Beth Hart – ‘Ik heb voldoende rust nodig om te kunnen functioneren’
Komend weekend geeft ze twee al maanden geleden uitverkochte concerten in AFAS Live, vrijdagavond solo en zaterdag met band en op 12 juni is ze headliner van het vijfde Holland International Blues Festival in Bluesvillage Grolloo. Blues Magazine sprak zangeres Beth Hart in haar favoriete Amsterdamse hotel. Het was twaalf jaar geleden dat Beth en de interviewer elkaar voor het laatst spraken, maar het was net alsof het vorig jaar was… Zoals altijd kwam er weer een spraakwaterval uit de sympathieke Amerikaanse zangeres, die graag wilde vertellen over de opnamen van haar nieuwste album ‘War In My Mind‘. Omdat ze op haar Facebookpagina de onderwerpen van vrijwel alle songs heeft uitgelegd, hoefden we haar dáár dus niet naar te vragen!
Tekst: Harry Pater
Alle albumrecensies zijn zeer positief. Wat vind je daarvan?
‘Oh dat is heel fijn, je weet van tevoren nooit hoe de mensen erop gaan reageren. Het is fijn om te horen of te lezen als iemand anders geniet van hetgeen je gemaakt hebt. Eerlijk gezegd ben ik al heel wat jaren geleden gestopt met er zelf iets van te vinden als andere mensen mijn nieuwe plaat wel of niet goed of mooi vinden en dat is een van de redenen waardoor ik in deze muziekbusiness heb kunnen overleven, omdat ik zo gevoelig ben. Maar lang geleden kwam ik al tot de conclusie dat alleen als ikzelf tevreden ben over wat en hoe ik iets heb gemaakt, dat dàt dan voor mij waardevol is en niet wat anderen ervan vinden. Vooral omdat ik regelmatig platen heb uitgebracht waar ik niet echt achterstond en waar de mensen toch heel positief op reageerden èn ik bracht platen uit waar ik echt van hield en dat ik daarop geen positieve reacties kreeg, dus tja… maar het is natuurlijk altijd prettig te horen als mensen zeggen dat ze iets mooi vinden.’
Wanneer besloot je om dit album op te nemen, het vorige was immers al drie jaar geleden?
‘Nou nee, ik ben gewend om eens in de zoveel jaar een nieuwe plaat te maken en soms zelfs ieder jaar. Het is gewoon… als ik er aan toe ben, ik heb niet echt een plan van wanneer ik weer een album ga opnemen. Ik schrijf altijd en heb dus altijd een stapel nieuwe songs liggen en ik werk vaak met andere producers op verschillende platen en eigenlijk is het een organisch proces hoe het werkt. Ik zet er geen druk op om steeds maar weer nieuwe platen te maken, dus het kan gebeuren dat ik twee albums in één jaar maak of eentje in vijf jaar tijd, het gaat erom of ik er aan toe ben, of ik het belangrijk vind op dat moment en of de songs die ik wil laten horen af zijn en of de producer waarmee ik werk zijn best doet om het zo goed mogelijk vast te leggen en als ik er daarna tevreden over ben leveren we het album in bij de platenmaatschappij, die me gelukkig niet onder druk zetten.’
Waarom gaf je het album de titel War In My Mind mee?
‘Ik wilde het eerst Sister Dear noemen, maar mijn echtgenoot Scott vond dat niet zo’n goede titel, hij vond War In My Mind geschikter. Ik heb het album opgedragen aan mijn oudere zus Susan en wilde dat ook in de albumtitel laten doorklinken. Susan is mijn zus die nog leeft, dus niet degene die al overleden is, Sharon, waarover ik eerder songs heb geschreven. Ik wilde met Rob Cavallo als producer werken, omdat ik op een etentje bij hem thuis was en hij hoorde mij dit nummer zingen en hij vond het heel mooi en zei me meteen “ik wil dit nummer met jou opnemen”. En ik had een ander nummer geschreven dat ik War In My Mind heb genoemd en Scott zei dat deze titel veel geschikter is, omdat ik een geestesziekte heb en “dat het heel belangrijk voor je is om daarover te zingen en te praten, over het overleven van deze ziekte en daarom vind ik dat deze titel de lading beter dekt” en ik wist meteen dat hij gelijk had, vandaar dus. Ik vind het ook een mooie titel, het is wel een beetje donker album en daarom wilde ik het eerst Sister Dear noemen, maar ik ben blij dat hij me overtuigd heeft’.
De song Rub Me For Luck zou heel geschikt zijn voor een James Bond film hoor ik her en der. Wat is jouw reactie hierop?
‘Dit nummer zong ik ook op dat feestje bij Rob Cavallo en hij zei ook meteen “dat zou een geweldige song voor een 007 film zijn!” en sinds het album uit is hoor en lees ik dat veel vaker. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als dit echt zou gebeuren en ik droom er wel eens van, maar of het er werkelijk ooit van zal komen… ik denk het eerlijk gezegd niet.’
Een van de mooiste songs op het album is Let It Grow, met dat gospelachtige koor. Ga je dit tijdens de komende tournee ook live uitvoeren met een koor?
‘Oh nee… dat zou ik wel willen natuurlijk, maar dat kan ik simpelweg niet betalen joh! Dit is een van mijn favorieten op deze plaat, vol met hoop, het is al mooi dat het zo op het album staat en dat veel mensen het mooi vinden. Weet je wat het is, dat is een van de mooie dingen als ik een album maak, want ik doe mijn ding en laat de producer de rest regelen. Natuurlijk bespreken we van tevoren wel wat ik graag wil doen, vaak tot in detail, maar verder laat ik het aan de producer over, dat werkt het beste voor mij, behalve als ik het zelf zou produceren, maar dat wil ik juist niet. Uiteindelijk moet het zó gaan dat hetgeen we opnemen ook live uitgevoerd kan worden, dus door mijn gitarist Jon [Nicols], drummer Bill [Ramsom] en bassist Bob [Marinelli], ook al zal het live nooit zo kunnen klinken als op de plaat en dat hoeft ook niet, het moet vooral zo gemaakt worden wat het beste is voor de song en wat wij er dan tijdens optredens mee doen is toch wat anders dan in de studio. En omdat we live niet alle instrumentatie hebben dan in de studio maakt het een extra uitdaging voor ons. Het hoeft live ook niet net zo te klinken als op de plaat, omdat het een andere situatie en in een andere omgeving is, dat vind ik erg belangrijk. En ik heb de luxe dat ik het zo kan doen, omdat ik geen grote popster ben, dus de mensen komen niet om mij een grote song van de radio te horen spelen. Hopelijk komen ze om een andere interpretatie van de songs te horen en genieten ze daarvan.’
Je besloot om deze keer met Rob Cavallo als producer te werken, waarom? Ooit mixte hij je Leave The Light On album.
‘Ik speelde ongeveer een uur en een kwartier bij hem thuis na de eerder genoemde dinnerparty. Hij organiseerde een uitgebreid diner voor ongeveer vijftig mensen en elke maand houdt hij dat soort bijzondere en uitgebreide diners en ik was bij een van die feestjes uitgenodigd en speelde gewoon een heel stel songs op de piano die daar stond en hij zei me daarna dat hij graag drie van de songs die ik speelde wilde produceren. Dat waren dus Sister Dear, War In My Mind en Rub Me For Luck en ik had op dat moment Woman Down nog niet afgemaakt en ik speelde verder een aantal oudere songs. Dus eigenlijk groeide het van deze drie songs naar een volledig album.’
Was het werken met hem anders dan met andere producers?
‘Elke producer is weer anders, want ieder persoon is een andere persoon… begrijp je? Hun interpretatie en hun manier van werken is altijd weer anders dan bij een ander. Uiteraard arrangeer ik mijn songs terwijl ik ze schrijf en zo geef ik ze door aan de producer. Op dat moment zit mijn werk erop en is het de taak aan de producer om ervoor te zorgen dat de songs zo goed mogelijk worden uitgevoerd en opgenomen en dat ik er daarna tevreden over kan zijn. Vervolgens ga ik de studio in, doe mijn werk, luister het nooit terug behalve als er iets niet goed ging en daarna verlaat ik de studio, rook een sigaret en wacht tot ze me terug willen hebben als ze denken dat het goed genoeg is en dan nemen we de volgende song op. Eigenlijk ga ik pas echt terug de studio in als het tijd is om te mixen, want dat is voor mij eigenlijk de tweede fase van het schrijven van songs, dus voordien luister ik ook niet naar hoe en wat ik precies gezongen heb. Maar in de mix fase moet alles goed zijn.’
Jij bent altijd erg open over je persoonlijke leven, zoals over je verslavingen, en je bipolaire stoornis (manische depressiviteit). Waarom doe je dat?
‘Dat kan ik niet helpen, zo ben ik nu eenmaal! Ik ben altijd erg open geweest, niet alleen in muzikale zin, maar eigenlijk in alles. Het is waarschijnlijk begonnen toen ik in therapie ging, terwijl ik nog heel klein was. Dus ik raakte eraan gewend op een heel jonge leeftijd een vreemde, een dokter, te ontmoeten en zo jong al te zien en te merken de voordelen van het open te zijn en zo samen met een andere persoon door je problemen te komen. De belangrijkste reden dat ik zo jong in therapie ging was dat mijn ouders in scheiding lagen, wat een erg pijnlijke periode was en de piano gaf me troost en dat is de reden waarom ik er steeds naar terugga, want het pianospelen geeft me troost en brengt me in de richting van iets dat ik niet kan zien, maar wat ik geloof en wat uit de piano komt als ik er op speel, is alsof ik het in de ogen van een andere persoon breng en dat dit dan ook voor die persoon troost geeft. Overigens ga ik nog steeds vaak in therapie, dat is goed voor me.’
Sommige fans schreven iets als “het geeft niet dat je aan bipolaire stoornis lijdt, wij houden van je, maak je er niet druk om!”. Hoe reageer jij hierop?
[fel en met stemverheffing] ‘Degene die dat zeggen zijn complete idioten! Zij weten niet waar ze het over hebben. Alleen als je het zelf hebt weet je wat het inhoudt, het is zo gevaarlijk! Er is geen medicatie waardoor het perfect met je gaat, er is geen genezing mogelijk. Zelfs als ik aan het fietsen ben is het gevaarlijk, voor anderen èn ik kan mezelf doden… daarom ben ik dan weer in en dan weer uit ziekenhuizen en dat zal doorgaan tot aan mijn dood. Het is erg makkelijk voor iemand om te zeggen wat je moet doen, als je het zelf niet hebt. Het is hetzelfde als tegen iemand die tegen kanker strijdt zeggen “maak je niet druk, het komt allemaal wel goed!”, dat is natuurlijk absolute onzin, echt belachelijk!’
Op vorige albums zong je over je overleden zus Sharon, je moeder, je vader en nu over je zus Susan. Is het hen bekend dat je over hen zingt voordat een plaat uit is?
‘Nee, ze weten het doorgaans pas als ik de plaat bij ze achterlaat. Al komt het ook wel eens voor dat ik het ze via de telefoon doorstuur als ik het net geschreven heb. Bijvoorbeeld met Sister Dear was het zo dat ik het schreef na de eerste avond dat mijn zus Susan en ik samen naar een therapiesessie met de dokter waren geweest. Ik schreef het meteen op toen ik weer thuis was en e-mailde het naar haar. Ze belde meteen daarna en we huilden allebei en we voelden ons hierna beide echt goed. En met Mama This One’s For You [bonustrack van de luxe versie van Better Than Home] was het zelfs zo dat ik mijn moeder belde terwijl ik nog niet eens klaar was, ik had net het eerste couplet en het refrein geschreven en ze zei meteen hoe blij ze ermee was. Mijn vader heeft nooit geluisterd naar mij terwijl ik muziek maakte, pas in de afgelopen twee jaar deed hij dat. Ik stuurde hem nooit iets omdat ik wist dat hij er toch niet naar zou luisteren en we hadden al jaren geen contact meer sinds hij ons verliet voor een andere vrouw. Tell Her You Belong To Me [ook van Better Than Home] schreef ik voor mijn vader, maar hij hoorde het pas toen de plaat was uitgebracht. En ik heb ook verschillende andere songs over hem geschreven, maar hij weet niet dat ze over hem gaan en dat zal ik hem ook niet vertellen, want ik weet dat ie daar alleen maar overstuur van zal worden.’
Is jouw manier van songschrijven veranderd in de afgelopen (ruim) twintig jaar?
‘O ja, absoluut, want ik ben uiteraard veranderd. Want ik krijg steeds nieuwe perspectieven en herinneringen over het verleden, mijn dromen en verwachtingen aangaande de toekomst veranderen steeds en alleen daarom al is het songs schrijven veranderd.’
Zijn jouw muzikanten op enige manier betrokken bij het schrijven van nieuwe songs?
‘Nee, niet meer. Jon en ik hebben veel samen geschreven, maar in de afgelopen jaren niet meer. Hoe ouder ik word, hoe meer ik in mijn eentje schrijf. Er zijn een paar schrijvers buiten de band waarmee ik wel eens samen werk, vrienden als Rune Westberg. Ik begon samen met hem te schrijven aan de song Learning To Live [op Leave The Light On] en sindsdien komen we elk jaar wel een paar keer samen om wat te schrijven. En er is een geweldige kerel die James House heet en in Nashville woont, al is hij niet zo’n Nashville figuur maar echt een L.A. figuur, en wij schrijven ook nu en dan samen, op dit album Sugar Shack, maar ik schrijf voornamelijk in mijn eentje, dat bevalt me het beste! En ik schrijf voornamelijk aan de piano, maar soms ook met de gitaar binnen handbereik.
In de komende tournee doe je zowel solo- als bandoptredens. Wat heeft jouw voorkeur?
’In mijn eentje optreden is erg griezelig voor me, want alles komt dan op mij neer, maar ik vind het wel fantastisch om te doen. Het is goed als het wat ongemakkelijk is en zwaar, het voelt voor mij dan meer echt, om het zo te zeggen, maar wel zwaarder voor mij, zenuwslopend soms. Met de band is het wat gemakkelijker, want mocht het met mij niet helemaal goed gaan, dan zorgen zij er wel voor dat het wel goed komt. Weet je, als kind in een druk gezin moest je ervoor zorgen dat je gehoord werd, want anders was een van de anderen aan het woord en werd jij niet gehoord. Dus al op jonge leeftijd leerde ik me goed uit te drukken en duidelijk te maken wat ik wilde en ergens van vond. Dat is heel goed voor mijn ontwikkeling geweest, want daardoor kan ik solo optredens geven waarbij ik behoorlijk veel praat.’
Zijn er bepaalde plekken of zalen waar je graag speelt?
‘Niet echt, het gaat nooit om de plek of zaal, maar om hoe mijn geestesgesteldheid is. Als die goed is, dan maakt het niet uit waar het is, dan geniet ik ervan. En als die niet goed is, dan maakt het ook niet uit waar het is, maar dan moet ik er tegen vechten, want genieten is er dan echt niet bij.’
Twee jaar geleden speelde je in de Ziggo Dome in Amsterdam. Dat concert werd toen gefilmd en opgenomen. Twee songs ervan staan nu op de limited edition versie van de nieuwe cd. Zal de rest van dat concert ook worden uitgebracht en wellicht ook de beelden op dvd of blu-ray?
‘Echt joh, dat wist ik niet van die cd en voor zover ik weet is er ook nog geen dvd of zo van gemaakt. Maar zoiets gebeurt wel vaker, een van mijn solo shows in Engeland werd ook gefilmd, ik meen een jaar of vier geleden. Dit is ook niet uitgebracht op dvd. Maar ik weet nooit wat er op een dvd wordt uitgebracht, niemand vertelt mij zoiets, ha ha ha… Om eerlijk te zijn is dat maar goed ook, want ik houd me niet bezig met de zakelijke kant van dit alles, daar heb ik uitstekende mensen voor! Als het om dergelijke grote beslissingen gaat zou ik waarschijnlijk slechte beslissingen maken, dus is het beter om mij er niet mee te laten bemoeien. De mensen om me heen, na al die jaren, zijn als familie voor me en ik weet dat ik ze voor honderd procent kan vertrouwen en zij zijn erg rationeel om de juiste beslissingen te maken.
Dus ik laat het graag aan hen over, ook al omdat ik meer dan genoeg aan mezelf heb, alleen dat is al een fulltime baan! En ik kan dit werk echt niet doen op een volledig hoog niveau, daarom ben ik blij met mijn manager David Wolff, met wie ik al heel lang werk en natuurlijk mijn man Scott. Ik ben ook niet in staat om evenveel optredens in een week te doen zoals de meeste artiesten en ik kan ook niet langer touren dan hooguit vier weken achter elkaar, ik heb tussendoor voldoende vrije dagen hebben en na die vier weken minstens een of twee weken rust hebben, anders houd ik het gewoon niet vol. En als ik het over rust heb, dan is dat het ook. Ik schrijf wel, want daar houd ik erg van en verder ben ik aan het tuinieren en ik kook graag en verder is het verder gewoon lekker niks doen, niets te hoeven doen dus. En zelfs dat is voor mij al moeilijk om te doen, omdat ik dus zoveel aan mijn hoofd heb. En ik ben me er goed van bewust dat het zó moet gaan, want anders maak ik er toch een puinhoop van!’
Eerder dit jaar kwam je Royal Albert Hall concert op cd, dvd en blu-ray uit. Hoe heb je dat ervaren? Je moeder was erbij…
‘Oh mijn God, ik haatte die show zo ontzettend… dat was een van die avonden waarop ik me heel slecht voelde. En ik zal je vertellen waardoor dat kwam, ik was toen al zeker een week of vijf door Engeland aan het touren en dat was veel te lang. En in Engeland blijkt het publiek veel rustiger te zijn dan elders en ik was inmiddels al zo paranoïde omdat ik daardoor dacht dat men het niet leuk vond en als ze dan echt stil zijn dan ben ik er helemaal van overtuigd dat ze het niet leuk vinden, dus ik voelde me erg te neergeslagen en toen vlogen ze ook nog eens mijn moeder in en ik houd van moeder en wil mijn moeder plezieren maar soms heb ik een grote mond en dan weet ik echt niet wat er soms uit mijn mond komt, dus ik was doodsbang of ik schaamde me voor haar omdat ik haar ongemakkelijk liet voelen, hopend dat ik niet te ver ging en ik kan mezelf er niet van weerhouden het toch te doen… dus die avond was ik ontzettend zenuwachtig!
En ik kon er niet van genieten die avond, maar ik speelde er een tweede avond en toen kon ik er wel van genieten, dus van de twee was er toch eentje goed. En ik krijg heel veel goede reacties op de opnamen en daar ben ik natuurlijk heel blij mee, want degene die ik erover sprak zeiden allemaal dat ze het fantastisch vonden en dat ze niets hadden gemerkt van het feit dat ik me ongemakkelijk voelde, blijkbaar kan ik goed acteren. Als ik het zelf bekijk zie ik het ook niet, maar ik voel het wel! Nou ja, da’s iets om mee te leven…’
In gesprek met Beth Hart / Fotografie Henry Knegt
Klopt het dat je nooit naar je eigen platen luistert?
‘Dat is inderdaad zo, op alle platen die ik gemaakt heb staan stukken die ik mooi vind en ook stukken die ik niet meer kan horen, omdat ze anders zijn geworden dan ik gewild had. Maar met dit album is het voor het eerst gebeurd dat ik, nadat alles gemixt was, er zeker zes weken lang elke dag naar geluisterd heb. Nadat de plaat gemasterd was vertrok ik voor een zes weken durende tournee en ik luisterde er echt elke dag weer naar en ik bleef er heel tevreden naar luisteren! En dat is me eerlijk gezegd hiervoor nog nooit overkomen. Ook met het werk dat ik met Joe [Bonamassa] heb gedaan luisterde ik na de mastering een, twee, soms drie keer naar die platen en daarna nooit meer! Het was echt vreemd met dit album, ik luisterde ernaar alsof ik naar iemand anders luisterde in plaats van naar mezelf. Het was net alsof ik een nieuwe artiest had ontdekt, wat me ooit ook overkwam toen ik het eerst iets hoorde van Amy Winehouse of Florence Welch van Florence & The Machine. Als ik iemand ontdek en goed vind, dan ga ik er echt heel goed naar luisteren, haast alsof ik bestudeer wat ze doen en dat dan weken achtereen elke dag. En datzelfde deed ik met War In My Mind, ik kan het zelf haast niet geloven! Ik voelde heel erg respect voor de muzikanten en de productie en normaal is het zo dat als het gaat om een song die ik zelf heb geschreven of samen met een ander, zodra het in de studio is opgenomen is het toch zeker een fractie of meer minder van kwaliteit dan voordat we ermee in de studio gingen en soms is het bijna net zo, dan is het op zich al niet verkeerd, toch?
Maar bij deze plaat is dat niet het geval, hetzelfde gevoel dat ik had toen ik de songs thuis geschreven had kreeg ik ook toen deze plaat klaar was. Niets was, zeg maar, gesteriliseerd of mooier gemaakt, zoals het vaak gaat in de muziekwereld. Je zou het kunnen vergelijken met een prachtig mooie vrouw, die zich voor het uitgaan op vrijdagavond helemaal opmaakt, een mooie jurk aantrekt en schoenen met hoge hakken, maar als je haar dan ziet, dan besef je dat ze er weliswaar mooi uitziet, maar dat ze zonder al die make-up toch echt mooier, echter is. En dat is nou precies wat Rob als producer heeft gedaan, hij heeft alle finesses toegevoegd die het eindproduct hebben gemaakt wat het nu is. En hij deed het zo relaxed… je zou haast denken dat ie het zomaar even doet, terwijl ik wéét dat dit niet zo is. Dàt maakt hem dus een geweldige producer voor mij! Ik zal je iets vertellen dat ik nog niemand heb verteld. Hij deed iets wat zo lief was, iets wat geen enkele andere producer ooit gedaan heeft bij mij. De eerste keer dat ik bij hem in de studio kwam was ik ontzettend nerveus. Het was alleen de piano, hij de producer en ik, geen band of andere muzikanten dus. Maar wat ik ook probeerde, op de een of andere manier ging het niet zoals ik wilde. Op een gegeven moment pakte hij een akoestische gitaar en ging in een andere cabine in de studio zitten, waarbij ik hem wel kon zien, maar niet horen. Hij speelde op zijn gitaar met me mee. En hij wist dat wat hij speelde niet op de plaat zou komen. Hij deed het gewoon om mij op m’n gemak te stellen. En dat lukte. Ik vind dat zó lief en zó typisch Rob Cavallo! Ik moet er bijna van huilen nu ik er over nadenk hoe fijn dat is [pakt een tissue uit haar tas]. Het zou zo fijn zijn als meer mensen zo zouden zijn, want ik weet dat veel artiesten erg onzeker zijn en zo iemand kan je daarmee helpen. Hij is echt een heel lieve man!’
Je werkt met een Nederlandse platenmaatschappij, een Nederlands bedrijf voor het transport en tot vrij recent met een vrijwel Nederlandse crew. Waarom?
‘Nederland is het eerste land waar ik succes kreeg en daar ben ik jullie nog altijd dankbaar voor! Tegenwoordig hebben we één Nederlands crewlid, alle anderen komen uit verschillende landen, de meeste uit de States. We hadden vooral Nederlandse crewleden omdat we veel in Nederland èn in landen als Denemarken en Noorwegen optraden, dat was ongeveer zes jaar achtereen. Maar nu is het gewoon te duur om met alleen Nederlanders te werken omdat we veel in de Verenigde Staten, Australië, Zuid-Afrika, Canada en veel Europese landen spelen. Dus we hebben nu voornamelijk Amerikaanse mensen in dienst plus natuurlijk Bianca [Poldermans], die gewoon alles voor me doet als we on the road zijn. Zij is echt mijn rots in de branding! Tegenwoordig met Trump aan de macht is het erg lastig om een werkvergunning te krijgen, het is al een paar keer gebeurd dat ze het land niet in kwam… en zij bestuurt echt ons schip! En ik ben erg blij dat Ed van Zijl van Provogue me alle vrijheid geeft die ik nodig heb, er komt geen enkele druk van hem om met iets nieuws te komen en waar ik ook mee kom, hij vindt het prima!’
Heb je nog plannen om weer met Joe Bonamassa te gaan werken?
‘Alleen als hij me weer vraagt. Alle andere keren gebeurde het ook alleen als hij me vroeg. Dus ik weet het niet, misschien maken we nooit meer een plaat samen, misschien ook wel. De bal ligt bij hem, het hangt af van wat hij wil. Ik sta er altijd voor open. Ik houd alleen niet zo van de Black Coffee plaat, het was gewoon een ongemakkelijke situatie om eerlijk te zijn. Dat heeft niets te maken met Joe, want Joe is gewoon heel gemakkelijk met alles, heel relaxed en rustig. Het had meer te maken met de producer, Kevin Shirley, we botsten nogal eens. Het was ook niet de originele band waarmee we Seesaw en het live-album opnamen. Een van de muzikanten van de nieuwe band vond ik erg vijandig ten opzichte van mij en we konden absoluut niet door één deur, dus dat was niet leuk. En je kent mij, ik ben erg gevoelig en uit mijn mening luid en duidelijk en daar kan niet iedereen mee omgaan. Ik weet dan ook niet of Kevin nog wel een plaat met mij wil maken, maar als hij me vraagt zal ik het zeker doen. Weet je, zelfs als het zoals met Black Coffee niet gaat zoals je zou willen, je leert toch veel! En als je andermans werk covert dan krijg ik gewoon een ander gevoel, zowel qua manier van zingen als hoe je vindt dat het moet klinken, maar het geeft me ook weer inspiratie en zorgt ervoor dat ik weer kan groeien als zangeres. Dat geldt ook voor het luisteren naar andere zangers en zangeressen die werk van anderen coveren, daar leer ik ook veel van.’
Afgelopen zomer trad je op in een oud amfitheater in Zwitserland. Mijn Zwitserse vriendin was daarbij aanwezig en zij schrok, evenals de rest van het publiek, toen jij gewond raakte. Wat gebeurde er?
‘Oh ja… ik was aan het headbangen en kwam per ongeluk tegen de kickdrum aan, wat ik altijd doe als Jon aan het soleren is, dan geef ik hem de ruimte en ga dan op de drumriser bij Bill zitten en lekker headbangen, maar deze keer keek ik dus niet goed uit en knalde met mijn hoofd tegen die kickdrum aan en was even van de wereld. Had meteen donkere plekken op mijn voorhoofd en neus, heb het optreden nog wel afgemaakt maar had een barstende koppijn. Mijn ogen waren echt zwart [pakt haar smartphone en laat een stel foto’s zien van inderdaad zwart omrande ogen en donkerpaarse plekken rond haar ogen] en de volgende dagen probeerde ik die plekken met make-up te camoufleren, maar dat lukte simpelweg niet. En ik heb drie-en-een-halve week last van gehad! En in de daaropvolgende weken tijdens de tour kwam ik dus iedere keer op met die zwarte ogen en omdat er tegenwoordig haast overal videoschermen zijn, zagen ook de mensen achterin hoe ik eruit zag, dus ik moest iedere keer vertellen wat er gebeurd was. Too much rock & roll baby!’
Noot van de redactie: op vrijdag 29 en zaterdag 30 november stond Beth Hart in AFAS Live te Amsterdam! Lees HIER het verslag!
Website Beth Hart
Een mooi interview. Van een vrouw zonder masker. Eerlijk en oprecht. Ze is heel sterk door soms zwak te zijn. Was iedereen maar zo !!! Ik ben er van overtuigd dat de meeste mensen haar nog meer waarderen door haar openheid. Ook al kennen en begrijpen sommige mensen haar problemen met haar geestelijke gezondheid niet. Toch houden ze van haar.
volledig mee eens johan, wij houden van Beth Hart zoals ze is.
Heb al de nodige interviews met haar gelezen. Dit is één van de betere. Goede vragen en openhartige antwoorden.
Wat weer een mooi interview!
Mooi interview.
Prachtig interview en geweldige foto’s. Goed gedaan @harry
mooi interview wat een geweldige vrouw en top zangeres