Mud Morganfield en Tail Dragger & The Rhythm Room All Stars
LantarenVenster, Rotterdam
17 Oktober 2013
Tekst: Ton Kok / Foto’s: Bert Lek
Voor meer foto’s, zie fotoalbum Bert
Chicago Blues in Rotterdam
In vroeger tijden was de Wilhelminapier in Rotterdam de thuisbasis van de Holland Amerika Lijn. Sinds die firma in Amerikaanse handen is gekomen, is de pier getransformeerd tot uitgaansgebied. Het beroemde Hotel New York is er gevestigd in het voormalige hoofdkantoor van de HAL, evenals het nieuwe Luxor Theater, maar ook het LantarenVenster Theater.
En dit theater had de Holland Amerika traditie op donderdag 17 oktober jl. een beetje in eren hersteld door een interessant gezelschap van Amerikaanse muzikanten te laten overkomen.
Zo staan daar op het podium The Rhythm Room All-Stars, genoemd naar de bluesclub in Phoenix, Arizona, bestaande uit Chris James (gitaar/zang), Patrick Rynn (bass), Paladins-drummer Brian Fahey en een van de beste traditionele harmonicaspelers van dit moment, Bob Corritore. Laatstgenoemde was tijdens de vlucht naar Nederland zijn bagage kwijtgeraakt, maar met behulp van wat Nederlandse muzikanten is hij weer voorzien van een mooie collectie harmonica’s, waarmee hij het publiek regelmatig kippenvel weet te bezorgen.
Dit gezelschap wordt nog aangevuld met de Chicago-gitaristen Rockin’ Johnny Burgin en de ex-Muddy Waters sideman Rick Kreher.
En deze heren dienen dus ter ondersteuning van de beide headliners: Mud Morganfield en Tail Dragger.
In het theater aangekomen constateer ik al snel dat er op deze doordeweekse avond gelukkig flink wat publiek op bovengenoemde namen zijn afgekomen. Op het moment dat de zaal open gaat, heb ik het idee dat de reguliere theaterbezoekers meteen rechts af slaan richting het pluche, maar dat de bekende blues bezoekers voor het podium plaatsnemen. Overigens geeft de aanwezigheid van een bar in de zaal toch wel een lekker ontspannen en vertrouwd sfeertje.
Rond half negen verschijnen de begeleiders (zonder Chris James) op het podium om van start te gaan met een swingende instrumental. Vervolgens neemt Rockin’ Johnny plaats achter de microfoon om het nummer “Cold Chills” ten gehore te brengen. Dan is het tijd om veteraan Tail Dragger aan te kondigen. De man was hier recentelijk nog te zien met als begeleiders de Robbert Fossen/Peter Struijk Band. Maar hier staat hij dus met de gitaristentandem Burgin/Kreher, die hem thuis ook bijstaan. Er staat een stoel voor hem klaar, maar als bij de eerste solo staat hij op, schuifelt naar de rand van het podium en duikt de zaal in, om daar het eerste half uur te blijven. Hij keert pas terug op het podium als hij toe is aan een van de hoekstenen van zijn repertoire, het nummer “My Head Is Bald”. Hij zoekt voor dit nummer eerst even steun bij een knappe kale man uit het publiek voor zijn stelling dat kale mannen de beste minnaars zijn, alvorens het nummer overtuigend de zaal in te slingeren. Na dit nummer verdwijnt hij zelf ook weer tussen het publiek. Een extra pluim verdient Rockin’ Johnny, die de ene na de andere grandioze solo uit zijn gitaar perst en als bandleader er ook nog voor zorgt dat de mensen op het podium en de man in de zaal volledig synchroon blijven spelen. Na ruim een uur speeltijd zit het eerste deel van de avond er op.
Na de pauze verschijnt de band weer op het podium met Chris James in de plaats van Rockin’ Johnny. James neemt in de eerste nummers ook de zang voor zijn rekening. Het geluid dat hij uit zijn Les Paul Goldtop haalt is wat harder en smeriger dan het geluid van zijn voorganger, maar ook hij weet zijn weg over de snaren. Dan Mud Morganfield, die zowel qua uiterlijk als qua stem veel aan zijn legendarische vader, Muddy Waters, doet denken. Er staan enkele nummers van pa op het repertoire, zoals “Blow Wind Blow” en “Forty Days And Forty Nights”. Maar junior hoeft zeker niet op het repertoire van zijn vader te teren, want het eigen werk als “Son Of The Seventh Son”, “Midnight Lover” (dat begint met een hilarisch telefoongesprek met de buitenvrouw) en het funky “Catfishing” , staat ook als een huis. Mud haalt tijdens de show nog wat leuke dames op het podium om voor hem en de bandleden te dansen. Een prima zanger en entertainer, deze oudste zoon van Muddy.
Uitgerekend bij het intro van het slotnummer “I’ve Got My Mojo Working” gaat de band bij het intro de mist in. Snel opnieuw beginnen en er wordt alsnog een verdienstelijke versie van het nummer neergezet. Terwijl de band, dit keer met Rockin’ Johnny in plaats van Rick Kreher, nog een toegift speelt, staat Mud al in de foyer cd’s te signeren en voor foto’s te poseren met het nodige vrouwelijk schoon.
Het geluid in de zaal was uitstekend en men bewees hier dat met een publiek, dat luistert in plaats van uitgebreid onderling de week doorneemt er best met een acceptabel volume gespeeld kan worden.
Naast het theater was overigens een ruime parkeergelegenheid en als de gemeente Rotterdam in ruil voor de hoge tarieven nog voor wat verlichting en een goed werkende parkeerautomaat zorgt, is ook het enige minpuntje van de avond opgelost.
Voor de maand november heeft programmeur Frank Bolder twee mooie bluesevenementen op het programma staan. De eerste is op zaterdag 16, The Golden State Lone Star Revue met o.a. de gitaristen Anson Funderburgh en Little Chalie Batty en zanger/mondharmonica man Mark Hummel. Op 30 november komt exclusief Het Chicago Blues festival naar Rotterdam.
Met zoveel puike blues in korte tijd, doet het weer terug denken aan de mooie momenten van Muziekcentrum Vredenburg.
We horen graag je mening! Voeg reactie toe