BluesMotel_1Interview BluesMotel: ‘We zijn een merkwaardig gezelschap’

Tekst Patrick Struijker Boudier

Chicago is de hometown van de Chicago Blues en heeft als bijnaam ‘the windy city’. Volop Chicago Blues én ook een windy city in Zaandam waar ik bijna alle heren van BluesMotel tref. De band bestaat uit Kevin de Harde (harmonica, zang), Micha Sprenger (gitaar), Hans Wielaert (bas), Tim Benniks (gitaar) en Frank van Tijn (drums). In september 2011 verscheen hun tweede cd Bound To Drive You Crazy. De afgelopen jaren heeft BluesMotel het publiek overrompeld met hun energieke en krachtige liveoptredens. Tijd voor een interview over hun invloeden, ontstaansgeschiedenis en toekomst, mede aan de hand van een aantal muziekfragmenten. ’De respons van het publiek is toch de benzine waar de band op draait.’

BluesMotel bestaat in naam al sinds 1999. Wat is de ontstaansgeschiedenis?
Kevin: ‘Ik leerde Frank kennen in de kroeg Fellini in Zaandam. Ik woonde toen in Hilversum en ik speelde daar met gitarist Jan Andriessen en die kende Hans (Wielaert) weer. Zo is het rond 2006, 2007 eigenlijk begonnen.’
Frank: ‘Ik zag Kevin samen met Jan in Fellini spelen en was onder de indruk van de power. Ik dacht ‘ik zou daar wel bij aan willen schuiven als drummer’. Dat heb ik toen aan hen voorgesteld en een paar weken later gebeurde dat ook. Hans kwam er destijds ook gelijk bij.’
Hans: ‘Ik leerde Jan kennen via een andere band en ben toen gevraagd om bij BluesMotel te spelen. Dat was wel wat vreemd voor me, want ik ben meer op jazz en pop gericht, maar het was zeker de moeite waard. Na drie minuten wist ik al ‘dit heeft ballen’.’
Frank: ‘We oefenden boven een oude Deux Chevaux garage in Soest. Dat was de garage van Jan Andriessen, die knapte oude Deux Chevauxs op en daarboven speelden we. En het was na twee minuten duidelijk: dit is het.’
Micha: ‘Ik ben erbij gekomen toen ik negentien was dus eind 2007.’
Kevin: ‘Ik had je volgens mij al een keer eerder gezien in Fellini.Vlak voor Micha erbij kwam, was ik op zoek naar een andere gitarist dan Jan. Ik ben toen meegesleurd naar een vage jamsessie in een jongerencentrum in Amsterdam Noord waar ik samen op het podium terechtkwam met Micha. Dat klikte, dus ik heb hem gevraagd of hij mee wilde doen. Hans en Frank hadden wel twijfels destijds, want Micha speelde heel anders dan Jan. Jan speelde heel smerig, snedig en krom. Micha was meer rechttoe rechtaan.’
Micha: ‘Ik had ook weinig tot nul ervaring op dat moment. Ik had in punkbandjes gezeten en in Amsterdam heel veel opgetreden in jongerencentra, maar dat waren simpele liedjes eigenlijk. Met BluesMotel heb ik destijds één keer geoefend en daarna gingen we vrijwel meteen het podium op.’

En wanneer is Tim erbij gekomen?
Micha: ‘Ik wilde altijd nog iemand erbij als gitarist. We hadden eerst Sjors Overbeek als gitarist maar die is eruit gestapt. Sinds 2008 hebben we Tim. Hem kende ik nog via een bandje van mijn gitaarleraar.’
Frank: ‘Het punt was dat er een aanvullende gitarist gevonden moest worden. We misten een akkoordengitarist. Dat moest wel iemand zijn die niet botste met Micha’s spel en dat is met Tim goed gelukt.’
Kevin: ‘Tim heeft een tijd in de Amsterdamse (hard)rockband Short Fuse gezeten en heel veel opgetreden, waaronder in Duitsland. Uiteindelijk is hij daar mee gestopt en heeft Micha hem gevraagd voor BluesMotel.’

Hoeveel muzikale achtergronden of invloeden neem je mee naar de BluesMotel?
Frank: ‘Weinig.’
Hans: ‘Ik neem wel wat jazz mee, ik probeer het wat smeuïger te maken. Gevoel voor timing heb ik ook meegenomen, dat is natuurlijk ook belangrijk in de jazz.’
Kevin: ‘Vergeet ook niet dat in de Chicago Blues van de jaren vijftig – waar ik vooral mijn inspiratie uithaal – de sessiedrummers vooral jazzdrummers waren.’
Frank: ‘Ik vind het verschil niet zo groot. Ik ben opgegroeid in de jaren vijftig ten tijde van Charlie Parker en Miles Davis en daarna de meer experimentele jazz. Maar dat hele gevoel van jazz; dat neem je in je. En dat gevoel vind je ook terug in de rhythm and blues, want dat waren zeker in het begin jazzmusici. De plaat die me echt tot de blues heeft aangezet, is het eerste album van John Mayall and the Bluesbreakers. Dat was de eerste keer dat ik dacht: wauw; dat is ook wat voor mij.’
Hans: ‘Het pure is daar aantrekkelijk aan; het is ongekunsteld en open.’
Kevin: ‘Ik ben begonnen toen ik een jaar of tien was met de Classic Rock van Hendrix, Led Zeppelin, Deep Purple en Black Sabbath, maar mijn bluesroute verliep via Hendrix.’
Micha: ‘Ik heb altijd wel veel naar blues geluisterd. Mijn vader had ook veel platen van de Rolling Stones die ik ook veel draaide.’
Frank: ‘Ik vind die begintijd van de rock and roll fascinerend, dat natuurlijk zijn oorsprong heeft in de blues.’
Hans: ‘Voor mij is de soulmuziek ook nog een invloed. Ik heb in een bandje gespeeld met mijn Indische buurjongens die songs deden van Sam & Dave en Otis Redding en dergelijke.’
Frank: ‘Op onze nieuwe cd hoor je ook wel de soulinvloed; ik heb het natuurlijk ook lang gespeeld.’
Kevin: ‘Micha en ik hebben voor Bound To Drive You Crazy ook nummers geschreven die niet het bluespad volgen.’
Micha: ‘We hadden op een gegeven moment zoveel bluesshuffles dat ik vond dat we – zeker voor het live-repertoire – meer variatie erin mochten brengen. Wat dat betreft zijn de opnames van Stax mooi om naar te luisteren: wel wat vals af en toe en uit de maat soms, maar geweldige energie.’
Frank: ‘Shuffles zijn driehoekig, terwijl soul meer vierkant is. Het is een heel andere benadering. Ik vind het zelf heerlijk om dat ook te kunnen doen bij BluesMotel.‘

BluesMotel

‘Ik vind de spanning in de studio wel fantastisch.’ Over de debuutcd en het opnemen in een studio.

Jullie eerste cd is in september 2010 uitgekomen. Hebben jullie de tijd tot aan het opnemen ervan vooral gebruikt om aan elkaar te wennen, om heel veel te repeteren of om op te treden?
Kevin: ‘Vooral heel veel optreden, in repeteren zijn we – nog steeds – niet zo sterk. Het is vooral veel live spelen en je voelt elkaar toch wel goed aan op het podium. Als je veel nieuwe nummers hebt, repeteren we wel meer, maar juist door de optredens elke week blijf je op elkaar ingespeeld.’

Heeft het voor jullie gevoel te lang geduurd voordat jullie de eerste cd opnamen? 
Kevin: ‘Het was geen vooropgezet plan. We werden benaderd door Erwin Palper van het SAE Institute Amsterdam (onderwijsinstelling voor o.a. geluidstechniek, red.) die ons had zien optreden met Koninginnedag 2010 in Amersfoort. Hij vroeg of we in zijn studio wilden opnemen. In eerste instantie wilden we alleen een demo opnemen om aan zalen te geven ter promotie, maar toen we het terughoorden, vonden we dat het onze eerste cd kon worden.’

Omdat jullie meer nummers dan voor een demo hadden opgenomen?
Kevin: ‘Deels, maar de nummers klonken ook gewoon goed. Erwin kan op een heel professioneel niveau mixen en masteren, dus toen we het terughoorden was het prima. We hebben het ook snel opgenomen, in slechts twee dagen. Toen alle apparatuur er stond, was het voor ons een soort liveoptreden. De eerste dag hebben we alle nummers gespeeld, de dag erna een paar nummers opnieuw waarvan we vonden dat ze nog beter konden en dat was het. We speelden het materiaal natuurlijk al dik anderhalf jaar live dus we waren er bekend mee. Uiteindelijk hebben we van Built For Comfort na de tweede persing er nog ongeveer 200 over; van Bound To Drive You Crazy ongeveer 150. Cd-verkoop is prima natuurlijk, maar dat is vooral bedoeld zodat we reserves opbouwen om de volgende cd te kunnen maken. Het geld verdienen doe je tegenwoordig minder met cdverkoop en meer met optredens. Maar dat maakt niet uit, ik vind het belangrijker dat we gehoord worden.’

Inhakend op het opnemen in een studio: het eerste geluidsfragment heeft daar mee te maken: Eddie Cochran – Chicken Shot Blues (cd/label/jaar van uitgave: L.A. Sessions/Rockstar Records/1992). Eddie Cochran werkte soms dagen in de studio aan één track tot het volgens hem goed was. In hoeverre zouden jullie meer tijd willen nemen tot een nummer is zoals jullie willen?
Kevin: ‘Toevallig hadden we het daar net over voordat je kwam. Van de ene kant vinden we het wel lekker zoals we nu opnemen, omdat het ‘live’ klinkt en ook zo is opgenomen. Anderzijds zou je wat meer tijd willen hebben om kleine dingetjes beter te krijgen.’
Frank: ‘Soms kan een solo net iets scherper of beter en ik zou het zelf prettig vinden als dat zou kunnen.
Uiteindelijk hebben de mensen thuis er geen boodschap aan dat het live is opgenomen, want die willen gewoon een goede solo horen.’
Kevin: ‘Wat absoluut niet wil zeggen dat de solo’s die op onze cd’s staan verkeerd zijn, maar bij sommige solo’s voel je soms een aarzeling of dat de band aan het zoeken is. Dat zou je dan misschien wat scherper kunnen aanzetten.’

Hebben jullie veel outtakes?
Kevin: ‘Nee. We hadden voor onze tweede cd nóg minder tijd dan voor de eerste. Voor Built For Comfort hadden we twee dagen en voor Bound To Drive You Crazy slechts twee avonden.’
Hans: ‘Bij de eerste cd speelden we het repertoire voor de cd natuurlijk al een poos, dat scheelt ook in tijd met opnemen. De laatste cd had eigenlijk alleen maar nieuwe, zelfgeschreven nummers, dat is lastiger en kost meer tijd.’
Frank: ‘We hebben The Geddup Man zelfs in de studio geschreven.’
Kevin: ‘Op het laatst ben je ook zo vermoeid dat het niet meer lukt. We wilden Mellow Down Easy coveren, maar dat kwam er niet meer uit.’
Frank: ‘Ik vind de spanning in de studio wel fantastisch, omdat je allemaal zo gefocust bent op het resultaat. Maar het is wel prettiger iets meer ruimte te hebben.’
Kevin: ‘Wat ik zou willen, is we voor de eerste sessies meer tijd hebben, zeg drie of vier dagen, en dat je daarna nog terugkomt voor een paar dagen om het aan te scherpen of eventuele foutjes te herstellen.’

BluesMotel_2
Fotograaf: Bas Stoffelsen

‘Ik voel aan waar de sfeer en stemming liggen en dat vul ik in.’ Over songwriten en interpretatie van songs.

Is alles al uitgeschreven als jullie de studio ingaan, een uitzondering als The Geddup Man daargelaten?
Kevin: ‘Bij Bound To Drive You Crazy hebben Micha en ik het meeste vantevoren geschreven; het leeuwendeel zelfs pas ongeveer twee weken voor we de studio ingingen. Maar nummers evolueren; sommige spelen we nu bijvoorbeeld al anders dan op de plaat, omdat we langer de tijd hebben gehad ze te spelen en je daardoor andere invalshoeken vindt.’

Hoe gaat dat songwriten; begin je eerst met een gitaarriff of met de tekst?
Micha: ‘We hebben niet een standaardmanier. Soms schrijft Kevin een tekst en weet hij nog niet hoe de muziek moet klinken, soms kom ik met een riff. Hard Lovin’ bijvoorbeeld is ontstaan met een riff en daar heeft Kevin de tekst bij geschreven. Ik neem wel eens wat op met een recorder en dat stuur ik dan naar Kevin die daar iets mee doet of niet.’
Kevin: ‘Over het algemeen doet Micha de muziek en ik de tekst, dat geldt zeker voor de tweede cd. Maar dat had vooral een praktische oorzaak, omdat de rest van de band op vakantie was toen we aan het schrijven waren. We proberen in ieder geval komend jaar nieuwe nummers eerder aan de band voor te leggen.’
Hans: ‘Wat betreft de ritmesectie voel ik aan waar de sfeer en de stemming liggen en dat vul ik in met mijn baspartij. En Frank en ik zijn zo met elkaar verweven dat dat eigenlijk vanzelf gaat.’

In hoeverre zijn de nummers die je schrijft autobiografisch of gebaseerd op je eigen ervaringen? Eschatology Blues bijvoorbeeld is je antwoord op de pseudo-wetenschap.
Kevin: ‘De meeste nummers die je schrijft komen wel ergens vandaan, van wat je mee hebt gemaakt. Het is ongeveer 50% autobiografisch, maar het is natuurlijk hier en daar aangedikt. Hard Lovin’ bijvoorbeeld gaat over een vorige relatie, Woman On My Mind over mijn huidige. High Tide over een moeilijke periode waar ik in zat, over leven op het moment zonder blik op de toekomst. En Eschatology Blues is een aanklacht tegen dat wazige 2012-gebeuren waarin volgens sommigen de wereld vergaat.’
Frank: ‘Ik vind zijn teksten heel bijzonder. Wij leveren daar de achtergrond voor, maar het verhaal dat Kevin vertelt is uiteindelijk waar het om gaat.’

Geluidsfragment: Jimi Hendrix – Bleeding Heart (Blues/MCA/1994). In hoeverre kies je een nummer uit de blueshistorie en zeg je ‘zo gaan we het spelen’ of kies je toch elke keer een eigen interpretatie van een song?
Kevin: ‘Sommige nummers kun je zo compleet omgooien dat weer leuk is te doen. Bleeding Heart zoals wij het spelen, is ontstaan op het podium en wordt gespeeld door bandleden die de versie van Elmore James niet eens kennen. Uiteindelijk vormt het zich naar iets dat lekker is om te spelen. Het is dan een ander nummer met dezelfde tekst.’
Micha: ‘Het is weliswaar wat betreft muziek een standaardblues, maar ik vind de tekst heel mooi en poëtisch.’
Kevin: ‘Klopt, ik zing het ook heel graag omdat het een power heeft. Je smeekt het publiek bijna om te luisteren.’

Heb je ook favoriete nummers om te doen op het podium? Jullie spelen veel nummers die door Willie Dixon geschreven zijn.
Kevin: ‘Ik ben toch eerder gevallen voor zijn nummers die Muddy Waters heeft opgenomen dan op het geluid van Willie Dixon. Wat betreft harmonicaspelers ben ik verliefd geworden op dat elektrische geluid van Little Walter. Maar ik heb nooit geprobeerd als Little Walter te klinken. Je hebt een heleboel bluesharpspelers die trucjes van bijvoorbeeld Little Walter, Sonny Boy Williamson of Junior Wells overnemen en daar iets zogenaamds ‘eigen’ van maken. Dat heb ik nooit gewild, ik heb altijd mijn eigen stijl gevolgd. Met mondharmonica kun je lekker ritmisch spelen, dat vind ik ook het leukste om te doen. Veel van mijn licks zijn ook heel ritmisch. Ik speel heel vaak een tegenritme op Franks spel en Frank gaat daar vanzelf in mee.’

BluesMotel

Hoe kijken jullie aan tegen de huidige bluesscene, bijvoorbeeld in Nederland?
Micha: ‘Je weet dat als je bluesmuziek gaat maken in Nederland in deze tijd dat je niet beroemd gaat worden.’
Kevin: ‘Het is ook erg moeilijk om ertussen te komen in de bluesscene. Het is toch een redelijk conservatieve wereld. Ik bedoel, er zijn hele goede bluesbands, maar soms zou je willen dat men wat meer openstaat voor andere muziek en niet steeds elke week naar dezelfde bands gaat.’
Micha: ‘Bij Adele bijvoorbeeld zou ik het vanuit de blueswereld toejuichen dat er iemand vanuit de pop voorzichtige stappen zet richting de blues.’
Kevin: ‘Ik zou het niet afbranden in ieder geval als iemand vanuit de popmuziek naar de blues trekt. Het kan ervoor zorgen dat de muziek die jij goed vindt – de blues – ook weer populairder wordt.’
Frank: ‘Ik heb die zendingsdrang niet zo, mijn kinderen bijvoorbeeld houden niet van blues. Van de andere kant: bij onze optredens trekken we juist een heel gemêleerd publiek. Dat varieert van twintig tot zestig jaar, maar ook veel jeugd.’
Kevin: Als je echt meer nieuw publiek wilt trekken, zou je in De Wereld Draait door moeten optreden, vooropgesteld dat het je überhaupt lukt daar tussen te komen. Maar de vraag is of je zoiets wilt.’
Hans: ‘Je vraagprijs gaat wel omhoog als je daar hebt opgetreden natuurlijk.’
Kevin: Tja, maar dan krijg je misschien publiek binnen dat helemaal geen affiniteit met je muziek heeft, maar je alleen wilt zien omdat je toevallig in De Wereld Draait hebt opgetreden; kijk maar naar Seasick Steve. Geld is leuk, maar voor mij moet in ieder geval de artistieke vrijheid en integriteit voorop blijven staan en dat je de vrijheid krijgt je eigen ding te doen.’
Frank: ‘De blues is geen bigbusiness; we zijn van het niveau optreden in cafés.’
Micha: ‘Ik denk dat populariteit ook relatief is; het is in ieder geval niet zo dat je je baan opzegt omdat je rijk wordt van het spelen in een band.’
Hans: ‘Het is redelijk marginaal.’
Kevin: ‘Misschien dat er een opleving komt, dan zou er zoiets moeten gebeuren als destijds met Gary Moore Still Got The Blues dat voor een opleving zorgde. Maar dan ga je de richting uit van gladgestreken blues en dat is niet iets wat wij willen.’
Frank: ‘We hebben wel de potentie om een enkel nummer er boven uit te tillen. Op onze laatste cd staan een paar nummers die denk ik wel een breder publiek kunnen aanspreken als je ze wat aanscherpt.’
Kevin: ‘BluesMotel heeft nog wel ruimte om te groeien, maar er is een plafond in de bluesscene.’
Frank: ‘Je zou misschien wat meer richting pop kunnen gaan.’
Kevin: ‘Ik ga niet mijn muziek aanpassen aan de heersende smaak.’
Hans: ‘Je moet ook soms geluk hebben, bijvoorbeeld dat je muziek in een commercial gebruikt wordt.’
Kevin: ‘Kan ook. Mannish Boy die toen gebruikt is voor de Levi-commercial heeft toen gezorgd voor een kleine opleving van de blues en interesse in Muddy Waters.’

‘De respons van het publiek is toch de benzine waar de band op draait.’ Over liveoptredens en de interactie met het publiek

Hoe houd je het voor je zelf fris om bij wijze van spreken bij elk optreden te doen alsof het de eerste keer is?
Frank: ‘Je moet het toch elke keer weer doen. Je kunt wel zeggen ‘ ik weet hoe we het de vorige keer gedaan hebben’ maar dat is niet voldoende om het nu weer zo te doen. Elke keer weer moet je er energie in stoppen om die power weer de zaal in te krijgen.’
Kevin: ‘Vaak is het die eerste set zoeken en dan heb je het opeens.’
Micha: ‘Ik vind ook dat je het aan je publiek verplicht bent om er vol voor te gaan. Zeker als je nog niet zo bekend bent zoals in ons geval, moet je elke keer weer jezelf als band bewijzen. Er zijn heel veel mensen die nog nooit van je gehoord hebben en als je die voor je kunt winnen is dat prachtig.’
Kevin: ‘Het belangrijkste is dat je zorgt dat het voor jezelf niet saai wordt; daar hebben we wel eens last van gehad. Maar het scheelt nu natuurlijk dat we nieuw materiaal hebben. Het beste zou zijn als je elke maand bijvoorbeeld een paar nieuwe nummers brengt.’
Micha: ‘We moeten eigenlijk elk jaar een nieuwe cd uitbrengen.’
Kevin: ‘Ben ik voor. Soms is het wel hard werken voordat je ze zover hebt. Dat we drie tot vier uur spelen per optreden of soms nog langer, heeft daar wel deels mee te maken.’
Frank: ‘Het is natuurlijk ook zo dat als je op het podium staat, er een wisselwerking is met het publiek. En je wilt ze altijd voor je winnen wat Micha ook al aangaf.’
Micha: ‘De avonden dat het niet lukt, ga ik echt stuk: dan ben ik niet aan het genieten. We hebben ooit eens een optreden gedaan voor publiek dat het echt niet interesseerde. Ik heb die avond echt de kloten uit mijn lijf gespeeld, maar ik kreeg niets terug. Dat is niet leuk en doet pijn.’
Kevin: ‘De respons van het publiek is toch de benzine waar de band op draait. Ik merk vaak een enorm contrast tussen de eerste set en de tweede, omdat het publiek tijd nodig heeft warm te draaien en daarna los gaan omdat ze opgewarmd zijn.’
Hans: ‘Je speelt toch voor de communicatie. En we weten dat we het kunnen; de interactie tussen ons en het publiek is feestmaken.’

BluesMotel_3_01_jan_2012

Wat ik soms hoor aan de reacties van het publiek is dat men vindt dat er af en toe een soort terughoudendheid is. Ze vinden jullie allemaal een heel goede band, maar het lijkt alsof er soms wat geremdheid bij is.
Kevin: ‘Onze podiumpresentatie zou inderdaad wel wat beter kunnen.’
Frank: ‘Hans en ik zijn sowieso wat meer op de achtergrond, maar het is de wisselwerking van die drie voor op het podium, Kevin, Tim en Micha, die het interessant maakt.’
Kevin: ‘ We komen ook eigenlijk pas los als het publiek het ook wil. Als het publiek ons niet voldoende voedt, dan blijft het wat terughoudender. Ik bedoel, we maken nog steeds wel goede muziek, maar we gaan minder makkelijk los.’
Micha: ‘Ik ben vrij rustig en bescheiden buiten het podium dus voor mij zou het vreemd zijn me heel uitbundig te gedragen op het podium. Ik vind dat je dichtbij jezelf moet blijven, je moet geen dingen doen die nep zijn.’
Kevin: ‘ Waar ik zelfs wel eens moeite mee heb, is het stuk tussen de nummers, het publiek entertainen. Dat ligt me niet heel goed soms. Ik snap de opmerking over die geremdheid deels, maar van de andere kant proberen we zo puur mogelijk te zijn.’
Frank: ‘Ik vind juist dat de verschillen in karakters van BluesMotel op het podium boeiend zijn om naar te kijken. We zijn allemaal goede muzikanten, maar het is eigenlijk een heel merkwaardig gezelschap dat visueel interessant is om te zien.’
Kevin: ‘En toch denk ik dat iets meer show ons goed zou doen. Het gebeurt wel op het podium, maar dat komt vooral door de respons die we krijgen van het publiek, zeker op plaatsen waar we vaker spelen. Het zijn vooral de plaatsen waar we voor het eerst komen dat we misschien wat meer zouden kunnen doen. Daarentegen moet het wat Micha zegt ook weer niet te nep worden. Hoewel…..misschien moeten we wat danspasjes instuderen bij sommige nummers, haha! Maar dat is dan meer omdat we het zelf leuk vinden!’
Micha: Wat is soms wel storend vind, is dat ik een volgend nummer in wil zetten en dat sommigen nog niet klaar staan. Het kan af en toe wat strakker; je moet oppassen dat het niet te nonchalant wordt.’
Kevin: ‘In zekere zin zijn we een fuck-all band. Micha staat pas drie jaar op het podium, ik wat langer maar ook niet zo veel, Tim heeft ook ervaring maar hele andere. We doen het allemaal op onze eigen manier als band. Op onze eerste plaat bijvoorbeeld staan op één nummer na alleen maar covers, maar dat is wel de manier zoals BluesMotel de nummers speelt: met onze eigen draai en drive.’
Hans: ‘ We zijn wel goed in het toewerken naar een climax en een knallende uitsmijter op het podium.’
Frank: ‘ Shake Your Moneymaker – waar ik overigens een hekel aan heb, maar ik speel het wel – heeft wel iets theatraals.’
Kevin: ‘Maar dat is ook een crowdpleaser. Niettemin, er moet wel een opbouw in je set zitten.’
Micha: ‘ Er is ook veel vrijheid op het podium. Die gitaarduels en solo’s die Tim en ik spelen bijvoorbeeld zijn niet afgesproken, dat gaat spontaan.’
Kevin: ‘ Dat heb ik eigenlijk een beetje afgedwongen. Bij Long Distance Call stap ik van het podium af –om buiten te roken maar dat terzijde – en daardoor krijgen Tim en Micha de ruimte en aandacht. Het heeft misschien ook iets theatraals maar het werkt wel. Het belangrijkste is denk ik dat je de drive hebt om te spelen.’

‘Ik denk dat je minder nummers hoeft te schrijven die je live kunt doen.’  Over een nieuwe cd en de toekomst

BluesMotel at Miles, Amersfoort

Geluidsfragment: Louis Jordan – Caldonia (The Best of Louis Jordan/MCA/1977). De eerste cd was volop blues, de tweede cd had meer soul en funk. Wat is de muzikale richting van de volgende cd? Jump Blues of meer blazers of piano bijvoorbeeld?
Kevin: ‘Mijn ideaal is in ieder geval dat je voor de volgende cd anderhalve week in de studio bent om in alle rust en zonder tijdsdruk de plaat kunt opnemen.’
Frank: ‘Ik denk meer in de richting van andere muziekstijlen. Dus de Jump and Jive zoals Louis Jordan kan, maar ik ben vooral voor een wat soepelere, minder agressieve stijl. Meer bezonkener so to speak.’
Kevin: ‘ Voor ons podiumrepertoire is het lastig, maar voor op een cd zou ik heel graag een paar gastmuzikanten erbij willen. Niet voor elk nummer, maar dat je een paar songs hebt met bijvoorbeeld blazers erin, of een pianist of contrabas. We hebben in BluesMotel heel veel verschillende muzikale invloeden, van jazz tot soul dus dat kan samenkomen op de plaat.’
Hans: ‘Een andere klankkleur zou het uitgangspunt kunnen zijn.’
Micha: ‘Ik denk dat je ook minder nummers hoeft te schrijven die je live kunt doen.’
Kevin: ‘Inderdaad, dat lijkt me te gek. Je kunt op een plaat veel meer experimenteren met blazers bijvoorbeeld, zonder dat je die nummers live hoeft te brengen. Er zijn nu ook al nummers die we niet live doen: The Geddup Man of Eschatology Blues. Die laatste is gewoon niet praktisch om te doen, maar het is wel een nummer dat we leuk vonden er nog op te zetten. Het sluit de plaat mooi af.’

In hoeverre wordt de volgende cd een gemeenschappelijk product, gezien dat deze cd vooral door Kevin en Micha geschreven is?
Kevin: ‘ Ik zou graag willen dat met een nieuwe cd de band meer input geeft of hun stempel erop drukt, dat kan tekstueel zijn of muzikaal. Voor Bound To Drive You Crazy hebben Micha en ik ongeveer 90% van de plaat geschreven, vooral omdat door vakanties de rest van de band afwezig was. Dat zou een volgende keer anders kunnen. Micha en ik schrijven prettig en makkelijk samen, maar als wij de songs in een eerder stadium aan de band kunnen geven, dan kunnen zij er meer mee dan dat ze er nu mee konden.‘

BluesMotel

Geluidsfragment: Big Pete – Driftin’ (Choice Cuts/Delta Groove Records/2011). Big Pete heeft dit jaar bij een Amerikaans label zijn debuutcd uitgebracht en toert veel in het buitenland. Waar staan jullie in de toekomst? Wat zijn jullie plannen?
Kevin: ‘Big Pete is een voorbeeld van een bluesmuzikant wiens doorbraak niet in Nederland kwam; ik bedoel, zijn doorbraak komt nu ergens anders vandaan. Dat is denk ik wel tekenend voor wat je in Nederland kunt bereiken. Wat ik geweldig zou vinden, is dat je als supportact met een grotere naam kunt toeren.’
Frank: ‘Stel dat we nu opeens hitpotentie hebben, dat heeft veel maatschappelijke consequenties. Kevin en Micha zouden hun baan moeten opzeggen, Tim misschien ook als hij dat zou willen. Voor mij is het wat makkelijker, ik kan alle kanten uit omdat ik niet meer hoef te werken.’
Kevin: ‘ Amerika is lastig om door te breken, dan zou ik eerder richting Duitsland of Frankrijk gaan. Maar zoiets moet ook groeien. Van de andere kant: ik zou – als we meer optredens krijgen – met mijn baas om de tafel willen gaan zitten en kijken wat er mogelijk is. Voor komend jaar, als we een tournee in het buitenland willen doen, hangt het er vanaf of wel allemaal gezamenlijk vakantie kunnen opnemen.’
Hans: ‘ Ik zou komend jaar erg graag in St. Louis willen optreden met het jazzfestival. Ik heb die sfeer geproefd en ik denk zeker dat we daar succesvol zijn. En al is het alleen maar voor de lol, het is leuk om te doen.’
Micha: ‘ Wat ik graag zou willen, is dat je twee weken lang een tour doet via bijvoorbeeld België richting Frankrijk. Drie dagen spelen en dan een dag rust.’
Kevin: ‘Lijkt me top. Het gaat er mij ook niet eens om dat je geld verdient, maar fun hebt. We zijn naar Engeland geweest en Frankrijk en daar hebben we weinig verdiend, maar het heeft ons ook niet veel gekost.’
Micha: ‘Ik heb de foto’s van de trip naar Frankrijk laatst teruggezien en dat was echt dikke pret. Ik heb echt een supertijd gehad.’
Kevin: ‘Maar wat betreft komend jaar komt er zeker een nieuwe cd. Ik wil het liefst voor de zomervakantie de studio in, dus dat betekent veel repeteren en nieuw werk schrijven. Als je het voor de zomer opneemt, kun je in alle rust het mixen en misschien zelfs wat meer overdubs doen.’

Wordt het weer vooral eigen werk?
Kevin: ‘Dat sowieso. Een cover kan altijd; zoals gezegd wilde ik voor de afgelopen plaat Mellow Down Easy opnemen, maar dat is helaas niet gelukt. Dat zou misschien iets zijn voor de komende plaat.’
Micha: ‘Een cover goed instuderen is net zoveel werk als eigen werk schrijven. Ik zou het niet erg vinden als we geen covers zouden opnemen.’
Kevin: We gaan zeker geen nieuwe covers instuderen; het moet echt iets dat we nu al spelen en dat nog niet is opgenomen.’

En weer met artwork van Hans?
Hans: ‘Er komt eerst een kalender uit van mijn hand; een voortzetting van het artwork van Bound To Drive You Crazy en de dames die daar op staan. Voor die cd heb ik speciaal ontwerpen gedaan. Maar of de komende cd ook mijn artwork heeft; geen idee. Ik ga in ieder geval gewoon door met schilderen.’
Kevin: ‘Ik weet het ook niet. Ik had ooit wel eens het idee voor een cd-hoes om met zijn allen naar de Efteling te gaan in de achtbaan en dan die foto te gebruiken als hoes.’
Micha: ‘Tot nu toe zijn de cd-titels, de foto’s en het artwork allemaal vanzelf gegaan.’
Kevin: ‘Voor Built For Comfort hadden we Bas Stoffelsen die alle foto’s maakte en die ze nu ook weer gemaakt heeft en daarbij had ik als hoes een fotomozaïek in mijn hoofd. Maar uiteindelijk is de hoes ook niet het belangrijkste, het gaat om de muziek. Mijn lievelingsplaat is nog steeds Muddy Water At Newport 1960. Toen ik het hoorde voor het eerst dacht ik: dat wil ik. Het is nog niet helemaal gelukt dat niveau te bereiken, maar je probeert toch in de buurt te komen. Dat is de drive die me bezighoudt.’

Website: www.bluesmotel.nl

BluesMotel 1 januari 2012 Miles Amersfoort

Ook op Blues Magazine ...