TakeRoot Festival
4 november 2023
SPOT / De Oosterpoort, Groningen
Line-up:
Hermanos Gutiérrez / Tami Neilson / Ian Noe / Josh Ritter / Fantastic Cat / Robert Finley / Old 97’s / Thee Sacred Souls / Aaron Boyd / The Brother Brothers / Willi Carlisle / Luke Elliot / Espanola / Dylan LeBlanc / Jerry Leger & The Situation / The Local Honeys / Leyla McCalla / Richy Mitch & The Coal Miners / Lisa O’Neill / The Pink Stones / William Prince / Sarah Shooko & The Disarmers / Kassi Valazza / Jim White Band
Inmiddels de 25e editie, je kunt wel zeggen dat het echt een succes is al die jaren. Gestart in Assen (De Smelt), maar al ruim 20 jaar opgevoerd in de Oosterpoort te Groningen. In de foyer hing een overzicht van alle posters/flyers vanaf het begin. Erg mooi om te zien en herinneringen om op te halen. Mijn aandacht ging gelijk naar Greg Trooper en Jimmy Lafave. Beiden hebben hier fantastische optredens gegeven maar helaas R.I.P.
Tekst: Roelof Passies | Fotografie: Gerrie van Barneveld. Alle foto’s van dit festival staan in het fotoalbum TakeRoot 2023 op Flickr.
En dan de affiche voor dit jaar. Bij de eerste blik dacht ik, tja “wat is dit?”. Niet bepaald “gearriveerde” artiesten op enkelen na. De subtitel voor dit festival heet niet voor niets “Past, Present and Future Americana Music”. En toch, na bestudering en beluistering ging het toch kriebelen om af te reizen naar Groningen. Het is wel een reis, je moet echt wel “begeisterd” zijn zoals ze dat wel eens zeggen. Helemaal als je twee weken terug nog naar het Ramblin Roots festival te Utrecht bent geweest. Benieuwd naar de editie dit jaar in Groningen. Vorig jaar was het te druk, nu begon het heerlijk relaxed, en was het minder vol, alhoewel later regelmatig suppoosten bij de deur het publiek reguleerden.
Aftrap vindt gelijk plaats in drie verschillende zalen, dat betekent dat je keuzes moet gaan maken. Gekozen voor Jerry Leger & The Situation. Deze canadees heeft al veel albums op zijn naam staan, en ik werd helemaal getriggerd door het feit dat één van zijn albums door een lid van de Cowboy Junkies was geproduceerd. Nou, dat kon ik niet zomaar terug horen en herleiden. Wat ik wel hoorde was degelijke roots-rock, weliswaar breekbaar en easy. Rustig begin om later met hammond orgel en electrisch gitaar wat meer los te komen. En toch raakte het me niet, het mag van mij net iets scherper en ruwer. Vervolgens naar de kleine zaal naar Lisa O’Neill. Zij komt uit Ierland en heeft met 3 albums een grote schare fans en een grote reputatie opgebouwd. Volle zaal, kon nog net achterin een plaatsje bemachtigen. Wat mij meteen opviel was de wel heel slechte belichting, het was gewoon donker op het podium. En dan het geluid; ze was onverstaanbaar aan het mompelen; misschien deels door haar Iers accent. Ze speelde op een soort van banjo en ik moet wel zeggen ze heeft een mooie stem. Gezien de volle zaal zullen er echt wel liefhebbers zijn; ik vroeg mij echt af wat ze hier kwam doen op dit podium.
Nou; al met al nog geen flitsend begin van het festival, maar daar kwam verandering in. Op naar de kelder, echt helemaal onderin het gebouw, een klein podium. Tja, en daar gebeurde het, wat een fenomenaal optreden, van Aaron Boyd. Allereers zijn opvallende verschijning; veel haar en tattoos. Nog jong en afkomstig uit Kentucky USA. Voor het eerst gevlogen, voor het eerst ook in Europa met maar één optreden, hier vanavond; in de kelder. Aaron heeft twee albums op zijn naam staan waarvan de laatse de titel Coming Undone mee heeft gekregen en van dit album kwamen ook de meeste nummers. Zoals het nummer Virginia en ook het titelnummer van dit album. Wat opvalt is zijn contact met het publiek. Heerlijk vertellend hoe hij het leven ervaart en daarover muziek maakt. Zijn stem: durf het haast niet te zeggen, maar Ward Davies? Chris Stapleton? Zach Bryan? In elk geval heerlijk om naar te luisteren. Wat een openbaring. Hoogtepunt is wel het nummer Hard Times Likes This, die op de plaat is opgenomen samen met Abby Hamilton.
Daarna nog een glimp kunnen meepakken van Josh Ritter & The Royal City Band. Een paar geleden stond hij nog solo op het podium en toen had ik al geschreven dat hij met band veel meer impact zou kunnen maken. Nou, dat kwam vanavond uit. Wat een fantastisch optreden, wat een dynamiek ook. Zo strak en mooi, wat een show. Een paar nummers: Home Comming met een geweldig intro. Helaas maar een klein gedeelte meegekregen waaronder het slot nummer Getting Ready To Get Down. In de kleine zaal is het ondertussen ook erg druk geworden en met moeite lukt het me om een glimp op te kunnen vangen van de super band Fantastic Cat.
Eigenlijk is dit een gelegenheidsband opgebouwd uit 4 super artiesten. Met name was ik benieuwd naar de bijdrage van Mike Montali, speelde voorheen in de band Hollis Brown. Deze band zou ik ook nog wel eens graag zien spelen op dit festival. En ja hoor; ook hier spat de klasse er van af. De muziek snijdt door alle genres en decennia heen. Het eerste album dat ze hebben uitgebracht heette onmiddelijk The Very Best Of Fantastic Cat. En dat maken ze ook vanavond helemaal waar. Een mengeling van roots-rock, soul, singer-songwriter. Heel lastig om een vergelijking te benoemen, drie gitaristen en een drum die elkaar fantastisch aanvullen en als lead steeds Mike Montali, schiet mij alleen de Travelling Wilbury’s binnen; een super band gevormd met onder andere Bob Dylan en Tom Petty.
In de binnenzaal speelt ondertussen Leyla McCalla met band, een Haitiaanse geboren in New York. Vriendin van Allison Russell, muzikante in oa Po’Girl en Birds Of Chicago. En de sfeer van deze muzikanten is ook terug te vinden in haar muziek. Zeer geinspireerd, vrolijk, opzwepend en opgewekt geeft ze een prachtige show weg. Dan weer vrolijk als Santana, dan weer met strijkers met heel veel mooie klankkleuren, bijna neigend naar klassiek. Prachtig optreden.
Terug even naar de grote zaal waar Hermanus Gutierrez optreden. Twee broers met Zwitsers en Peruaans bloed. Ze spelen beide op gitaar zonder zang. Je zou het kunnen vergelijken met de muziek uit films van Ennio Morricone. Het spreekt mij niet aan en het publiek ook kennelijk niet want het is het enige optreden vanavond waarbij een zaal niet helemaal is gevuld. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel moet je maar denken want je moet na verloop van tijd ook werken aan de inwendige mens. En hiervoor kun je in de Oosterpoort ook goed terecht.
De kleine zaal is al ruim voor aanvang van Ian Noe al tot de nok toe gevuld. Ian is een singer-songwriter helemaal in de stijl van John Prine (R.I.P.). En het mooie is dat Ian zelfs in het voorprogramma heeft gestaan van zijn grote voorbeeld. Het klinkt mooi, 3 gitaren, drum en zang door Ian himself. Het loopt een beetje vreemd, op een gegeven moment lopen er een aantal muzikanten van het podium weg, blijft het een tijdje stil en komt Ian even later terug voor een paar solo nummers. Solo vind ik Ian beter om naar te luisteren dan wanneer de begeleiding er weer bij komt. Toch kan het mij niet helemaal bekoren. Vind het vrij eentonig klinken. Dan maar door naar Luke Elliot.
Luke is een Amerikaanse singer-songwriter opererend vanuit Oslo en heeft onlangs een fantantastisch album afgeleverd (Let ‘em all Talk). Echter de eerste nummers zijn nog van zijn oudere albums. Luke begint met het nummer Carolyn (gaat over zijn vrouw), waarbij hij zich alleen op piano begeleidt en dat doet hij met volle overgave. Ook de nummers daarna; oa The Train Robbery en The Big Win zijn nog met begeleiding op piano, om daarna over te gaan op gitaar. Met hele mooie persoonlijke verhalen weet hij tussendoor de aandacht vast te houden. Toch zou ik hem graag met band willen zien, daar ik zijn albums toch mooier vind klinken dan hier solo in de zaal.
Tja, en dan een onverwacht sensationeel optreden. Robert Finley, natuurlijk vooraf al wel beluisterd, maar dat hij met zoveel overgave en gedrevenheid; en dat geldt voor de hele band; zo staat te spelen? Grote klasse. Robert heeft in 2016, op zijn 62e, zijn debuut plaat uitgebracht. Daarvoor heeft hij als straatmuzikant geleefd en in gospelbandjes gespeeld. Zijn eerste album heette dan ook heel toepasselijk “Age Don’t Mean A Thing”. Je kunt de muziek het beste omschrijven als combinatie van Soul, Blues en Rock & Roll. Daarnaast krijgen we inzicht hoe het leven op de graan velden in Kentucky aan toe gaat. Op zijn 14e mocht hij niet meer naar school maar moest hij helpen op het land. Het nummer Medicine Woman is fantastisch, zo’n geweldige strot, heerlijk. En….. op leeftijd maar dat wil hij niet weten, want hij gaat regelmatig langzaam door de knieen om dan weer langzaam overeind te komen. Dit tot groot applaus van het publiek. Toch moet hij dit even later bekopen omdat hij moet plaats nemen op een stoel. Dan staat er nog een jonge dame op het podium, eerst nog alleen met een paar samba ballen. Ik dacht nog; “zij staat er een beetje voor de show”. Blijkt dat zijn dochter te zijn, en die gaat het maken hoor later. Want, wat een sensatie, zij blijkt waanzinnig mooi te kunnen zingen. De band zet de tonen in van een medley I’d Rather Go Blind/Tennessee Whiskey van niemand minder dan Etta James/Chris Stapleton. En ja hoor, even later mag zij deze nummers inzingen, en hoe……fantastisch. De tijd gaat door en het wordt steeds later en ook vermoeiender, na al dit muziek geweld.
Toch nog even verder, naar Tami Neilson, zij speelt in de grote zaal en deze is helemaal gevuld. Ik kende haar niet, maar zij blijkt een grote country ster te zijn. Afkomstig uit Canada en al eens een nummer opgenomen met Willie Nelson. Eigenlijk heb ik alleen even om de hoek gekeken en geluisterd. En wat klinkt zij goed, een prachtige stem. En meteen moet ik denken aan iemand anders waar ze qua muziek veel op lijkt; Kristi Rose.
En last but not least, Espanola, geleid door Canadees Aaron Goldstein. En die heeft al in heel wat bands gespeeld, zoals Cowboy Junkies, met Kathleen Edwards en Lee Harvey Oswald. Zowaar geen misselijk lijstje, maar in je eigen band de regie voeren, is toch het leukste om te doen. En dat lukt hem helemaal met Espanola. Opkomst in boeren overalls, en ze laten er geen gras overheen groeien. Wat een rock, wat een roll, heerlijke harde muziek, knallen en nog eens knallen. Gewoon heel plat, gas erop. Voor mij een heerlijke afsluiter vanavond. Alhoewel toch nog even om de hoek gekeken bij Dylan LeBlanc. Fantastische band, ze zijn on tour de komende weken in Europa, ga ze zien, dat ga ik ook doen.
Helaas voor fans van optredens die niet hierboven zijn beschreven, het was onmogelijk om overal te zijn, ik zal ongetwijfeld wat gemist hebben. Conclusie voor vanavond is toch dat we dit festival moeten koesteren, en hopen dat een nieuwe generatie zich gaat interesseren voor Americana muziek in het algemeen. Take Root bestaat 25 jaar, hopelijk kunnen we de komende 25 jaar ook daarvan blijven genieten.
Meer foto’s staan in het fotoalbum TakeRoot 2023 op Flickr.
Jammer dat als men over concerten of festivals in Groningen spreekt, dan toch bijna altijd weer de afstand ter sprake komt. Ik zeur er als Groninger nooit over dat ik voor bijna ieder groot concert weer naar A’dam, Weert of Nijmegen moet reizen. Je wilt en je gaat of je gaat niet.
Leuk verslag en prachtige foto’s! Bij Lisa O’Neill was het tegen het einde alweer erg rustig. Tennessee Whiskey is trouwens geschreven door Dean Dillon and Linda Hargrove, voor het eerst opgenomen door David Allan Coe in 1981, lang voordat Chris Stapleton het opnam.