Artiest: Jon Allen
Locatie: Tivoli, de Helling (Utrecht)
Datum: 2 april 2010

Jon Allen (press)

Tekst: Gerda van Eldik ; Foto’s : Ger van Eldik (met uitzondering van 2 press foto’s)

Jon Allen blijft voor mij een apart verhaal. Zijn muziek doet misschien niet helemaal aan blues denken, maar bij wijze van uitzondering toch een interview en concertverslag van deze (inmiddels bekende … speelt dit jaar zelfs op Pinkpop!) artiest. Jon leerde ik in november 2009 kennen in Carré te Amsterdam, waar hij in het voorprogramma stond van Joe Bonamassa. Carré is natuurlijk niet een alledaagse locatie voor een optreden van een bluesartiest. Voor Joe Bonamassa was het echter een wens om na de Royal Albert Hall, waar zijn dvd is opgenomen, ook in dit prachtige theater te mogen optreden.

In zijn rol van ‘supporting act’ was dit voor Jon een mooie gelegenheid om zich voor het Nederlandse publiek te presenteren. Alleen, zichzelf begeleidend op zijn akoestische gitaar stond hij daar en liet hij ons kennismaken met enkele nummers van zijn eerste cd, waarvoor hij een half uurtje kreeg. De zaal was nog half verlicht en wat rumoerig, wat het voor Jon lastig maakte om het publiek, dat toch voor gitaarvirtuoos Bonamassa was gekomen, te interesseren.

Na het concert wilde ik nog even langs de merchandising van Joe Bonamassa. ‘Misschien liet hij zich daar nog wel zien’, dacht ik. Helaas, Joe was er niet. Ik keek nog even rond wat er zoal te koop was. Hoewel ik alles bezit wat van Joe op cd en dvd is verschenen, stuitte ik op een cd die ik nog niet had en daar stond Jon Allen bij. Vanwege mijn (nogal hoge) plaats tijdens het concert had ik hem niet herkend en nietsvermoedend vroeg ik hem in het Nederlands welke cd dit was. In het Engels legde Jon uit dat hij die jongen van het voorprogramma was, waardoor het ijs snel gebroken was.

Natuurlijk wilde hij mij zijn cd ‘Dead Man’s Suit’ aansmeren. In eerste instantie had ik er niet zo’n trek in een cd van een voor mij onbekende artiest aan te schaffen. Jon bleef echter volhouden en verzekerde mij dat ik er geen spijt van zou krijgen om deze cd te kopen. Het was zijn laatste exemplaar die avond en hij bood mij de cd aan voor een gereduceerde prijs. Ik ging toch door de knieën. Hij deed zo zijn best en daar was ik wel van onder de indruk geraakt. Jon krabbelde wat op het hoesje, gaf zijn e-mailadres en vroeg mij hem te mailen wat ik van deze cd vond. ‘Afgesproken’, zei ik en we namen afscheid van elkaar.

Tijdens onze terugreis draaiden we ‘Dead Man’s Suit’ en al snel had ik allesbehalve spijt van mijn aankoop. De cd heb ik na de autorit nog talloze keren gedraaid en naar mijn mening is het een geweldig schijfje. Ik complimenteerde Jon met zijn cd en zo kwam er een leuke mailwisseling tussen ons op gang. Verschillende keren werd ik uitgenodigd voor concerten in onder meer Amsterdam en Groningen. Helaas kon ik daar niet op in gaan. Wel merkte ik dat Jon Allen steeds vaker op de Nederlandse radio gedraaid werd.

Ik stelde hem voor ’Dead Man’s Suit’ door Ger te laten bespreken op deze blueswebsite en kreeg vervolgens het idee hem te interviewen. Enthousiast ging Jon op mijn uitnodiging in. Gelukkig werd er een tour aangekondigd door Nederland en konden we een afspraak maken. Dat bleek nog behoorlijk lastig, maar dankzij de hulp van Alice Willems van AWPromotions konden we toch een datum prikken. Vrijdagmiddag 2 april was het zover. Om half zeven, na de soundcheck, zou het dan gaan gebeuren.

Om kwart voor vijf waren we op de plaats van bestemming, maar van Jon Allen nog geen spoor. We besloten ergens wat te gaan eten en later terug te keren. Rond kwart over zes belden we aan en werden we binnengelaten door Alice, die alles keurig voor ons had geregeld. In de foyer stonden al een tafel en stoelen klaar voor het interview. Jon liet niet lang op zich wachten en begroette ons bij binnenkomst hartelijk.

In gesprek met … JON ALLEN

Jon AllenNog niet alle bezoekers van onze website zijn bekend met je (maar dat gaat natuurlijk veranderen). Kun je ons iets vertellen over je jeugdjaren?

Als kind werd ik al vrij snel blootgesteld aan muziek. Zo heb ik bijvoorbeeld in een koor gezongen. Ik ben opgegroeid in Hampshire (Winchester) in Engeland. Mijn eigen jeugd zou ik als rustig en liefdevol omschrijven.

Hoe was je muzikale ‘opvoeding’ thuis?

Het was een interessante periode. Zoals de meeste kinderen hadden mijn ouders een grote invloed op mijn muzikale opvoeding. De smaak van mijn ouders was nogal apart. Mijn vader had twee cd’s van de Beatles, waarop onder meer ‘Let it be’ stond. Popmuziek hadden we eigenlijk niet veel in huis, hoewel mijn ouders erg veel van muziek houden. Mijn vader was meer bezig met jazz en klassiek. Zelf kwam ik voor het eerst in aanraking met popmuziek toen ik in de bus naar school ging. Tijdens die ritten luisterde ik naar muziek. Dat had een enorme impact op me.

Wanneer ontdekte je dat je artiest wilde worden?

Volgens mij was ik een jaar of veertien, vijftien toen ik m’n eigen liedjes begon te schrijven. Erg goed waren die liedjes nog niet, maar het weerhield me er niet van om ermee door te gaan.

In wat voor bandjes speelde je in je beginjaren als muzikant?

Ik drumde wat in enkele coverbandjes. Een tijdje heb ik in een Beatles-tribute band gespeeld, dat is heel goed voor mijn muzikale ontwikkeling geweest. Toen heb ik geleerd hoe je tegelijkertijd moet zingen en een instrument bespelen. Het was ook het moment dat ik besloot van muziek mijn beroep te maken.

Een belangrijk deel van je leven bracht je door op ‘The Liverpool Institute of Performing Arts’. Hoe belangrijk is dat voor je geweest?

Moeilijk te zeggen. Op het moment dat ik daar begon, was ik als muzikant al redelijk gevormd. Wel was het goed om ‘het nest’ te verlaten en met andere artiesten op te trekken. Ik begon mezelf toen echt als muzikant te zien. Het is een deel van mijn leven, hoewel het te ver gaat om te zeggen dat het mijn leven heeft veranderd. Ik heb er leuke mensen ontmoet en goede liedjes geschreven, dat wel.

Hoe was het om te werken met de ‘grote’ Sir Paul McCartney, die jou les gaf in het schrijven van liedjes?

Klopt, ik heb les gehad van hem en samen hebben we ook een liedje geschreven. Dat was echt fantastisch. Paul geeft je het gevoel dat je op hetzelfde niveau zit als hijzelf. Zoiets geeft je heel veel vertrouwen en daardoor ga je geloven dat je iets kunt bereiken. Geweldig was dat!

Welke artiesten inspireren Jon Allen?

Dan moet je denken aan muzikanten als Bob Dylan, The Beatles, Neil Young, James Taylor, Tom Waits. En misschien ook wel iemand als Peter Green.

Na die opleiding ging je naar Londen om jezelf verder te ontplooien. Een kroegbaas, die wat contacten in de muziekwereld had, raakte enthousiast tijdens één van je optredens. Wat gebeurde er toen? Was je verrast dat hij je benaderde of had je wel op zoiets gerekend?

Het grappige is dat die man eigenlijk helemaal geen kroegbaas was. Hij was een promotor, maar werkte in The Bedford. Dat was vroeger een hotel. Nu is het een eerste klas uitgaansgelegenheid in het zuiden van Londen, die een behoorlijke reputatie heeft wat betreft liveoptredens. Die man kende ook Tony Moore.  Op een avond ging ik zomaar wat drinken ergens in Londen, toen ik ontdekte dat ze in die bar een piano hadden. Ik kreeg het voor elkaar om daar een optreden te regelen. Toen ik daar een cover speelde, verscheen die Tony Moore opeens op het toneel. Hij vroeg of ik wat eigen werk kon spelen, hetgeen ik vervolgens deed. Toen wist ik nog niet dat hij een belangrijk persoon met goede contacten was. In The Bedford speelde ik meteen in het theater. Door hem te ontmoeten heb ik veel geluk gehad.

Je had al diverse songs geschreven, maar nu kreeg je eindelijk de kans een heuse cd op te nemen. Had je verwacht dat Dead Man’s Suit meteen zo’n succes zou worden? En hoe reageerde je op al die lovende kritieken?

Verwacht wil ik niet zeggen, maar ik had wel het gevoel dat mijn muziek zou aanslaan. Mijn muziek is toegankelijk en behoorlijk universeel, dus het gevoel dat het bij mensen voor een ‘klik’ zou kunnen zorgen was er wel. Voor de positieve kritieken en recensies ben ik erg dankbaar. Ik probeer slechts muziek te maken die ik leuk vind en mij inspireert. Hopelijk zeggen de mensen er leuke dingen over, maar dat is niet de reden dat ik muzikant ben geworden.

Zijn je teksten gebaseerd op echte verhalen? Haal je veel inspiratie uit eigen ervaringen of komt die inspiratie uit ‘grotere’ gebeurtenissen?

De inspiratie komt deels uit mijn eigen leven. Soms gebeurt het bij een bepaald gevoel of een speciale emotie, soms komt het door mensen.  Maar een hoop liedjes zijn wel autobiografisch.

Je muziek wordt omschreven als soul, folk, rock, blues en sixties & seventies music. Wat vind je van al die etiketjes? Kun je ermee leven of doet het je weinig?

Eigenlijk ben ik er wel blij mee, want je wordt als een speciaal iemand omschreven. Ik word gezien als een nieuwe Rod Stewart, maar soms word ik ook vergeleken met John Lennon. Het is wel eens moeilijk om met zulke grootheden vergeleken te worden, hoewel ik er natuurlijk wel door gevleid ben. Ik ben een grote fan van de stem van Rod Stewart en alles wat hij met The Faces heeft gedaan in de jaren zeventig. De kritieken accepteer ik graag en hopelijk komt ooit de dag dat mensen over iemand zullen zeggen: ‘Hé, hij klinkt net als Jon Allen.’

Als ‘supporting act’ heb je samengewerkt met grootheden als Seal, Emmylou Harris, Mark Knopfler en Joe Bonamassa. Praten zij veel met jou over muziek?

De één doet dat wat meer dan de ander. Uiteindelijk blijven het toch gewoon mensen. Het doet me goed dat artiesten die je op muzikaal gebied bewondert jou een kijkje in de keuken geven en laten zien hoe zij het doen. Zoiets zorgt voor inspiratie en geeft je het idee dat ook jij zoiets kunt bereiken. Het ontmoeten van dit soort artiesten blijft een indrukwekkende ervaring.

Welk optreden beschouw je als het voorlopige hoogtepunt van je muzikale carrière?

In Engeland heb ik opgetreden bij Jools Holland, een heel bekend programma van de BBC.  Voor mij was dat een belangrijk optreden. En ik heb in het voorprogramma van Mark Knopfler gestaan in de Wembley Arena, echt fantastisch. Als je het over optredens hebt, was dat erg goed.

Hoe waren je eerste twee concerten in de VS? Welke verschillen met Europa heb je daar qua publiek waargenomen?

Het grootste verschil is dat ik in de VS nog totaal onbekend ben en dus aardig aan de weg moet timmeren. In de VS moet ik nog naam maken, maar ik heb er goede hoop op dat mijn muziek ook daar zal aanslaan. Het publiek in New York? Daar heb ik maar een klein optreden gedaan. In Austin (Texas) was het publiek erg positief en dankbaar. Maar in de VS ben ik nog ‘klein’ en moet er dus een hoop gebeuren.

Wanneer mogen we je tweede cd verwachten?

Waarschijnlijk zal die aan het einde van dit jaar uitkomen. Dus 2010 is het plan.

Wat betekent het voor je om beroemd te zijn?

Vind je dat ik beroemd ben? Soms zeggen mensen dat inderdaad tegen me, maar in feite is het een beetje een grap. Nee, ik vind niet dat ik echt beroemd ben. Ooit liep ik over straat met mijn plugger en toen begonnen meisjes plotseling hun hoofd uit het raam te steken en ‘Jon Allen, Jon Allen!’ te roepen. Daardoor wordt er misschien iets van een stereotype neergezet. Grappig om zo rond te lopen met iemand die je heeft geholpen jezelf op de kaart te zetten.

Maar over het algemeen kan ik anoniem over straat en naar de supermarkt. Nog een hoop werk aan de winkel dus… Met ons is het ook snel gegaan. In november kende ik je nog niet eens en nu doen we dit interview.

Het was goed je weer eens te zien. Bedankt voor het interview.

Dank je, leuk je weer gesproken te hebben en veel plezier vanavond.

==============

Het concert

Eén ding hebben Jon en ik gemeen: als wij geen artiest of drogist waren geworden, hadden we graag journalist willen zijn. Ik heb er nu mijn hobby van gemaakt en wil dit graag combineren met een andere hobby, namelijk schrijven over muziek. Daar voel ik mij gelukkig bij.

Na het interview is het wachten op het concert. We hangen nog wat rond in Tivoli, waar iedereen zich druk aan het voorbereiden is op het concert. Ger en ik hebben ons al verzekerd van een goed plaatsje vooraan. Rond kwart voor acht druppelen de eerste liefhebbers binnen. We weten dat het concert al enkele dagen van te voren is uitverkocht, dus het wordt volle bak. Wat ons opvalt, is het jonge publiek. Dat is weer eens iets anders dan de bluesconcerten en festivals die wij doorgaans bezoeken.

Jenni Albert warmt ons op als support act. Om klokslag kwart over acht begint zij achter de piano met het eerste nummer. Ze begeleidt zichzelf wisselend op gitaar en piano. Jenni komt uit Los Angeles en brengt een frisse mix van indie-pop, soul en folk. Tussendoor vertelt ze dat ze die middag voor het eerst in haar leven poffertjes heeft gegeten. ‘Wild Horses’ , een prachtige song van The Rolling Stones, wordt in een geheel ander jasje gestoken door haar. ‘All You Need Is Love’ wordt zelfs op haar verzoek meegezongen. Na drie kwartier Jenni Albert wordt het podium in gereedheid gebracht voor de artiest waar deze mensen voor zijn gekomen. Jonge meisjes dringen zich al langzaam naar voren. Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik zo om me heen kijk. Vol verwachting kijken ze uit naar deze nieuwkomer in de popwereld.

Jon Allen

Jon Allen komt het podium op en wordt verwelkomd met een daverend applaus. Hij begint, zichzelf op akoestische gitaar begeleidend, met ‘Going Home’. Zijn zwoele, hese, iets schorre stem galmt door de zaal. Muisstil wordt er geluisterd en genoten. Nog zo’n nummer komt er in de vorm van ‘Lay Your Burden Down’. Heerlijk zwijmelen is het voor de dames. Zelfs ondergetekende voelt zich jaren jonger worden en geniet mee. De cd ‘Dead Man’s Suit’ is voor mij allang niet meer onbekend en ik betrap mijzelf erop dat ik de songs bijna letterlijk mee kan zingen, net als de vele jonge dames deze avond.

Na deze opwarmer komt de band het podium op. De drums, bas en elektrische gitaar gaan Jon vanaf nu ondersteunen. De piano, die op de cd in de song ‘Take Me To Heart’ klinkt, wordt hier mooi vervangen door de elektrische gitaar van Simon Johnson. Tim Bye op drums voert het volume iets op in deze romantische song. Het volgende nummer gaat over een meisje dat Jon ooit eens ontmoette op ‘New Years Eve’  ‘Happy Now’ klinkt wat minder lieflijk. Een flinke drumpartij en gitaarsolo zijn hier erg welkom en geven het nummer een extra dimensie. Deze song wordt overigens de nieuwe single in Nederland. Niet van de cd is ‘When The Morning Comes’, dat hij op single samen zingt met Amy Smith. Vanavond neemt hij de vocale partijen geheel voor eigen rekening. Plezierig komt het intro over in ‘Down By The River’ , waar hij leuke momenten heeft meegemaakt. Deze song nodigt je uit tot een dansje.

Daarna volgen wat songs die niet van de cd afkomstig zijn: ‘Shine On Me, een rustig nummer met slide guitar, en ‘Broken Town’. ‘Young Man Blues’ is mijn favoriet. Alleen al de titel spreekt me aan. Hier zit een lekker tempo in en het nummer klinkt wanhopig, wat bijna vanzelfsprekend is in een bluessong. De gitaar laat zich hier ook lekker gelden. ‘Madalane’ is nog zo’n lekker klinkend bluesy nummer uit de koffer van Jon.

Op deze song heeft de zaal zitten wachten. De eerste klanken van ‘In Your Light’ maken een enorm applaus los. Deze song is op dit moment de hit afkomstig van ‘Dead Man’s Suit’. Eigenlijk is de zang van Jon overbodig. Ik sta hier echt versteld van; de hele zaal zingt ‘In Your Light’ letterlijk mee. Jon staat duidelijk te genieten. Dit doet me weer een beetje terug denken aan de Beatles-tijd, waar Jon toch echt iets mee heeft.

De band verlaat het podium en laat Jon weer alleen achter. Geen probleem voor hem; Jon Allen kan zich heel goed zelf begeleiden op gitaar en gaat dat weer bewijzen in het gevoelige ‘Sleeping Soul’. Hij kreeg inspiratie om dit nummer te schrijven toen hij iets teveel had gedronken. ‘Toch niet slecht gedaan’, dacht ik zo. Tenslotte nog akoestisch het mooie nummer ’Friends’ met een wat lastig te volgen tekst. Hier zien en horen we ook de mondharmonica van Jon, wat mij doet denken aan Bob Dylan. Deze nog vrij jonge man (32) maakt jeugdherinneringen in mij los die ik prettig vind.

Jon neemt dankbaar het applaus in ontvangst en verlaat het podium. Is het afgelopen? We missen toch nog een nummer? Jazeker! Jon en band komen nog een keer terug voor een toegift en dat is natuurlijk het titelnummer van de cd. Voor mij zeker het beste nummer met een bijzonder prachtige tekst. Kijk maar de videoclip en dan snap je het helemaal. De zaal gaat nog een keer helemaal uit zijn dak, waarna Jon met band definitief het podium verlaat. Van deze artiest kunnen we nog heel wat verwachten. Een talent!

Ger en ik hebben een drankje nodig en zien de zaal leegstromen. In de foyer staat inmiddels de ster van de avond zijn cd’s als zoete broodjes te verkopen . Met een grote lach op zijn gezicht deelt hij handtekeningen uit en gaat hij bereidwillig op de foto met de vele fans. Nadat de rust een beetje is wedergekeerd, ga ik nog even naar Jon toe om hem te bedanken voor de geweldige avond die hij ook mij bezorgd heeft. Zijn kussen op de wangen gloeien nog even na. Tot 24 april in Vredenburg, Utrecht!

Links:
Jon Allen – Dead Man’s Suit (video)
Website Jon Allen : www.jon-allen.co.uk

Jon speelt dit jaar op Pinkpop en as. zaterdag 24 april in The Beatles Symphony met het Metropole Orkest o.l.v. dirigent en als band Jules Buckley en Bertolf, zang / Manuela Kemp, zang / Frédérique Spigt, zang / Henk Hofstede, zang / Jon Allen, zang.

======================= Engelse vertaling ============================================

Artist: Jon Allen
Venue: Tivoli, de Helling (Utrecht)
Date: 2 april 2010

Jon Allen (press)

For me Jon Allen will always remain a special story. His music doesn’t contain a lot of blues, so this interview and concert report are quite an exception. I met Jon during a concert of Joe Bonamassa in Carré, November 2009. After his show in the Royal Albert Hall, it was Joe’s wish to do a concert in this outstanding venue.

Being the support act of Joe, it was a nice opportunity for Jon to introduce himself to the Dutch audience. Just playing alone on his acoustic guitar, he played some songs of his first record. The lights were still on and it was also quite noisy, which made it hard for Jon to get a lot of attention from the Bonamassa-audience.

After the concert I decided to go to Joe’s merchandising, hoping that he would show up there. Unfortunately he didn’t and I checked out all the CD’s and DVD’s. I all ready have all Joe’s work, but at this stand I discovered one record I didn’t knew about. It was a record where Jon Allen was standing. Not knowing that this was Joe’s supporting act, I asked the guy in Dutch about this record. Jon answered my question in English, saying that he was the guy that played before Joe. It was the start of a vivid conversation…

Off course, he wanted to sell his record ‘Dead Man’s Suit’ to me. I wasn’t very keen on the idea of buying something from an artist I didn’t know, but Jon kept on trying to persuade me and he assured me that I wouldn’t regret my decision to buy his record. Because it was his last CD of the night, I bought ‘Dead Man’s Suit’ for a reduced price. Jon was trying so hard and I liked that. He put his autograph on the record, gave me his e-mail address and asked me to send him an e-mail with my opinion on ‘Dead Man’s Suit’ in it. It was a deal. We shook hands and said goodbye to each other.

We listened to ‘Dead Man’s Suit’ during our trip back home. My first impression was positive and I certainly didn’t have regrets about buying the record. I’ve listened to ‘Dead Man’s Suit’ many, many times after our night in Carré and by sending him the promised e-mail I congratulated Jon with this great record. It was the start of a nice conversation by e-mail, in which Jon invited me several times to come to his concerts in Amsterdam and Groningen. Unfortunately I wasn’t able to go there. In the meantime I noticed that I started to hear him more and more on Dutch radio.

I asked him if it was okay to let my husband Ger write a review about ‘Dead Man’s Suit’ on this blues website, an idea that he really liked. After that I decided to go a step further and asked him to do an interview. Jon agreed and we were able to make an appointment during his tour in the Netherlands. It was quite hard to fix a date, but thanks to Alice Willems of AWPromotions we were able to meet in Utrecht, where he would do a gig on April 2nd.

We went early to Utrecht that evening. However, when we arrived at Tivoli (the venue of the concert), there still wasn’t a trace of Jon Allen. After we had eaten something, Ger and I decided to give it another shot and went back to Tivoli. This time Alice picked us up and brought us to the foyer, where there were a couple of seats and a table to do the interview. Shortly after we arrived, Jon entered the place. After a warm welcome, it was time for the interview…

Jon Allen

Not all visitors of our website are familiar with you yet (but that’s going to change off course). Could you tell us something about your childhood?

I suppose I was introduced to music as a child pretty early. I sang in a choir. I grew up in the countryside in England, Hampshire, Winchester. I had a fairly dearly childhood.

What was your musical education like at home?

My musical education was interesting. I mean, I suppose most of them get the musical education of their parents. My parents music taste was,… they’re quit surprising. My dad had two Beatles albums with ‘Let it be’ on it. They had a few things, but not much pop music. My dad is more into jazz and classical music, but they love music. I remember when I was going by bus to school and having the music in the bus. That was my first explosion to pop music and it had a big effect on me.

When did you discover that you wanted to be an artist?

I suppose I thought about the idea of writing songs when I was 16 or 15, no not yet… No, maybe 14 or 15. I wrote some bad songs, but I thought I could afford to do that.

Which bands did you play in when you started to be a musician? Could you tell us more about it?

I did a few cover things on the drums a bit. I was in a Beatles tribute band for a while and that was a really good education for me. It taught me to play the instrument and sing at the same time. That was a really good education and at that point I knew I had got to make a living as a musician for my life.

You spent an important part of your life at ‘The Liverpool Institute of Performing Arts’. How important was that institute for you regarding your musical education?

It’s hard to say… I mean, I felt I was a fairly well formed artist at the point when I went there. It was good to leave home and to be with other musicians and start to see myself seriously as an artist. How much I learned? Hard to say… It’s a part of life, but I can’t say it has changed my life. I met some nice people and I wrote some nice songs. That’s what I can say really.

How was it to work together with the big Sir Paul McCartney, who taught you about writing songs?

Well yes, I met him and had a little song writing with him. That was really great. He has a great way of doing this, making you feel that you’re on his level. Things like that gave you confidence and made you believe that you can do something. So it was great.

Which artists are you inspired by?

Those are Bob Dylan, The Beatles, Neil Young, James Taylor, Tom Waits, people like that. Maybe Peter Green…

After this education you went to London to develop yourself as a musician. You performed in several pubs and one landlord was enthusiastic about your performance and also had some contacts in the music business. How did you exactly came in touch with him and what happened after that? Were you surprised by his approach or did you know that something like that was going to happen?

No, actually funny enough he wasn’t a landlord. He was a promoter, but he worked in a place called The Badford (South London), which is a famous club that had quite a reputation doing comedies. This guy knew Tony Moore, but I mean, it happened literally that there was a place I had a drink when I got to London and I noticed there was a piano in the bar. So all came coming into a point and I tried to get a gig just playing the piano and I was lucky enough I bounced into this guy Tony. I played a song, a cover, and then he said:  ‘Can you do some of your own stuff?’ and I did some of my own songs. I didn’t realise that he was such an important guy and he had good contacts. Somewhere I needed that gig in ‘The Badford’. I wasn’t just playing in the bar, I was playing in the theatre strait away. So I was pretty lucky to meet somebody like him.

Finally you got the chance to record an album. You had all ready written several songs, so you could pick the best for the record. Did you expect Dead Man’s Suit to be this successful? Do you have an explanation for all the positive critics? And how did you react on all these things?

I wouldn’t call it what I expected. I felt there was a certain appeal with my music. I felt my music was accessible and quite universal, so I always felt it was giving the right expulsion that people connect with it. I’m very grateful for the positives comments and the reviews. You know, I just try to make music that I like and inspires me and hopefully some people say some nice things about it. But that’s not why I’m doing it.

How do you write your songs? Your lyrics are based on true stories? Do you get a lot of inspiration from personal experience? Or are the great events in the world your biggest source of inspiration?

I get quite some inspiration out of my life and what ever feeling. Sometimes I’ve got moments and have emotions and feelings. And some of those moments of inspiration come from my mediations and people that influence me.  But yeah, a lot of songs are biographical.

Your music has been described as soul, folk, rock, blues and sixties and seventies music. What’s your opinion about those labels? You agree with it or are those labels not important to you? Do you pay much attention from critics from the press?

I’m very happy with those descriptions, because that certainly says something of you specific to some people. I mean, I’m fairchild to Rod Steward, sometimes people compare me with John Lennon. It’s always a bit tough when people compare you with persons like that. A lot of the time I’m flattered by the comparisons. I’m a big fan of Rod Steward, his voice and a lot of his stuff he did with The Faces in the seventies. I think he was great. I think I’m gonna take them and accept those compliments. Hopefully I’m in the process of developing as an artist and one day somebody will  say ‘they sound like Jon Allen’.

You played as support act with great artists like Seal, Emmylou Harris, Mark Knopfler and Joe Bonamassa. How did you experience that? Did they talk a lot with you about music etc.?

Yes, a bit sometimes. Some more than others.

What was your experience with them?

That they are human beings. A good experience? It’s often good to me that people you respect and idealise musically give a little inside to their music and how they are creative. It inspires you to think: ‘Okay, well I can do the same’. It makes you realise that they just try to be the same as you gonna do. It’s always very interesting to meet these people, talk to them and go out with them, so it’s great.

Which gig do you consider the highlight of your career so far?

Probably a show in England late with Jools Holland for the BBC, which is a big show in England. That was a really important show for me. And I played in the Wembley Arena as support act of Mark Knopfler, which was amazing. In terms of a gig that was pretty good.

How was your first time in the US, where you recently had two gigs? What are the main differences between the audience over there and here in Europe?

Well, I think one of the main differences is that I’ve still got work to do at the market over there. I’m totally unknown out there. When I do a gig here, people know about me. That is obviously the first big difference. I still need to a stabilize myself  in America. I’m really hopeful I can and I think that my music will connect in America. The kind of music that I make works for America, so I’m really hopeful that I can go back to America and really make a name for myself.

How was the audience in New York?

I just did a little promised gig, so it was very low-key. Then I went out to Austin (Texas) and did such for south west, which was nice. The audience over there really appreciated it. But it is still very much early days in America.

You’re busy all ready with your second record? When do you expect to release it?

I think at the end of the year. That’s the plan. So 2010, yes.

What does it mean to you to be a famous person?

Do you think I am? Some people say to me ’You are famous’, but that’s a bit of a joke. I don’t believe it. I don’t really think I am famous. I had one situation when I was walking around on the road with the plugger , those people that take your stuff to the radio, and it happened that some girls took there head out of the window and shouted ‘JON ALLEN,.. JON ALLEN YEAHH..’ It’s probably a stereotype being played out here or whatever.  It’s was funny to be walking with this guy that helped me to make me marking stuff.

But generally speaking I can walk around and walk into a supermarket and I’m not noticed. People really don’t know me. I’ve got a lot of fame to achieve…

But I didn’t know you either in November 2009, when we first met.

That’s right! It’s good to see you again.

Thank you, it’s good to talk to you. Thanks a lot and have a nice evening!

======================

The concert

Jon and I have one thing in common: if we wouldn’t have ended up as a musician or pharmacist, we would have been journalists. I made my hobby of it and combine it with another passion: music. It’s something that makes me happy.

After the interview we just hang around in Tivoli, where everything is getting prepared for the concert. Ger and I have a good spot up front. The concert has been sold out for days, so we all ready know that the place is going to be filled up with people. When the crowd starts to enter the venue, we notice that a big part of Jon’s fans are a lot younger than we are used to at the blues festivals and concerts we normally visit.

The support act of the evening is Jenni Albert. Playing the piano and the guitar, she plays a fresh mix of indie-pop, soul and folk. ‘Wild Horses’, a beautiful song of the Rolling Stones, is brought to us in a very special way by Jenni, while the crowd sings along with her during ‘All We Need Is Love’. She gets 45 minutes to warm up the crowd. After the performance of Jenni the stage is getting prepared for the main act of the evening. The young girls are pushing themselves up front more and more, something that brings a little smile on my face. We’re all looking forward to the performance of this new kid in the pop scene.

Jon Allen enters the stage and gets a warm welcome from the audience. Accompanied by his acoustic guitar, he starts his set with ‘Going Home’. His sweltering voice fills up a place, that listens to and enjoys the set without saying a word. During ‘Lay Your Burden Down’ the writer of this report feels herself getting younger and younger. Just like all the young ladies that are present tonight, I can sing along all the lyrics of ‘Dead Man’s Suit’.

And this was just the warming-up. The band (electric guitar, drum and bass) enters the stages and will accompany Jon in the next songs. ‘Take Me To Heart’ has a piano section on the record, but guitar player Simon Johnson fills up this spot very well. Drummer Tim Bye gives this romantic song more body. ‘New Years Eve’ is a song about a girl he once meet during this moment.

The band is getting warmed up too and gives ‘Happy Now’ a rough touch. The drums and bass give this song a new dimension. ‘Happy Now’ is going to be the new single in the Netherlands. ‘When The Morning Comes’ is not from the record, but has been released as a single in England. Tonight Jon also sings the vocal parts of Amy Smith in this song. The intro of ‘Down By The River’ is very nice. It’s a song about a place where Jon experienced some beautiful moments. ‘Down By The River’ is also a little invitation for a dance. Shine On Me’ and ‘Broken Town’ are songs that aren’t on ‘Dead Man’s Suit’. The next song is for me: ‘Young Man Blues’. A perfect title for a song, that contains a good rhythm and bluesy sound. Another nice Bluezy song is ‘Madalane’.

However, it’s ‘In Your Light’ that gets a massive applause from the audience. This song is a big hit in the Netherlands at this moment. Jon hardly needs to sing the lyrics, since the crowd knows all the words. It’s amazing to hear that ‘In Your Light’ is sung by the audience from the beginning until the end. Jon is clearly enjoying this moment. It brings back a little bit of the Beatles-era, a band that plays an important role in Jon’s musical life.

The band leaves the stage to Jon, who plays the sensitive ‘Sleeping Soul’ with his acoustic guitar. He got his inspiration for this song on a night when he drank too much. Not bad at all… ‘Friends’ is a song that contains some special lyrics. The blues harp remembers me of Bob Dylan. This young man of 32 years old brings back some of my youth memories, something that I like.

Jon Allen

Jon is grateful for the applause and leaves the stage. Is this the end? We still miss one song, right? Jon knows that and together with the band he comes back for ‘Dead Man’s Suit’, the title song of his first record. The lyrics and video bring this song really to life and make the audience go crazy. Sadly, this time this really is the end. Jon Allen is a very talented artist with a bright future ahead of him.

Ger and I need a drink. We watch the crowd going home, while the star of the night enters the foyer to sell a lot of CD’s. Jon has a big smile on his face, gives autographs and gets photographed a lot. When most of the fans have left the place, we decide to say goodbye to Jon. I thank him for the great night. We’ll meet again on the 24th of April at Vredenburg, Utrecht.

Words: Gerda van Eldik

Pictures: Ger van Eldik

Links:
Jon Allen – Dead Man’s Suit (video)
Website Jon Allen : www.jon-allen.co.uk


Ook op Blues Magazine ...