In gesprek met… Pablo van de Poel (gitaar en zang), Luka van de Poel (drums) en Robin Piso (orgel en piano).
foto v.l.n.r Robin Piso, Pablo van de Poel en Luka van de Poel
DeWolff heeft een nieuwe CD gemaakt met de intrigerende titel “Grand Southern Electric” die op 2 mei uitkomt. De CD is in Valdosta, Georgia, USA opgenomen. De producer is niemand minder dan Grammy Award winnaar Mark Neill, die ook met The Black Keys werkte. Op 29 april had ik een gesprek met Pablo, Luka en Robin in het Backstage hotel Amsterdam en dat ging ondermeer over deze CD Grand Southern Electric, lees de recensie daarover hier: www.bluesmagazine.nl/recensie-dewolff-grand-southern-electric
Tekst: Jan Marius Franzen (http://purplehaze.rtvkatwijk.nl/)
Toen ik met het interview wilde beginnen kreeg ik meteen al de eerste vraag op mij afgevuurd. Of ik de nieuwe CD al gehoord had. “Ja, natuurlijk!” En wat is dan mijn eerste reactie? “Ik vind dat jullie echt iets unieks gemaakt hebben namelijk de synthese tussen de psychedelische rock en de Amerikaanse Southern music”, antwoordde ik.
Pablo: Ja, ik denk dat de psychedelische rock vooral nu een beetje blijft hangen in zweverigheid en de tegenwoordige southern rock is tegenwoordig echt van die spierballen muziek “. Nu wordt het een of het ander gedaan, er zijn duidelijke grenzen. Vroeger was het meer een ‘melting pot’. De muziek die ons inspireert zit zo diep in ons dat wij die grenzen niet ervaren.
Er is absoluut niks mis met jullie voorgaande werk. Leuk dat die psychedelische rock nog gespeeld wordt overigens en dat doen jullie ook erg goed, maar “Grand Southern Electric” vind ik toch wel het hoogtepunt tot nu toe . Het doet mij denken aan de stijl van Leon Russell en wat het gitaarwerk betreft hoor ik invloeden van Steve Stills.
Pablo: Dat zijn inderdaad de grote inspiratiebronnen. Ik ontdekte Leon Russell een paar jaar geleden en liet nummers van hem aan anderen horen en die zeiden dan: dat ben jij! Ik had zoiets van huh dat is niet mijn stem, maar ik kan wel zoiets doen met mijn stem. In ons eerdere werk nam de zang niet zo’n prominente plaats in, maar nu zijn nummers ‘om de zanglijn’ geschreven. De zang speelt nu een veel grotere rol.
Robin: Het is ook een stuk luchtiger geworden. De vorige nummers waren voor ons gevoel iets te serieus en na het luisteren naar Leon Russell, de luchtige manier hoe hij zingt en het plezier dat zijn muziek uitstraalt, werd het voor ons makkelijker om wat simpelere nummers te maken die ook vet zijn en plezier uitstralen.
Robin, je speelt nu ook piano
Robin: Ja zeker, op deze plaat heeft de piano een grotere rol gekregen dan op de voorgaande platen. Ik zie mijzelf niet echt als pianist maar sommige nummers hadden dat echt nodig. En zeker na het luisteren naar Leon Russell.
Robin, ken je Keith Emerson, die had wel een beetje wat jij hebt? Qua houding en energie.
Dat wel, maar Emerson. Lake en Palmer dat is heel zwaar. Te zwaar vind ik. Ik luister ook vaak muziek waar geen Hammond orgel in zit. Ik haal daar inspiratie uit om er juist een Hammond orgel bij te doen. Verder luister ik veel naar Little Feat and The Band.
The Band daar wil ik graag nog even over hebben. Dat was echt een band, de leden speelden in dienst van de groep. Bij het optreden van Jimi Hendrix zag ik dat niet, het ging echt alleen om Jimi. En jullie zijn ook een echte band. En dat vind ik mooi.
Luka: Levon Helm is mijn grote inspiratiebron. We hebben heel veel naar The Band geluisterd. Niet dat dat zo expliciet in onze nummers zit, maar je kan het horen, denk ik. Pablo: Vooral in de blueswereld gebeurt het dat als een heel goede gitarist opstaat , het alleen om het gitaarspel gaat . Bij ons is dat anders. Wij hebben alle drie de hoofdrol. Het is niet zo dat wij elkaar heel laid-back aanvullen.
In het nummer Don’t You Go Up In The Sky hoorde ik ook al invloeden van Leon Russell.
Pablo: Ja dat is best wel grappig en misschien ook in The Pistol van een eerdere plaat. Wat best wel raar is dat toen we jaren geleden de psychedelische rock ontdekten op een gegeven moment uitkwamen bij Santana en de Allman Brothers. Dat was voor ons een beetje hetzelfde. De laatste jaren kwamen we erachter dat het totaal iets anders is en hebben we de Allman Brothers herondekt.
Duane Allman zei tegen Greg op jonge leeftijd toen ze naar muziek luisterden: “We got to get into this”. Waren jullie ook zo vastbesloten in de muziek te gaan?
Pablo: Ja eigenlijk wel. Ik begon op mijn negende met gitaar spelen. Toen ik 11 of 12 was vroegen mensen wat ik later ging doen en had ik van ik wil dit (gitaar spelen) doen.
Luka: We zijn allemaal heel vroeg begonnen. Toen ik 12 was begon ik met de eerste repetities van DeWolff.
Waar komt die naam DeWolff eigenlijk vandaan?
Pablo: We hadden een keer afgesproken om te jammen en ’s avonds gingen Luke en ik met mijn ouders uit eten en die vroegen hoe het ging. Hebben we dan een band? Ja, ik denk het wel. Ja, en dan moet je een naam hebben en ik vond DeWolff met dubbel f wel cool. Ik heb die naam toen op een bierviltje geschreven. Op dat moment was het geen groot ding. Amerikanen vinden het overigens wel een rare naam.
En de titel van jullie nieuwe CD “Grand Southern Electric” waar komt die vandaan?
Pablo: Die titel brengt de sfeer van de plaat over. We hebben woorden bedacht die bij de muziek van de plaat pasten en het gevoel dat we willen overbrengen.
Luka: En dat we uit het zuiden van Nederland komen en we die plaat opgenomen hebben in het zuiden van de Verenigde Staten.
Pablo: Deze plaat voelt als een nieuw begin en we hadden al het gevoel van nu moeten we echt DE plaat gaan maken. Het ik vind het wel een coole naam want je kunt het ook opvatten als gezelschap. Net zoals de tweede plaat van de Black Crowes “The Southern Harmony And Musical Companion”. Dat had ook de bandnaam kunnen zijn en dat vind ik van “Grand Southern Electric” ook wel.
Robin: Denk eens aan Isn’t It About Time dat staat op het album “Down The Road” van Steve Stills. Zo’n chilly groove! Dat wilden we ook in deze plaat hebben. Niet nummers die vet zijn vanwege de ingewikkelde akkoorden, ritmes en toonladders, maar nummers die dat zijn vanwege de groove en feel. Dat het gewoon sexy voelt.
Pablo: Muziek die uit het hart komt en je raakt in plaats van dat je er over moet nadenken.
Het is niet meer zo van: Kijk eens wat ik kan op die gitaar. Daarom vind ik jullie nieuwe plaat meer uitgebalanceerd. Mooi drumwerk overigens op (Ain’t Nothing Wrong With) A Little Bit Of Loving
Luka: Het is een beetje Allman Brothers stijl.
Het doet mij denken aan de drummer van Spirit: Ed Cassidy, die had ook dat soort ritmes.
Luka: Ja die 6/8 feel. Die afrobeat invoeden zitten er ook in.
Jullie hebben al de nummers op “Grand Southern Electric” zelf geschreven, bijvoorbeeld Restless Man. Zijn die nummers autobiografisch of is dat meer observatie?
Pablo: Veel autobiografischer dan ooit. Bijna alle teksten die ik heb geschreven op de vorige platen zijn niet autobiografisch. Dat waren verhalen, observaties en fantasieën, maar op deze plaat staan dingen die uit (mijn) leven gegrepen zijn.
Dus je bent een Restless Man?
Pablo: Ja….ja
Dance of the Buffalo vind ik ook heel gaaf met ook mooi drumwerk
Luka: De combinatie van drums met de baslijn, er zitten heel gekke accenten in, maar toch voel je die groove wel. Dat is ook weer die afrobeat inspiratie.
En het nummer met al die fijne accoordjes: Ripple Faced Thing
Pablo: Ja daar zitten heel veel akkoorden in. Het is het enige nummer waarbij de zanglijnen tegelijkertijd met de muziek zijn verzonnen. Tijdens repetitie zaten we steeds van: nu moeten naar dit akkoord want dat komt goed uit bij de zang en dan dit akkoord en zo ging dat maar door. Uiteindelijk zaten we met zoveel akkoorden, dat we dachten: hoe kan dit?
Luka: Het nummer is geïnspireerd op Strawberry Flats van Little Feat. Ook zo’n gek nummer waarin geen logische volgorde zit.
Robin: We schreven vroeger eerst de riffs. Als we dan dachten: “dit is een vette riff” dan gingen we akkoorden erbij verzinnen voor het couplet en uiteindelijk kwam er dan zang overheen. Dat was, zeg maar, het eerste uitgangspunt van veel nummers maar zeker bij Ripple Faced Thing gaat het niet meer om de riff. Het gaat om die zanglijn, waarbij akkoorden komen, zodat het anders is dan wat we voorheen deden.
Dit zou weleens een classic album kunnen worden!
Pablo: Laten we het hopen. Het is heel grappig dat we buiten familie en vrienden nog geen mening van anderen over het album hebben gehoord, die er meer objectief naar geluisterd hebben. Jij bent de eerste en ik vind het wel mooi om te horen.
Donderdag 1 mei is de CD-presentatie in Tivoli Oudegracht, Utrecht. Daarna volgt een uitgebreide clubtournee. Check voor data de concertagenda van DeWolff via http://dewolff.nu/shows/
Website DeWolff: http://www.dewolff.nu/
Knap werk Jan. Aardige jongens die De Wolffs!