Interview: BLUES BOY DAN OWEN

Tekst: Ton Kok

Dan Owen werd geboren op 11 mei 1992 in het Engelse Shrewsbury en al op zijn negende vond hij gitaarspelen een stuk interessanter dan school. Live muziek maken is waar het bij Dan om draait. Een filmpje met zijn versie van Bob Dylan’s “The Ballad Of Hollis Brown” belandde in 2012 op YouTube en werd daar binnen een dag tijd ongeveer 70.000 keer bekeken. Inmiddels staat de teller boven de 473.000.

In juli jl. stond hij voor het eerst in Nederland op een podium in het Amsterdamse Paradiso als support act van Valerie June en kort na zijn tweede optreden hier, had ik in een portocabin achter een podium op Culemborg Blues een gesprek met deze interessante jongeman. Dan heeft weinig op met elektrische blues bands en vanuit dat oogpunt was het een beetje ironisch dat we af en toe onze stemmen moesten verheffen dankzij de Leif de Leeuw Band, die het ons niet echt makkelijk maakte.

Zo, Dan. Dat was een indrukwekkende kennismaking. Goed geluid, prima performance. Ben je tevreden?

Jazeker, het was een prima publiek, dat ook echt luistert naar akoestische muziek. Dat maak ik in Engeland op festivals wel anders mee. Daar tel je pas mee als je een Fender Stat of een Gibson Les Paul bespeelt en een grote Marshall toren achter je hebt staan.

Je begon al jong met gitaar spelen en je hebt dankzij je gitaarleraar Richard Pharo kennisgemaakt met de blues. Met welke stijl ben je begonnen?

Ik ben niet met een specifieke stijl begonnen, gewoon wat eenvoudige bluesschema’s en van daaruit verder gegaan. Maar op een gegeven moment ben ik bij hem gestopt. Ik kwam in mijn rock fase. Ik ben toen les gaan nemen bij iemand, die zich meer toelegde op rock en daar leerde ik er dan weer wat andere akkoorden bij. Toen ik dertien of veertien was ben ik helemaal met gitaarlessen gestopt en was alles al snel weer vergeten. Ik speel eigenlijk wat ik hoor en heb nauwelijks enige theoretische kennis. Ik heb ook niet veel techniek, ik ken de akkoorden dan wel, maar zou niet weten hoe ze allemaal heten. Op school ben ik ook gezakt voor het onderdeel muziek, maar met de combinatie van hoofd en handen weet ik wel over te brengen wat ik wil.

Je zit er duidelijk niet echt mee.

Nee, uiteindelijk maakt het niets uit.

Speel je ook wel eens elektrische gitaar?

Nee, eigenlijk niet. Toen ik in mijn rock fase kwam heb ik wel een elektrische gitaar aangeschaft, maar tegenwoordig speel ik daar nog nauwelijks op.

Straks speel je een paar nummers mee met Smokin’ Cadillac. Weet je al wat je gaat doen?

Nee, daar heb ik nog geen idee van. Peter (Nelissen), mijn boeker hier, drumt in die band en ze hebben gevraagd of ik een nummer mee wilde doen, dus OK. Misschien wordt het alleen zingen, misschien harmonica … we zien het wel.

Door welke muzikanten ben je beïnvloed?

Dat weet ik niet precies, ik heb eigenlijk geen specifieke voorbeelden. Ik ben niet zo’n fan van Britse blues. Ik hou wel van de Rolling Stones en dat soort bands, want die hebben de blues in Engeland geïntroduceerd. Die bands begonnen hier blues te spelen en iedereen vroeg zich af: “Wat is dat nu?” Dat is blues! Zo is de blues hier terecht gekomen. Maar op een gegeven moment hoorde ik de oude zwarte blues en dat is toch the real thing. Maar dat hoor je dan weer niet op de Britse festivals. Zonder Stratocaster of Les Paul en Marshall toren achter je, tel je dus niet echt mee.

Hier in Culemborg is trouwens ook veel rock te horen?

Ja, dat wel. Ik heb hier nog te weinig gespeeld om te oordelen hoe het er hier aan toe gaat, maar hier houden de mensen ook wel van een stukje akoestische blues, heb ik gemerkt. Het was druk en de mensen luisterden.

Je hebt één keer eerder in Nederland gespeeld?

Ja, in Paradiso als support act voor Valerie June. Ze is echt goed. Op het podium hangt er iets vreemds rond haar heen, maar het is erg leuk. Ik heb echt van haar genoten. Ik geniet van haar stem.

Je bent eigenlijk letterlijk per ongeluk muzikant geworden.

Ha, ja, zo zou je dat kunnen zeggen. Ik ben begonnen met optreden op mijn dertiende. Mijn zuster Claire, die hier vandaag ook is, is zangeres en ik begeleidde haar op gitaar. Op mijn zestiende ben ik zelf ook gaan zingen. Toen ik van school af was ben ik als timmerman aan de slag gegaan. Ik kon goed met mijn handen werken en had het vak goed onder de knie. Op een dag was ik een stuk hout aan het uithollen, toen er een splinter wegsprong en precies in mijn oog terecht kwam. Mijn gezichtvermogen is sindsdien verre van optimaal.

Hoe gaat het daar momenteel mee, is het stabiel of wordt het slechter?

Het is redelijk stabiel, maar het zal er niet beter op worden. Ik kan met dat oog wel iets zien, zoals het licht hierboven, maar verder … Ik ben toen weer gaan optreden, ik heb de plattegrond van Engeland gepakt en heb een cirkel rond mijn woonplaats getrokken. Vervolgens heb ik alle plaatsen opgeschreven, al de pubs in die plaatsen opgezocht en die gaan benaderen voor optredens, wel zo’n veertig per dag. Soms leverde dat wat optredens op en soms niet. Uiteindelijk heb ik het eerste jaar ongeveer tweehonderd optredens gedaan. Dat eerste jaar was een leerjaar, veel ervaring opdoen.

Het tweede jaar heb ik wat minder vaak gespeeld. Ik heb na het eerste jaar een selectie gemaakt en alleen gespeeld op die plaatsen waar de mensen ook echt voor de muziek naartoe kwamen. Omdat ik zelf door mijn gezichtsvermogen geen auto kan rijden, bracht mijn vader me overal naartoe. Ik had het geluk dat hij van autorijden houdt. Zonder hem was dit niet gelukt.

En toen kwam de “Ballad Of Hollis Brown”.

Ja, dat filmpje kwam op YouTube terecht en er hebben ontzettend veel mensen naar gekeken. Ik ging ’s avonds slapen en toen hadden ongeveer 600 mensen het bekeken, ik werd de volgende morgen wakker en toen hadden al 25.000 mensen het gezien. Toen ik terugkwam van het zwemmen 40.000 en aan het eind van de middag, net thuis uit de sportschool, stond de teller70.000. Ik stond te trillen, toen ik het allemaal op mijn telefoon zag. De power van het internet, zoveel mensen, ik stond stijf van de adrenaline.

En toen nam Mick Fleetwood contact met je op?

Ja, in de Borderline club in Londen heb ik een soort showcase voor hem gedaan. Hij had overal naartoe kunnen gaan, maar hij kwam naar mij kijken. Na afloop zijn we samen ergens gaan eten. Daar zat ik dan met niemand minder dan Mick Fleetwood, wow. Sindsdien bellen we elkaar regelmatig en dan zitten we zo een uur te kletsen. Hij kan me helpen als ik ergens problemen mee heb of advies wil. Hij heeft zoveel ervaring en kan me vertellen wat ik moet doen en vooral wat ik niet moet doen.

Je stem, die klinkt zo volwassen. Forceer je dat of is het een natuurlijke manier van zingen?

Het is heel natuurlijk. Op mijn zeventiende begon ik zo te klinken. Nadat ik ongeveer een jaar zo zong heb ik er eens naar laten kijken. Ze gingen toen met soort camera door mijn neus naar binnen en laten die dan in je keel zakken en hebben zo mijn stembanden gecontroleerd. Het was helemaal in orde, dus ik forceer niets, het is heel natuurlijk. Ik kon gewoon doorgaan met wat ik deed. Ik neem momenteel ook zangles. Eigenlijk had ik dat al veel eerder moeten doen. Ik besteed veel tijd aan oefeningen om mijn stem sterk en fit te houden. Dankzij mijn zangleraren heb ik een veel krachtiger stem gekregen.

Je hebt tot op heden één EP uitgebracht. Die klinkt anders dan dat je live klinkt. Soms meerdere muzikanten, een nummer met pianobegeleiding …

Dat klopt. De EP is niet meer representatief voor wat ik momenteel doe en ik ben dan ook gestopt met de verkoop ervan.

Je eigen werk is meer singer/songwriter materiaal, de covers zijn veelal de meer traditionele blues?

Dat klopt wel, ja. Blues is mijn leven, daar ligt mijn hart. Maar als ik uitga met vrienden hoor ik in de clubs ook andere muziek die me aanspreekt en in die muziek ik heb iets meer vrijheid om mijn ideeën in kwijt te kunnen. Eh, ik weet niet hoe het hier is, maar in Engeland hebben we zoiets als de blues politie, die dan komt met opmerkingen als “Dat is geen blues”. Maar voor mij is het wel blues, blues is het vertellen van verhalen.

Op dat moment gaat de deur van de portocabin open en komt Wille Edwards (Wille & the Bandits) binnenstormen om een set gitaarsnaren van Dan te lenen. Na hem even duidelijk gemaakt te hebben dat hij midden in een interview zit, verontschuldigd Wille zich en maakt hij zich uit de voeten.

Laatste vraag, wanneer kunnen we jouw eerste volledige album verwachten?

Ik vlieg binnenkort naar New York en daar gaan we eerst nog een EP opnemen. Bij optredens wordt vaak geïnformeerd of ik cd’s te koop heb en als ik terugkom uit New York kan ik aan deze vraag voldoen. De verkoop bij optredens is belangrijk, belangrijker dan een website of dat soort dingen. Ik ken bands die al cd’s en merchandise hebben voor ze een goede live set kunnen neerzetten. Ik loop wat die zaken betreft misschien wat achter, maar het live spelen staat bij mij voorop. Ik vind het belangrijk dat de mensen naar mijn live optredens komen en zeggen: Ja, die gozer is OK. Daar draait het voor mij uiteindelijk om.

Blues Boy Dan Owen is a.s. zondag (12 oktober) om 22.00 uur te zien en te horen in De Question Plaza in Den Burg als afsluiter van het Texel Blues Festival.

website Dan Owen


Ook op Blues Magazine ...