“I am a traveling blues man, door to door selling my songs. I’m trying to follow the path of the righteous and still light my fire along the way.”
Mike Zito (1970) is sinds een aantal jaren een rijzende ster in de blues & roots wereld als gitarist, songwriter en producer. In 2010 ontving hij de Song Of The Year Blues Music Award voor het titelnummer van zijn ‘Pearl River’ album, dat hij samen schreef met Cyril Neville. Vele nominaties en titels rijker bracht hij in 2012 zijn droomband The Wheel bij elkaar, bestaande uit enkele van zijn favoriete muzikanten waarmee hij het album ‘Gone To Texas’ opnam. Daarnaast maakte Mike ook deel uit van de Royal Southern Brotherhood, waarvan hij afscheid nam in oktober 2014. Zijn solo carrière is krachtig van start gegaan en samen met Scot Sutherland op bas, Rob Lee op drums en Jimmy Carpenter op saxofoon werkt Mike er keihard aan om de muziekwereld aan zijn voeten te krijgen.
Tekst: Nineke Loedeman
Een flinke Europese tour door onder andere België, Zwitserland en Groot Brittannië afgelopen november brengt Mike en The Wheel, met als gast Samantha Fish, ook naar Nederland. Blues Magazine spreekt hem kort voor hij het podium van de NiXenMeeR in Enschede opspringt. Mike is de vriendelijkheid zelve en maakt een bijzonder ontspannen indruk terwijl Samantha alvast de set opent. Sam is hier geen onbekende, ze speelde al eens eerder mee tijdens een tour met de Royal Southern Brotherhood.
Je bent momenteel erg druk met optredens over de hele wereld, je schrijft songs en je werkt aan je eigen albums. Daarnaast werk je ook als producer voor verschillende mensen, waaronder de Brit Laurence Jones en natuurlijk Samantha Fish. Hoe combineer je een en ander?
“Dat klopt en ik moet zeggen: het is druk inderdaad maar het is leuk en gaat heel goed. Ook de jongens van The Wheel zijn werkelijk geweldig, ik kan me geen betere begeleidingsband wensen. Met Samantha klikte het meteen, we zijn goede vrienden en werken al een lange tijd samen. Ik ontmoette haar ooit in de Knuckleheads Saloon in Kansas City. Ze was nog jong en ze was daar met haar vader, die een fan van me is. Ze kwam zo nu en dan mee naar mijn shows en jamde regelmatig met ons. Talentvol en leergierig als ze bleek te zijn, werd ze in de loop der jaren beter en beter en uiteindelijk bracht ik haar in contact met Thomas Ruf van Ruf Records. Thomas was juist bezig om zijn Girls With Guitars project te beginnen en zocht, naast Cassie Taylor en Dani Wilde, nog een derde gitariste. Ik bracht hem dus in contact met Samantha en voor we het goed en wel wisten waren we op weg naar Duitsland ! Ik heb toen dat album Girls With Guitars voor Ruf Records geproduceerd. Wat Samantha betreft: ik geloof sterk in haar carrière, inmiddels heb ik ook haar twee albums geproduceerd en als deze Europese tour achter de rug is gaan we misschien wel gezamenlijk een album opnemen. Druk dus.”
Vertel eens iets over je eerste muzikale voetstappen en je verdere levensloop?
“Ik ben opgegroeid in de jaren ‘70 in St.Louis als jongste telg van het gezin. Een zoon van een toen al wat oudere vader. Vanaf mijn achtste hoorde ik, naast mijn vaders big band platen, ook de muziek van Frank Sinatra. Maar ik ben dus opgegroeid in de jaren 70, dat was de tijd van rock-‘n-roll, Van Halen en Led Zeppelin. Toen ik Eddie Van Halen op zijn elektrische gitaar te keer hoorde gaan, dacht ik: wow! En hoewel ik niet uit een muzikaal nest kom, kreeg ik toch na lang zeuren een heuse gitaar. Daarna heb ik mezelf het gitaarspelen aangeleerd, ik ben een autodidact dus. Ik luisterde naar bluesy rock-‘n-roll, Jimi Hendrix, Eric Clapton en Johnny Winter. En natuurlijk naar Stevie Ray Vaughan. Toen ik een jaar of 18 was, begon ik te werken in een muziekwinkel, een gitaarshop, en dat heb ik ongeveer 10 jaar gedaan. Daar heb ik natuurlijk veel naar muziek kunnen luisteren en heb er veel muzikanten ontmoet. Ik begon in bars te spelen en probeerde mijn eigen weg in de muziek te vinden. Wat er in zat haalde ik eruit door te luisteren naar andere muzikanten en hun muziek. Vanaf mijn achttiende speelde wel 5 á 6 avonden in de week. Ergens in de jaren ’90 besloot ik om niet meer in coverbandjes te spelen. Ik wilde de blues spelen. Ik wilde zelf mijn gitaar te spelen en ik wilde mijn eigen liedjes doen. Oh ja, en ik wilde ook nog opnamen maken daarvan ! “
“Ik trouwde al op mijn 20ste, dus op vrij jonge leeftijd en tegen de tijd dat ik 25 jaar was wilde ik alleen maar gitaar spelen: country, blues, rock-‘n-roll, het maakte niet uit wat: spelen wilde ik. Ik zag veel bands spelen, het was net de big boom in de bluesmuziek van de jaren 90. Tab Benoit, Walter Trout, Tommy Castro: ik bezocht hun concerten en kocht hun albums. Dat leventje sprak mij ook wel aan en ook al waren zij niet zo beroemd als Van Halen, ze speelden wel veel en verkochten hun eigen muziek ! In dat clubcircuit kwam ik al snel in aanraking met drank en drugs en begon meer en meer te feesten. Ik bracht mijn eerste cd in 1998 en ik was er meteen enthousiast over. In 2000 kwam mijn tweede album uit, maar ook al kreeg ik verschillende mogelijkheden van o.a. Ruf Records en Blind Pig Records, het ging eigenlijk alleen maar slechter en slechter met me. Uiteindelijk ben ik, na te zijn gescheiden, ook nog gestopt met muziek spelen. Ik liep weg voor mijn zorgen en werd enige tijd dakloos. Ik vertrok in een Greyhound bus naar Texas, ontmoette later daar mijn huidige vrouw en kickte af. Het was een zware tijd en na een jaar kreeg ik voorzichtig het plan om weer te gaan te spelen. Maar eerst moest ik mijn leven weer op de rit zien te krijgen, zeker ook vanwege mijn kinderen.”
De verhalen rond Mike’s verslaving zijn overal al breed uitgesponnen. Enkele jaren geleden kickte hij af en hij gooide zijn leven drastisch om. Zijn ijzersterke drive om te overleven wierp vruchten af en daarna kwam de erkenning. Mike werd een gewaardeerd muzikant en tekstschrijver en hij produceerde vele albums voor collega artiesten. Die moeilijke periode heeft flink invloed gehad op zijn muziek. Zijn album ‘Gone To Texas’ uit 2013 is zijn meest persoonlijke album ooit geworden (Gone To Texas is een historische term en betekent zoveel als mannen die weglopen voor hun problemen en proberen hun leven elders weer op de rit krijgen). Zitten er dan toch nog artistieke voordelen aan het hebben van een drugsverslaving en daarvan herstellen?
“Al met al had ik nu echt iets om songs over te schrijven, namelijk mijn verslaving en het herstellen daarvan. Het werd zelfs succesvol en het begon goed te verkopen. Het is nu eenmaal een verhaal waar mensen zich aan kunnen optrekken. Dit soort dingen overkomt best veel mensen, maar niet iedereen komt er boven op. Artistiek heeft het wellicht geholpen maar het is uiteraard aan niemand aan te raden. Ik ben uitermate dankbaar dat ik het nog kan navertellen. Natuurlijk, van slechte ervaringen leren we maar het is niet iets wat ik nog eens zou willen doen”.
Halverwege 2014 kwam het bericht naar buiten dat Mike ‘zijn’ Royal Southern Brotherhood, de band opgericht in 2011 met Cyril Neville, Devon Allman, Charlie Wooton en Yonrico Scott, na drie albums en enkele succesvolle jaren zou gaan verlaten.
“Weet je, ik heb het altijd erg naar mijn zin gehad bij de RSB. De periode met hen heeft me veel goeds gebracht en bracht me een flink eind op de juiste weg. Eigenlijk is op deze manier ieders carrière behoorlijk opgestart. Inmiddels zijn we natuurlijk allemaal verder gegroeid. Het was goed voor mij, ik ben er dankbaar voor maar het was nu tijd om verder te gaan. Ik draai natuurlijk al een tijdje mee en toen ik me aansloot bij deze band, heb ik nooit de intentie gehad dit voor altijd te doen. Mijn hele leven ben ik al een frontman al geweest, ik mag graag mijn eigen ding doen met mijn eigen band. Daar was niet altijd ruimte voor binnen de RSB, waar je nu eenmaal met meerdere sterke persoonlijkheden te maken hebt. Het is en blijft een kwestie van geven en nemen. Maar het was goed.”
Je bent al enige jaren verbonden aan Ruf Records, wat heeft die samenwerking je gebracht?
“Vanaf de jaren ‘90 wilde ik al werken met Ruf Records, een onafhankelijk Duits platenlabel voor blues en opgericht in 1994 door de manager van Luther Allison, Thomas Ruf ( ik ben nl. een grote Luther Allison- en Walter Trout fan). Vanaf 2011 ben ik nu bij Ruf en ik heb daar verscheidene albums waaronder twee Mike Zito albums en drie RSB albums gemaakt. Daarnaast heb ik er ook nog vier albums voor anderen geproduceerd. Ik bracht in 2011 de RSB mee en Thomas contracteerde ons allemaal. Ik mag Thomas graag, we kunnen uitermate goed met elkaar overweg en we zijn beiden harde werkers. Ik mag wel zeggen dat onze samenwerking erg goed verloopt, zowel in Europa als ook in de Verenigde Staten.”
Wat kunnen we van jou verwachten in 2015?
“Mijn album ’Songs From The Road’ is eind 2014 uitgebracht en momenteel ben ik al weer volop songs aan het schrijven voor een nieuw op te nemen album in 2015. Daarbij blijf ik ook voor anderen produceren. Ik werk graag en krijg er veel energie van. Ik ben dol op toeren en er liggen al weer plannen om dit voorjaar terug te komen naar Europa.”
‘Gone To Texas’ is ook gelimiteerd uitgebracht op vinyl met een fraaie doch onthullende foto van jou op de cover. Volgens ingewijden zit daar een verhaal achter, vertel eens.
Mike lacht: “Ja, dat was een nogal opzienbarende foto op dat album. Eigenlijk was het als grapje voor Thomas (Ruf) bedoeld. We hadden namelijk artwork nodig voor dat album en we waren een beetje aan het dollen, gek doen en een beetje hilarische foto’s aan het maken. Bij wijze van grap hebben we hem die foto toegezonden. Maar Thomas vond het eigenlijk prachtig en bleek van plan om daadwerkelijk die foto te gaan gebruiken! Het werd dus omgeturnd in een grap voor mij en mijn vrouw zat in het complot ! Ik wist nog van niets tot het album uitkwam. Eerst was ik wel wat boos, maar later kon ik er de lol wel van inzien. Tenslotte is het dus toch in een beperkte oplage op vinyl uitgebracht. Noem het maar de Naked Truth.”
Waar wordt jij een gelukkig mens van?
“Naast het feit dat ik het heerlijk vindt om een goede echtgenoot en vader te zijn voor mijn vijf kinderen, ben ik graag met muziek bezig. Daarbij krijg ik veel steun van mijn lieve vrouw en familie. Het is heerlijk om het allemaal te kunnen doen. Thuis ben ik natuurlijk wel meer met andere zaken bezig, maar ik vindt het allemaal zalig. Ik luister graag en veel naar allerlei soorten muziek. Een wens van me is om nog eens te spelen met muzikanten als John Hiatt, Lyle Lovett en Delbert McClinton. Muziek is iets universeels en kan je leven veranderen. Het is het enige wat ik had in een periode dat ik me erg slecht voelde… het is de muziek die me op de been heeft gehouden.
We horen graag je mening! Voeg reactie toe