijd het contact gelegd. De legendarische zanger/gitarist is namelijk te horen op ‘Tracks of the Past’. “Ik heb hem op de achterbank van mijn auto gehad toen we hem ophaalden van Schiphol. Hij moest het nummer nog oefenen en deed dat dus achter in de auto. Het bleek dat hij met een enorme kater uit het vliegtuig kwam en de vraag was of we het nog eens wilden afspelen zodat hij er alsnog mee aan de slag kon gaan. Moet je nagaan, je held op de achterbank, druk bezig met de voorbereidingen voor jouw album.”

Het leek er aanvankelijk lange tijd niet op dat hij ooit zijn medewerking zou verlenen. Op een eerste brief werd afwijzend gereageerd. Een tweede brief waarin de twee hun liefde verklaarden voor zijn muziek en waarin eventuele commerciële bedoelingen werden uitgesloten, deed hem besluiten de overstap te wagen. “Het was echt een heel gedoe toen hij kwam. Zijn manager, een Duitse vrouw, sprak geen Engels en ik geen Duits. Het ging heel moeizaam maar ik was blij dat ik hem in de auto had.” Zijn verzoek om een pret-sigaretje werd ingewilligd en zou bijna tot een desastreus gevolg leiden. “Erwin had het beste geregeld dat er op dat moment te krjigen was. Toen we vlak over de grens in Duitsland bij de studio aankwamen waar inmiddels alles al klaar stond, besloot Alvin dat we eerst de financiële zaken regelden waarna hij het sigaretje opstak. Na de eerste hijs trok hij helemaal wit weg, werd niet goed en moest er even bij gaan zitten. Het dreigde bijna niet door te gaan maar uiteindelijk kwam het dan toch nog goed. De oude sporen-banden heb ik later nog eens overgezet. Een jaar geleden heeft Nico de banden er nog eens bij gepakt. Stel je voor, opnamen met Brood, Muskee en Alvin Lee… ze zijn er allemaal niet meer. De artiesten hebben nooit met elkaar tegelijk in de studio gestaan en dat is maar goed ook want dan was er niets van terecht gekomen. Als je het nu allemaal terug hoort, het is niet te bevatten zo mooi.”

Meijer is zich bewust van het feit dat hij de lat voor zichzelf hoog heeft gelegd. “Het is natuurlijk niet niks om iets met dat nummer te doen maar je probeert er toch iets leuks van te maken. Er zijn verschillende scenario’s mogelijk: het komt in de buurt van het origineel of totaal niet en wanneer dat laatste het geval is dan moet je het niet doen en valt het dus af.” Het proces van dit project verliep buitengewoon voorspoedig. “Op een bepaald moment ben ik eens het aantal minuten gaan tellen van de nummers voor het album en kwam tot de conclusie dat het te lang was voor één plaat. Bleek dat ik al een uur aan materiaal had. Ik was zo blij met het resultaat dat ik alles wilde gebruiken. De enige oplossing was dan ook om het als dubbelaar uit te brengen. Aanvankelijk ben je bang dat er minstens een kwart het einde niet zal halen. Het blijven toch gokjes hè. Je kunt het spelen met een band in de kroeg en het klinkt fantastisch maar opnemen in een studio is compleet anders. Het kan saai zijn maar het tegenovergestelde kan ook gebeuren. We hebben veel tijd besteed aan het pakken van de juiste sfeer. Met één van de jongens heb ik regelmatig zitten brainstormen hoe we bepaalde dingen moesten aanpakken. Hij is toetsenist, speelt in SRV Undercover, een Stevie Ray Vaughan-Tribute-band en woont dicht bij mij in de buurt. Komt dus mooi uit. Via hem ken ik Martin vd Starre die de vocalen doet op ‘Give Me The Good Earth’ van Gary Wright.”

Het kiezen van andermans werk voor een eigen interpretatie bleek de nodige kopzorgen op te leveren. “Sommige dingen moet je gewoonweg niet eens proberen, daar moet je vanaf blijven. Er zijn ook voorbeelden te noemen die te hoog gegrepen zijn. Ik bedoel, Stevie Ray Vaughan… , voor mij de allerbeste, daar kan ik niet aan tippen…, trouwens niemand kan daar aan tippen. Of een nieuwe uitvoering van ‘Stairway To Heaven’ opnemen… dat is niet te doen, moet je niet eens willen, daarvoor is het mij te dierbaar.” Gewaagd is ook de keuze om ‘Roll Over Beethoven’ van Chuck Berry van een ander arrangement te voorzien. “Ik ben gek op blues maar dan niet zozeer de “ouwe meuk”. Het mag van mij altijd wel wat swingen. Daar houd ik van en dat heb ik ook geprobeerd met het opnemen van dit nummer. Het is niet zo rechttoe rechtaan als Status Quo maar iets meer in de richting van Leon Russell. Ik vond deze ook leuk in het geheel passen.”

De liefde voor de blues- en rock-gerelateerde artiesten zat er al vroeg in. “Ik ben opgegroeid met The Beatles, Rolling Stones en Rory Gallagher en daarnaast vond ik George Thorogood ook altijd te gek. “Ik kom uit een dorp waar vroeger helemaal geen ruk te doen was maar er speelden wel veel bands en iedereen speelde hetzelfde repertoire. Ik zal ongeveer veertien of vijftien jaar zijn geweest. Het was de tijd dat Doe Maar heel populair was, mijn vriendinnetje had het nergens anders meer over, maar daar hadden wij toen niks mee. Er vonden veel uitwisselingen plaats en dan kwam er regelmatig iets van Chuck Berry voorbij. Zo heb ik de muziek goed leren kennen.”

Er wordt maar liefst zestien tracks lang muzikaal breed uitgewaaierd. De muzikale creativiteit van zijn vriendin Minke Adema komt goed van pas in dit project. Daarnaast blijkt ze ook nog over een stevige rock-strot te beschikken zoals die te horen is in ‘Warface’ dat het stel samen heeft geschreven. Van een ander bekend liefdeskoppel, namelijk Stevie Nicks en Lindsey Buckingham van Fleetwood Mac, is ‘Gold Dust Woman’ opgenomen met daarin eveneens een bijbehorend duet. De rol van Stevie Nicks is hier ingevuld door Sylvia Dekema en drummer Fokke de Jong zit op de stoel van Mick Fleetwood. Meijer noemt het puur geluk. “Een toevalstreffer, een probeersel dat verrassend goed heeft uitgepakt. ‘We zien wel waar we uitkomen’ was de gedachtengang. Sylvia beschikte eerder over een rauw randje op haar stembanden. Daar is zij aan geopereerd maar wat is die stem mooi.” Interessant is ook de aanwezigheid van Dilana Smith die al vanaf de jaren negentig actief is. De van oorsprong Zuid-Afrikaanse Smith is tegenwoordig woonachtig in Emmen, beschikt nog altijd over een geweldige stem zoals te horen is op het album in de track ‘Right To Be Wrong’.

“Een plan heb ik nooit gehad. Ik heb het voornamelijk voor mijzelf gemaakt omdat het mij heel leuk leek om te doen. Ik heb het opgedragen aan Jan Meijer, mijn vader. Hij overleed toen ik nog jong was en dankzij hem heb ik mij gestort op gitaar spelen. Dat was de beste afleiding die ik toen nodig had om het te kunnen verwerken en de realiteit enigszins te kunnen ontvluchten. Hij hield van Elvis en Janis Joplin. Ik herinner mij nog de dag toen hij mij vertelde dat Elvis Presley was overleden.”

LP / CD Hoes Rik Meijer

Het album, simpelweg ‘Rik Meijer’ genoemd, is sinds deze maand officieel verkrijgbaar. Een feestelijke presentatie bleek helaas niet mogelijk.

“Natuurlijk heb ik hierover nagedacht maar het is een project waar zo’n twintig mensen aan hebben meegewerkt en om die allemaal bij elkaar te krijgen is een vrijwel onmogelijke klus. Vergeet niet, het zijn vrijwel allemaal mensen met een drukke eigen agenda, zeker nu alles na een lange periode eindelijk weer is toegestaan en moet worden ingehaald. “Wat een geklooi” denk ik dan wel eens, maarja dat heb je met goeie muzikanten, die hebben het altijd druk.”

Het idee om er op een live-podium iets mee te doen heeft hem blijkbaar nog niet echt losgelaten. “Misschien als ik de band met Minke, Fokke en bassist Ronald Jonker nog eens zou kunnen uitbreiden dan is er wellicht nog iets mogelijk. Op dit moment ben ik erg trots dat mijn lang gekoesterde wens om dit album te realiseren is uitgekomen. Verder sluit ik nog niets uit….”

Wordt dus vervolgd…

De LP/CD van Rik Meijer is op de site www.rik-meijer.com te bestellen.


Ook op Blues Magazine ...