Uiterlijk, en op het eerste gehoor, is de Texaan Neal Black hét prototype bonkige bluesrocker. Halflang, grijzend, licht slierterig haar, gruizige stem en immer broeierig poserend met aan zijn zijde zijn custom made, semi-acoustische, bordeaux-rode gitaar. Bij nadere beluistering van zijn jongste album Sometimes The Truth blijkt dat Black een breed palet aan stijlen beheerst, en tekstueel zijn zorgen uit betreffende waarheid en verraad, het bikkelharde leven in de moderne metropool en de bloedige drugsoorlog in Mexico.
Tekst: Dietmar Terpstra
Bovendien is Neal Black een vriendelijk mens. Enige uren na het interview verschijnt in de mailbox een bericht van de Texaan. ‘’Dank je voor het interview!’’ Kijk, dat is nog eens aardig. Uitzonderlijk ook, in een wereld van vaak nogal egomane dan wel incommunicatieve muzikanten. Ook in de dagen daarna blijft hij uiterst vriendelijk mailtjes beantwoorden. Ideaal deze man, voor luie of vergeetachtige journalisten. Een dag later volgt er nog een mailtje: ‘’Je vroeg me naar mijn mening over de muziekindustrie. Ik vond nog een leuke quote van Hunter Thompson: “The music business is a cruel and shallow money trench, a long plastic hallway where thieves and pimps run free, and good men die like dogs. There’s also a negative side.” Leuk he? En waar….’’
Zo, de toon is gezet. Black leeft al jaren in het zuiden van Frankrijk, waar het volgens hem beter toeven is dan in de Vrenigde Staten. ‘’De muziekbusiness in de VS is verziekt. De mensen zijn niet meer geinteresseerd in echte muziek. Je hebt allerhande talentenshows zoals American Idol, en op de radio draaien ze alleen nog maar rap. Het stelt allemaal niks voor, het ene jaar ben je een grootheid, het volgende jaar ben je vergeten.’’
‘’In Europa is het allemaal een beetje anders. Hier kan ik gemakkelijker werken, er bestaat respect voor mijn muziek. Shows worden goed bezocht, en mijn label, DixieFrog, is oprecht geinteresseerd. Het enige nadeel is dat de winkels zo vroeg dicht gaan, hahaha…In New York kun je altijd, op ieder moment van de dag, alles krijgen wat je nodig hebt. En dat illustreerd tevens het grote nadeel van het leven in die stad: alles gaat alleen maar over geld. Daar gaat mijn song New York City Blues dan ook over. Je bent altijd maar $50 verwijderd van het daklozenbestaan. ‘’
‘’Toen ik jong was was er zoveel ongelooflijk goede muziek op de radio. Ik luisterde naar Jimi Hendrix, Barbra Streisand, Henri Mancini, échte, goede muziek! Ik kocht voor $2,50 een kaartje voor een show van Johnny Winter, man, wat was dat hard! 120 dB! Een groot vernieuwer, hij waagde als een van de eersten de cross over van pure blues naar rock. Ik heb zeer veel respect voor de man. Ik heb ook altijd veel naar Texas blues geluisterd. Stevie Ray Vaughn natuurlijk, en Johnny Copeland. Standaardblues, zoals John Lee Hooker en Robert Johnson, maar ook buiten de blues, naar mensen zoals Link Wray, ik kwam veel in een indianenreservaat waaar zijn muziek veel gedraaid werd, vlak bij ons in San Antonio. In mijn eigen muziek probeer ik bluesinvloeden te bewaren, maar je moet wel ‘’outside the box’’ gaan denken om het interessant te houden. ‘’
Dat is ook te horen in een song als Gringo, Bring Me Your Guns, een tex mex, waarin Black de uiterst zorgelijke situatie in Mexico schetst, waar een bloedige drugsoorlog het leven van duizenden mensen verscheurt. “Ik heb drie jaar in Mexico gewoond, het is een prachtig land, bijzonder interessant. Maar in de afgelopen jaren zijn er 30.000 mensen omgekomen vanwege die drugsoorlog. Dat is meer dan er Amerikaanse soldaten zijn gesneuveld in Irak! De mensen zijn arm, ze hebben geen keuze. Op deze manier probeer ik de blues naar een menselijk niveau te brengen. Woke up this morning, and I really got the blues, dat hebben de mensen nou wel gehoord.”
Op Sometimes The Blues werkte Black innig samen met de New Yorkse bluesrockgigant Popa Chubby. De plaat is in Chubby’s studio opgenomen, hij zat achter de knoppen, en hanteerde in een aantal songs op de hem kenmerkende wijze de gitaar. “Geweldige vent. Ik ken hem al lang, uit de New Yorkse bluesscene. Zondagmiddag zijn er vaak jamsessies, en daar treffen we elkaar. We kunnen het goed met elkaar vinden. Hij is zeer direct, en dat waardeer ik in hem, en ik vertrouw hem dan ook volledig.”
NEAL BLACK TOUR – APRIL 2011
6 apr Verviers (B) – Spirit of 66
8 apr Eeklo (B) – N9
9 apr Roermond – De Weegbrug
10 apr Assen – Witte Bal
22 apr Dordrecht – DJS
23 apr Zottegem (B) – De Blauwe Wolk
In het najaar is Neal weer terug voor meer …
We horen graag je mening! Voeg reactie toe