Interview: In gesprek met AdjeVandenberg over Vandenberg’s MoonKings
Dinsdag 18 februari was Bluesmagazine in de gelegenheid Adje Vandenberg te interviewen i.v.m. zijn nieuwe band Vandenberg’s MoonKings en hun CD MoonKings die 21 februari CD zal worden gepresenteerd bij de releaseparty in muziekcentrum Atak in Enschede.
Je bent een hele tijd weggeweest uit de muziekwereld en nu ineens na vele jaren kom je terug met een nieuwe band Vandenberg’s MoonKings. Wat heb je zoal gedaan in die periode en waarom nu weer met de muziek bezig?
In 1998 heb ik met Whitesnake de laatste plaat gemaakt en ben ik even uit de muziekwereld gestapt. Na 13 jaar Whitesnake, (red: met 14 miljoen verkochte albums), daarvoor de Vandenberg periode en daarvoor mijn band Teaser wilde ik even rust. Het waren geweldige jaren maar ook vermoeiend. Weinig thuis, veel toeren, veel pers tussendoor, platen opnemen e.d. Ik had even genoeg van de muziekbusiness en wilde nu mijn eigen ding doen. Aangezien mijn andere grote hobby de schilderkunst is , ik heb de kunstacademie gedaan, wilde ik dat een paar jaar doen en dan weer terug naar de muziek. Ik had de muziek en het schilderen altijd gecombineerd maar de schilderkunst kwam toch teveel op de achtergrond te staan. Het zijn echter 14 jaren zonder echte rockmuziek geworden en dat zat toen niet echt in de planning. Verder veel tijd doorgebracht met familie, vrienden, andere muziek , ik ben gek op Gipsy muziek, geluisterd. Maar nog belangrijker was de geboorte van mijn dochter Mickey en die wilde ik zoveel mogelijk zien opgroeien, dus geen vader zijn die (bijna) nooit thuis is. En als je veel toert is dat wel zo. Nu Mickey 14 jaar is gaat dat beter , ze begrijpt waar je mee bezig bent, en je oude liefde de muziek blijft in je zitten.
Wat was de definitieve aanzet om weer te beginnen, wat was de beslissende stap? Je wordt toch niet wakker en denkt: “Het is zover. Ik begin een band”.
Zeker niet. De reden was het kampioenschap van FC Twente in 2011.Men vroeg mij , als inwoner van Enschede, een lied te schrijven ter gelegenheid van hun landkampioenschap. Voor mijn rockstadion nummer A Number One zocht ik een zanger en ik herinnerde mij een vocalist die in het voorprogramma van Whitesnake in Tilburg grote indruk had gemaakt. Ik spoorde hem op, het bleek Jan Hoving te zijn, en het klikte meteen. Hij zong het nummer moeiteloos in. Het lied moest live vertolkt worden en er moesten nog een drummer en bassist bij komen. Een vriend noemde de naam Mart ‘Martman’Nijen Es. Toen schoot me te binnen dat ik zo’n 10 jaar geleden in de jury van een talentenjacht zat waar ik onder de indruk raakte van het spel van een dertienjarig drummertje. Dat was dus Mart. Hij bleek een maatje te hebben waar hij al jaren meespeelt, bassist Sem ‘The Sham’ Christoffel. Echt ongelofelijk is dat ik in diezelfde tijd ook hem gejureerd heb! Onvoorstelbaar toch? Hij speelde toen als kereltje achteloos een Jaco Pastorius-achtig stuk. Hij won toen ook! Tijdens de huldiging speelden we het stuk voor 60.000 mensen , het was een groot succes en dat was de aanzet om samen verder te gaan en iets nieuws te beginnen. Ik besefte toen dat ik de muziek echt gemist had. Uit dit alles blijkt maar weer dat alles een reden heeft.
Het zijn nog jonge muzikanten, wilde je dat bewust of liep het toevallig zo? Ik kan me voorstellen dat er genoeg, ook bekendere muzikanten, met jou in een band willen spelen?
Het was wel bewust. Ik wilde graag een nieuwe frisse start met jonge, gedreven muzikanten. Niet het oude bekende. Toen bijvoorbeeld Black Country Communion begon met allemaal bekende muzikanten wist ik al van tevoren hoe het zou klinken. Steengoed maar albekend . Ik wilde een album maakte, in eerste instantie voor mijzelf. Het moest een album worden wat ikzelf graag zou willen kopen. Mezelf er blij mee maken. Het moest stevig Blues Rockbased zijn met mooie melodielijnen en een lekkere groove.
Hoe schrijf je je songs en hebben jullie er genoeg voor een avondvullende show? Een album is niet genoeg denk ik.
Op de CD staan 13 nummers en die worden aangevuld met nummers van Vandenberg en Whitesnake. Die willen de mensen ook horen en dat is logisch. Als ik een lied schrijf dan vraag ik mezelf altijd af hoe of het live zou klinken. Alle invloeden uit het leven komen bij me binnen, net als bij iedereen trouwens , en daar probeer ik dan een eigen geluid van te maken. Het goed spelen en dan je eigen ding ervan maken. Als voorbeeld neem ik dan een trechter: boven gaat er van alles in en aan de onderkant komt er a.h.w. iets gebundelds, in elkaar gevlochtens uit. Zoals bij bijvoorbeeld Joe Bonamassa. Je hoort allerlei invloeden in zijn spel maar hij maakt er een eigen stijl van.
Wat kun je zeggen over de opnames, de gebruikte instrumenten, de sound e.d?
Als eerste wil ik Ed van Zijl van Mascot Provogue Records bedanken omdat hij alle vertrouwen in mij had en we bij zijn platenmaatschappij terecht konden. Hij gaf mij de vrijheid om te doen wat ik wilde. Er werd mij niets opgelegd en dat was zeer prettig. Ik kon mijn eigen ding doen. Eind september zijn we de Wisseloord Studio’s ingedoken en het was net thuiskomen. Daar had ik in het begin met Teaser mijn eerste CD opgenomen en de cirkel was rond en volgt een nieuwe cirkel! We wilden alles zo puur en analoog mogelijk opnemen. Niet de grote brede overgeproduceerde producties van de tachtiger jaren maar eerlijk zoals het live ook zou klinken. Net of je een meter voor het podium staat, zo moet het klinken. Oude bands zoals The Free, The Cream, Led Zeppelin hadden dat ook: puur en eerlijk. Men speelde om een album te maken, om de muziek. De studio eigenaar is verzamelaar van vintage gitaren en versterkers uit de periode 1959-1961 en die mochten we gebruiken. Elke gitarist is daar liefhebber van omdat ze gewoon het beste klinken, de beste sound hebben. Als gitaar gebruik ik vooral de Gibson Les Pauls. De opnames liepen gesmeerd, we voelden elkaar erg goed aan en ik was verrast door de grote kwaliteiten van de anderen, vooral ook omdat ze nog zo jong zijn. Op toetsen speelt Robin Piso van De Wolff mee op een oude Hammond en hij scheurt, rochelt en rockt er ouderwets op los. Puur dus.
Wat vindt David Coverdale van Whitesnake van je nieuwe project? Hij zingt ook op een nummer mee, dus hij zal het vast prima vinden.
David en ik zijn nog steeds goede vrienden. Het is een grote eer voor mij dat hij een nummer wilde zingen. Het is Sailing Ships geworden en het is bewust als laatste op de CD gezet. Als een soort afscheid, eerbetoon aan Whitesnake. Toen David het inzong had hij er net een intensieve tour van meer dan een jaar opzitten en had hij problemen met zijn knie. Zijn stem klonk wat vermoeider wat emotioneler dan anders en dat paste wonderwel bij dit lied. We zijn beiden zeer tevreden over het resultaat. Hij heeft de opnames gehoord en vindt ons een Kick Ass Band!
Hoe kijk je tegen Vandenberg’s MoonKings aan? Is het voor jou meer een leuke band, een hobby of zie je er ook een toekomst als topband in?
We gaan absoluut voor een topband. De band heeft die kwaliteiten , Mascot Provogue Records geeft ook alle steun dus het ziet er goed uit. 21 februari begint de tour in Nederland en dan volgen Engeland,Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk en Spanje. Europa is voor mij nu het belangrijkst. Met Whitesnake toerden we vooral in Noord en Zuid Amerika en waren we weinig in Europa. In die 13 jaar dat ik erin speelde hebben we maar een keer in Frankrijk opgetreden, dat gaan we dus vaker doen. Amerika zien we later wel hoe of wat. Wat mij zeer aangenaam verrast heeft zijn de warme reacties van mijn fans wereldwijd. Onvoorstelbaar dat ze je na zo’n lange afwezigheid niet vergeten zijn. Doet je goed!
Heb je nog een boodschap voor de lezers van Bluesmagazine?
Ik hoop dat ze de CD mooi vinden , die kopen natuurlijk en naar onze concerten komen. Als je van echte pure muziek houdt dan heb je denk ik een prachtige avond.
Adje mag ik je bedanken voor dit zeer aangename gesprek en we zien elkaar in Atak!
Bluesmagazine bedankt voor de belangstelling en wij drinken er een lekker wijntje op in Atak.
Vet hoor het album . Old rockers never die…We gaan ze een x Live zien Vandenberg’s MoonKings
Ik heb vergeten mijn naam bij het interview te zetten.
kleinigheidje: het is NIET The Cream en The Free maar Cream en Free. The Free was een Nederlandse soulband uit de begin jaren 70! ;-)