DSC_2520

INTERVIEW C.W. STONEKING

In mei bezocht C.W. Stoneking Nederland om zijn album ‘Gon’ Boogaloo’ nogmaals onder de aandacht te brengen. De excentrieke Australische muzikant verraste eind vorig jaar met een radicale koerswijziging door zijn semi-akoestische, traditionele jazz- en blues te verruilen voor een zwaarder en versterkt geluid. Slechts heel af en toe werd de banjo en de National Guitar erbij gehaald maar de sound werd grotendeels gedomineerd door een glimmende gouden Fender. De muzikale rondreis werd heel even onderbroken voor een bezoek aan Schorem, de inmiddels wereldberoemde herenkapperszaak in Rotterdam, en tijdens werktijden ook ‘vrouwvrije’ zone, waar voor deze ene keer bij hoge uitzondering ook enkele dames werden toegelaten. Voor een knipbeurt was nauwelijks tijd maar Blues Magazine zag wel gelegenheid om Stoneking even wat vragen te stellen…

Tekst: Jeroen Bakker / Foto’s: Paul van der Blom

“Het is allemaal omgeven met mysteries”, aldus Christopher William, beter bekend als C.W. Stoneking die bekent dat het vooral voor zichzelf een verrassing was dat hij al zo vroeg op deze dag een verrassingsoptreden mocht geven op het London Calling loves Concerto-feestje in de Tolhuistuin, het feest waar het 60-jarige bestaan van de Amsterdamse platenzaak Concerto wordt gevierd. “En nu sta ik weer hier. Ik hoorde het pas na de show van gisteravond in Nijmegen”. Daar waren de mannen van Schorem om het hem persoonlijk mee te delen. De getatoëeerde barbieren blijken een grote liefhebber van zijn muziek te zijn en besloten om vandaag vrienden en pers in hun barbiershop uit te nodigen. “Ik dacht hier een knip- en scheerbeurt te krijgen”, klinkt het haast teleurgesteld. In plaats daarvan heeft het personeel zojuist met volle teugen genoten van het optreden dat Stoneking en zijn band gaven waarbij vermeld moet worden dat ‘met volle teugen’ hier ook daadwerkelijk betekent dat er gedronken wordt in de kapperszaak.

De nieuwe muzikale richting die hij is ingeslagen heeft veel losgemaakt in de pers. “Ik heb er eerlijk gezegd niet zoveel van meegekregen. Lees eigenlijk nauwelijks recensies. Heb het druk met allerlei andere zaken”. De markante en overigens stijlvol, en in deze ambiance zeer passend, geklede muzikant voegt er wel snel aan toe zich wel degelijk bezig te houden met de vraag of het publiek dit wel van hem pikt. “Ik weet dat een groot deel van mijn fans een voorkeur heeft voor het overwegend akoestische werk. Toch merk ik dat de nieuwe tracks tijdens de optredens veel enthousiasme losmaken. Als ik het me financieel kon veroorloven zou ik graag nog veel meer versterkt spelen met een grote band maar noodgedwongen moet ik me nog regelmatig beperken tot akoestische uitvoeringen. Het kost mij duizenden dollars om voor al die gasten een visum te regelen. Het allerliefste zou ik de gehele blazerssectie meenemen en ik zou ook graag wat vaker de meiden erbij willen betrekken. Voor mijzelf als gitarist is dit ook nog eens interessanter. Hoe meer mogelijkheden, des te beter al moet ik eerlijk bekennen dat er met deze minimale bezetting heel veel bereikt wordt. Die meiden zingen niet alleen geweldig maar voegen ook nog wat gekkigheid zoals ‘exotic dancing’ toe aan de show”.

DSC_2592

“De huidige band bestaat uit allemaal nieuwe mensen. Op de drumkit zit Jacob Kinniburgh en hij is eigenlijk meer een percussionist dan een drummer. De eerste keer dat ik met hem werkte deed hij enkele overdubs voor Jungle Blues. Vocale bijstand krijg ik van de meiden”. Hij doelt hierbij op de Kelly sisters: Maddy en Memphis. “Andrew Scott doet de double bass en ik grijp nu wat vaker naar de elektrische gitaar.We spelen het nieuwe album in zijn geheel en we doen er ook nog wat Jungle Blues bij. Ik neem je mee op een reis naar veel verschillende plekjes”.

Veel invloeden die op Gon’ Boogaloo te horen zijn vinden hun oorsprong in Amerika en zijn soms van heel lang geleden. Hij heeft er enkele tournees gedaan en men blijkt daar goed op de roots-georiënteerde muziek van de Australiër te reageren. “Er is daar nog veel werk te verrichten maar de kosten zijn, zoals ik al eerder aangaf, te groot om daar langere tijd te verblijven en in het hele land te spelen. Ik wil wel mijn eigen mensen er bij hebben. Ik ben er een paar keer geweest en speelde daar met lokale muzikanten in plaats van met mijn eigen band. Het gaat toch heel aardig daar en men vindt het heel erg leuk wat ik doe. Ook in Australië begint het goed te lopen. Ik heb daar succes in zowel de roots- als in de alternatieve scene. In Europa is het vanaf het prille begin al goed gegaan. Ik ben al diverse keren in landen als Duitsland, Spanje, Frankrijk, Holland, Italië, Griekenland, Zwitserland en de gehele UK geweest. Op dit moment kan ik dus in de hele wereld spelen en dat probeer ik zoveel en zo lang mogelijk te continueren. ‘The flipside to it’ is dat ik mijn gezin veel en lang moet missen”.

Veel jongeren worden tijdens zijn optredens voor de eerste keer in aanraking gebracht met de muziek van hun voorouders. Stoneking ziet zichzelf absoluut niet als een missionaris die de wereld kennis wil laten nemen van muzikaal erfgoed. “Ik maak muziek dat uit mijn hart komt en denk niet veel na over het feit dat ik jongeren voor de eerste keer hiermee confronteer. Ik leef in een soort bubble en omdat ik veel naar de ‘old shit’ luister, haal ik daar automatisch veel invloeden uit die ik in mijn muziek verwerk. Vinylplaten draai ik helaas niet meer. Als ik thuis kom na een tournee is de platenspeler meestal het het eerste apparaat wat ze gesloopt hebben. Dit gemis thuis wordt trouwens aardig gecompenseerd met de vele oude muziek die in de bus wordt afgespeeld. Er is tijdens de uitgebreide tournees genoeg tijd om de muziek van vroeger ‘te bestuderen’. Zo zijn er op het laatste album bijvoorbeeld rock ’n roll-geluiden te horen uit de jaren vijftig en zijn er gospelinvloeden uit de beginjaren van de vorige eeuw waar te nemen. Stoneking heeft zich daar de afgelopen jaren in verdiept toen hij op zoek was naar iets geheel anders. In deze opzet lijkt hij behoorlijk goed geslaagd al ging het niet heel erg gemakkelijk. Iets wat eigenlijk ook weer heel erg typerend is voor de eigenzinnige muzikant.“Ik ben zelf op zoek gegaan naar een bepaald passend geluid in de studio en kwam toen op een zeker moment bij de Phil Spector-sound uit”. |

Dat eigenzinnige zat er blijkbaar al vroeg in. Hoewel zijn vader de platen in huis had en die zelf draaide, bepaalde Stoneking Jr. al op zeer jeugdige leeftijd welke tracks er steeds maar weer afgespeeld moesten worden. “Hij zag al snel dat het geen zin had om voor mij te bepalen waar ik naar moest luisteren. Op een zeker moment beperkte hij zich alleen maar tot het geven van aanwijzingen. Ik geloof dat hij het wel prima vond zo. Mijn ouders hebben mij nooit tegen gehouden toen ik hen vertelde dat ik muzikant wilde worden. Ze hadden al vroeg in de gaten dat ik geen voorbeeldige student zou worden. Ik dronk al op jonge leeftijd de nodige biertjes en het wilde leven sprak me wel aan. Er was eigenlijk geen houden aan. Desondanks vermoed ik dat ze wel een beetje trots op mij zijn. We bellen af en toe maar dikwijls is een goed gesprek niet eens mogelijk. Ik heb onderweg bijna altijd herrie om mij heen”.
Hij is verbaasd wanneer hij geattendeerd wordt op het feit dat deze kappers jaarlijks hun eigen Scumbash Festival organiseren in de oude Van Nelle-fabriek en dat er veel, overigens heel prettige ‘herrie’ geprogrammeerd staat. “Dat lijkt me geweldig om daar eens te mogen staan”.

En dan… alsof hij het voelde aankomen wordt ook dit gesprek onderbroken. “De bus staat klaar en ik heb geen idee waar we naar toe gaan maar het zal zeker onderweg zijn naar het volgende optreden…”.

Website artiest: www.cwstoneking.com

Zie voor meer mooie foto’s van Paul van der Blom: www.paulvanderblom.com

DSC_2547

DSC_2541


Ook op Blues Magazine ...