Foto Interview: Bluesmagazine in gesprek met toetsenist Bob Fridzema

Tekst: André Wittebroek.
Foto’s: Gernot Mangold van sounds-of-south.de

Bluesmagazine heeft toetsenist Bob Fridzema heel vaak zien optreden bij verschillende bands en altijd geweldig goed. Het leek ons een goed idee deze uitstekende muzikant weer eens te interviewen en wat meer over hem te weten te komen sinds het interview van tien jaar geleden.
De gelegenheid deed zich voor in Zeche Bochum op 13-05-2024 voor het optreden van hem met de Glenn Hughes Band. Zo gezegd, zo gedaan.

Na een hartelijke begroeting werden we naar een rustige plek gebracht en Bob regelde meteen een lekker koel biertje en konden we beginnen.

– Wij van Bluesmagazine zien je al jaren optreden met veel bekende artiesten in de blueswereld zoals Walter Trout, Joanne Shaw Taylor, King King, Bernhard Allison, Robert Jon and The Wreck, Devon Allman, Bernie Marsden en nu Glenn Hughes en ga zo maar door. Hoe is dat zo gekomen dat ze je allemaal kennen en ze jou in de band vragen?

De blueswereld is eigenlijk een vrij kleine wereld, het is een beetje ons kent ons. Je ontmoet elkaar bij festivals, liveshows en soms in de studio. Op een gegeven moment heb je een netwerk. Men ziet je bij een optreden en men ziet dat je het wel kunt. Wanneer een band me vraagt en de muziek opstuurt dan is het gewoon keihard instuderen. Mijn basis is goed, heb conservatorium gedaan en dan ben je technisch goed onderlegd. Op m’n 20e ben ik naar het conservatorium in Rotterdam gegaan want daar hadden ze een pop-opleiding – ik zag het namelijk niet zitten om vier jaar lang jazz of klassieke muziek te studeren. In Rotterdam kijken ze naar: “wat wil jij?” en dat paste beter bij mij.
Ik speelde vroeger met Stefan Schill en we maakten een album voor Provogue. Met hem waren we het voorprogramma van Philip Sayce en toerden door o.a. Engeland, Duitsland, Frankrijk en dan ontmoet je veel mensen. Veel mensen zagen me bij de optredens en dat opende weer een deur. Toen bijvoorbeeld Dana Fuchs belde of ik bij haar wilde spelen op tour in Duitsland en Scandinavië greep ik dat meteen aan. Mijn tweede tour met haar was het Mahindra festival in Mumbai in India en dat was een geweldige ervaring. Daar bijvoorbeeld Walter Trout voor het eerst ontmoet, Popa Chubby en vele anderen waar ik nog steeds contact mee heb. Zeker een van de hoogtepunten tot nu toe.

– Even naar het begin van je loopbaan.: Hoe ben je tot de muziek gekomen en wanneer is die interesse ontstaan?

Muziek is mij, zeg maar, met de paplepel ingegoten. Mijn ouders hadden een grote platencollectie en luisterden veel muziek en vooral naar blues. Mijn vader bijvoorbeeld naar Luther Allison, Koko Taylor, Pink Floyd en mijn moeder bijvoorbeeld naar Eric Clapton, Stevie Ray Vaughan en wat en Janis Joplin. We hadden thuis ook veel van de radio opgenomen cassettes, bijvoorbeeld “In Sesjun” en blues bij de VPRO en daar luisterde ik ook veel naar. Ik was een jaar of zes/zeven en hoorde in de auto een cassette van Luther Allison met het album ‘Love Me Papa’ en dat is voor mij nog steeds de blauwdruk hoe blues moest zijn. Die plaat van Luther Allison staat in mijn top drie beste albums ooit. Mijn ouders hebben me altijd ontzettend gesteund, en zonder hen was ik niet geworden wat ik nu ben.
Toen ik een jaar of zeven was zag ik een jongen in de lokale muziekschool een demonstratie met een keyboard geven en dat blies me omver. Mijn ouders kregen dat mee en kochten een Casio-keyboardje voor mij en daarmee is het begonnen. Daarna had ik les op het Gouds Muziek Instituut en uiteindelijk het conservatorium.

– Je geeft ook nog privéles las ik.

Dat heb ik sinds mijn twintigste gedaan en begon ermee tijdens mijn conservatorium studie. Dat kwam ook goed van pas tijdens de corona crisis. Er waren geen optredens, kon niet veel doen en lesgeven was prima online te doen. De leerlingen kwamen overal vandaan. Nu met het toeren doe ik het een stuk minder.

– Je bent getrouwd met een Deense en naar Denemarken verhuisd. Hoe is het met de muziek daar en specifiek de blues?

In het begin was het niet gemakkelijk omdat je veel achter moet laten, zoals je vrienden, je familie, de muziekcontacten in Nederland. Ik moest eigenlijk opnieuw beginnen met vrienden maken en een netwerk opbouwen. Ik toerde veel en was ook veel weg. In Denemarken speelde ik een paar keer mee met Jesper Binzer van de bekende Deense rockband D-A-D met Soren Andersen op gitaar. Toetsenist Jesper Bo Hansen speelde voor mij bij Glenn Hughes en toen hij verhinderd was, werd ik door Soren, die al langer met Glenn speelt, gevraagd om voor hem in te vallen. En nu speel ik samen met Soren voor Glenn Hughes – ons kent ons!
Er zijn zeker een paar bluesclubs in Denemarken, en ik vind bijvoorbeeld Mike Andersen een hele goede bluesmuzikant maar er zijn er veel meer.

– Is het moeilijk om met zoveel verschillende bands/mensen te toeren en vaak lange toers?

Het is eigenlijk net een familie op reis. Het is een kwestie van geven en nemen, je moet je ook kunnen aanpassen net als bij een familie, zeker als je weken weg bent met elkaar. Aanpassen lukt me redelijk goed, denk ik.

– Je woont met je vrouw en twee kinderen in Denemarken. Is dat niet moeilijk voor jullie, dat je soms lang op toer bent en weg van huis?

Dat is zeker niet altijd even makkelijk, maar na een lange toer zorg ik dat ik lang thuis ben. Toen we nog maar één kind hadden was het makkelijker voor mijn vrouw, maar met twee is het zeker een stuk moeilijker nu wanneer ik weg ben. Ze zijn nog jong en straks gaan ze naar de kinderopvang en school en dan wordt het thuis hopelijk wat rustiger op die momenten. Mijn vrouw heeft ook een baan. Soms is het wel eens moeilijk de balans tussen alles te vinden.

Dan wordt Bob geroepen zich voor te bereiden op de show en worden we zeer vriendelijk bedankt voor de interesse. Hij vraagt nog of we er na de show nog zijn , maar dat gaat niet, want de rit terug naar Nederland wacht nog!

Foto Interview: Bluesmagazine in gesprek met toetsenist Bob Fridzema

Links:
www.bobfridzema.com


Ook op Blues Magazine ...