STUDEBAKER JOHN & The MIGHTY GATORS (support: LIGHTNIN’ GUY plays HOUND DOG TAYLOR) in Banana Peel te Ruiselede op maandag 19 september 2011.
Tekst : Antoine Légat
In afwezigheid van Opperpeel Franky Van de Ginste (die we hierbij een spoedig herstel toewensen!) nam Paul Bekaert de honneurs waar. Al had John Grimaldi (echte naam) tijdens deze toer nog wel andere afspraken op Belgische podia, toch was de Ruiseleedse Banana Peel tot de nok gevuld, zeker teken dat Studebaker John nog altijd populair is. Je kan ook niet anders dan respect opbrengen voor de hardwerkende en integere muzikant uit Chicago, die van het doe-wel-en-zie-niet-om zijn devies heeft gemaakt.
Veel jonger maar gezegend met dezelfde gezonde attitude, is Guy Verlinde, die we beter kennen als Lightnin’ Guy. Verleden jaar nam Guy in dezelfde club op twee memorabele avonden in augustus met zijn Mighty Gators en featuring Guy Forsyth ‘The Banana Peel Sessions‘ op, een cd die goed de passie en de energie weergeeft die Guy live aan zijn eigen songs en covers meegeeft. Begin augustus van dit jaar herhaalde hij de stunt: in The Borderline in Diest nam hij een tribuutplaat op voor Hound Dog Taylor (1915-1975), eens te meer voluit gesteund door zijn platenbaas Nico A. Mertens (Parsifal) Die plaat moet nog verschijnen, maar mensen die de opnames bijwoonden verzekeren ons dat het opnieuw ‘de moeite’ zal zijn. Het lag voor de hand Guy voor een neiuwe beurt in de BP uit te nodigen als warm-up voor Studebaker John: het was immers een overweldigende ervaring met Hound Dog Taylor (And The Houserockers) die John naar de gitaar en de blues deed grijpen.
Bovendien heeft Guy zijn Mighty Gators uitgeleend aan John om deze toer rond te maken: BP-huisgitarist Willy De Vleeshouwer, bassist Karl Zosel en drummer Erik Heirman (die alterneert met Waalse slagwerker Thierry Stiévenart, nog zo’n druk bezet man) Iets of wat bluesfan weet dat die namen garant staan voor een vakkundige en bezielde begeleiding. Zelf had Guy de muzikanten meegebracht met wie hij een groot deel van zijn ‘leerjaren’ doorbracht: gitarist Bart De Mulder en (nogmaals) drummer Erik Heirman. Guy beschikte maar over een de tijd voor een achttal songs, dus perste hij er negen uit! Met zijn gebruikelijke ‘take no prisoners‘ houding werkte hij zich met zang, harp en gitaar door Hound Dog standards als ‘Take Five‘, ‘Give Me Back My Wig‘ en ‘She’s Gone‘ songs die hij enkele weken tevoren al gebracht had op De Pietberg in Aalter, toen enkel met Willy De Vleeshouwer aan zijn zij. Natuurlijk ontbrak ‘Shake Your Money Maker‘ niet. Dat spetterde zodanig dat enkele mensen bleven vragen om… de song nog een keer te spelen! Voor de meesten lag het hoogtepunt echter meteen daarna, een climax die Guy aangekondigd had, zo’n vertrouwen had hij in het gitaarspel van Bart De Mulder: in het rustige ‘Freddy’s Blues‘ speelde Bart twee héérlijke solo’s. Vaardigheid en verfijning verenigd tot pure schoonheid. Bij ‘It’s Alright‘ komt er zelfs een dame dansen achter Guy’s over de gitaar gekromde rug. Voor BP maatstaven is dat du jamais vu! Een funky rockend instrumentaaltje sluit deze fijne opwarmer af.
Zijn laatste cd, de twaalfde als we dat goed hebben, onder de vlag Studebaker John’s Maxwell Street Kings is ‘That’s The Way You Do‘ een 15 song hommage, alle originals, aan de blueshelden uit zijn jeugd in de Windy City, helden die hij aan het werk zag in de openlucht markt langs Maxwell Street, waar de Chicago blues eigenlijk ontstond. Die Maxwell Street Market is al lang verhuisd, net als de Storyville wijk in New Orleans al lang verdwenen is. ‘Now Maxwell Street can’t be found‘, mijmert John, ‘but the whole world knows its sound!‘. Hij zette dan ook het concert in met het vertellement over ‘the first time I heard the blues‘. Hij was opgeroepen om een werkje te doen (hij zat toen in de bouwsector) en na gedane arbeid gingen ze iets te eten halen in Maxwell Street (‘the best beef sandwiches in Chicago!‘) Plots klonk een bandje: Big John Wrencher zong en speelde harp, Playboy Vinson had een halve drumkit en Little Buddy speelde gitaar. De hemel ging open voor John! Alleen Hound Dog zou nog zo’n sterke impressie op hem nalaten.
Uiteraard kwam de cd die hierop aansluit uitgebreid aan bod: ‘Side By Side‘ en ‘Fine Cadillac‘ tonen meteen al de kwaliteiten van de geboren en getogen Chicagonaar: hij is een even goed zanger als slide gitarist, zijn gewone gitaarwerk doet niet onder voor zijn indringend spel op de mondharmonica. De man is in alles top, en dan nog niet in het minst in het songschrijven. Dat dit het resultaat is van hard werk, dat je in eenzaamheid en met een onbuigzame wil moet verwerven, bewijst ‘Self-Made Man‘, titelnummer van zijn tiende plaat uit 2006. John schreef het als lichtjes geïrriteerd antwoord op de vraag van Scott Cameron, manager geweest van Muddy Waters en Willy Dixon, toen die vroeg: ‘Waarom schrijf jij geen statement à la ‘Hoochie Coochie Man’?‘ Het volgende ‘A Fool Just Like Me/Two-Time Boogie‘ komt dan weer uit de nieuwste en op deze potige boogie speelt Lightnin’ Guy een gemeen stukje harp mee.
Waar John de gedrevenheid vandaan haalt is ons een raadsel. Uiteraard laat hij zijn begeleiders hun momenten maar dan zie je hem aan zijn mondharp wriemelen, klaar om in te vallen. Willy is het soleren gewoon, maar bij een reus als Studebaker is hij blij en vereerd met de ritmefunctie. Als hij dan toch eens een echte solo speelt, is het er volledig op: wat hij presteert op ‘If I Had A Nickel‘ is van een superieure klasse. Schitterende song overigens, waar John terecht fier op is. Het staat te pronken op ‘Between Life And Death‘ uit 2004 en mag zich eigenlijk de titel van Johns signatuursong toeëigenen. John zingt deze gebroken hart song ook zo verdomd goed. Gaandeweg sluipen er tussen de boogies (zoals het voortdenderende en toch sfeervolle ‘Back In Your Town‘ uit ‘Self-Made Man‘!) ook rockers binnen. Het maakt een aantal bluesfans ongemakkelijk, maar het maakt nu eenmaal essentieel deel uit van Johns muzikale persona.
Maar het is goeie rock die John brengt, niet dat cleane, klinische, lees bluesloze gepier in 4/4, dat voor ‘rock-‘n-roll doorgaat. Zijn rockers zijn zwoel en soulvol: stilzitten gaat gewoon niet. ‘She’s Got It Right (With That Dress So Tight)‘ dat overgaat in ‘Feel Like Rockin’ Tonight‘ is het typevoorbeeld. Na een instrumental gedragen door een doldraaiende harp in de stijl van ‘Room To Move‘ van John Mayall, is het tijd om af te sluiten want ter elfder ure geldt hier nog steeds de avondklok: niet gedaan met de herrie om elf uur is het politiecombi’s en administratief oppakken van de hoofdverantwoordelijke. In ‘I Am The Houserocker‘ spelen John en Guy tegen elkaar op. Niemand die er dan nog aan twijfelt dat Studebaker John, dan wel with a little help from his friends, de huisrocker van Banana Peel is.
Het zou leuk zijn John volgende keer aan het werk te zien met de Maxwell Street Kings, want die maken een groot deel uit van de charme van ‘That’s The Way You Do‘. Maar over deze tournee hebben we zeker niet te klagen gehad! Op het moment dat we dit schrijven is er nog één optreden, maandag 26 september in The Maple te Ertvelde. Op You Tube vindt men een reeks fragmenten uit het concert van zondag 18 september in Café Gompelhof te Mol.
Ik zag deze Studebaker en Lightning Guy een dag eerder in het gompelhof te Mol gompel Belgie.En ik was ook onder de indruk van John Studebaker.Het was de eerste maal dat ik hem live bezig zag,al kende ik hem al wel van een paar cd’s.Lightning Guy was ook weer in zijn sas in zijn solo accoustische set.