VERSLAG: MOULIN BLUES – 2 EN 3 MEI 2014, OSPEL
Tekst: Björn Groenen
Foto’s: Bert Lek
‘DE 29E EDITIE VAN MOULIN BLUES FESTIVAL IS NU GEOPEND’
Deze woorden van burgemeester Henk Evers (gemeente Nederweert) klinken vanaf het hoofdpodium bij de festivalgangers als muziek in de oren. De officiële opening slaat bij het uitgelaten publiek terecht aan; de programmering van vrijdag 2 en zaterdag 3 mei is namelijk eersteklas. Zo komen achttien binnen- en buitenlandse acts aan bod om het publiek in Ospel te vermaken. Ook dit jaar kunnen bezoekers op het Moulin Blues Festival gebruikmaken van de naastgelegen camping, waardoor het festivalterrein een aanvullend sfeerelement met zich meekrijgt. Absolute hoogtepunten van beide festivaldagen zijn: Jonny Lang, Tedeschi Trucks Band, Kenny Wayne Shepherd en Sugaray Rayford Band.
Na de officiële opening in de middag wordt de opzwepende aftrap van het festival gedaan door de Amerikaanse bluesband Mighty Mojo Prophets. Een aangename opwarmer op het hoofdpodium. Frontman Tommy Eliff, gitarist Mitch Dow en zijn begeleidingsband neemt het publiek mee naar de bluessteden Chicago, Memphis en Texas. Zij treffen daar de zogenoemde West Coast Blues, een muziekstijl die van oorsprong uit Texas komt en die zich in de jaren veertig hergevestigd heeft in Californië. De motor van het festival draait op dat moment nog niet op volle toeren; de tent van het hoofdpodium staat namelijk niet eens halfvol. Dat feit is niet te wijten aan de Mighty Mojo Prophets, want zij proberen kost wat kost het nuchtere publiek te ontwaken.
In de naastgelegen tent, het zogeheten intieme Moulin Blues Café, maakt de Nederlandse bluesformatie John F. Klaver Band zich ondertussen gereed. Deze bluesband zagen we twee jaar eerder op het Moulin Blues Festival. Aan belangstelling geen gebrek, want de tent stroomt al behoorlijk vol terwijl de Mighty Mojo Prophets nog bezig zijn met de laatste nummers. De John F. Klaver Band, winnaars van de Dutch Blues Challenge 2011, maakt muzikaal indruk bij het publiek. Echter, van de liveshow moeten ze het niet hebben. De band oogt fris, klinkt zeer ervaren, maar blijft buitengewoon krampachtig. De interactie met het publiek is gering en blijft vaak uit. Desalniettemin laat de bluesband een vlotte en afwisselende set horen met aandacht voor klassiekers en eigen materiaal. John F. Klaver is een gevorderde technische gitarist en heeft absoluut gevoel voor toon, dat geldt overigens ook voor de hele band, maar wat betreft uitstraling mag de band op cursus gaan. De akkoorden en noten die bij de frontman over de nek van de gitaar glijden vormen een perfecte match met de partijen van toetsenist Rob Mostert. Ook Iris Sigtermans op basgitaar en Eric Dillisse op drums missen haast geen noot. Mostert is overigens het enige bandlid die potentie heeft om het geheel los van de grond te krijgen.
Op het hoofdpodium speelt ondertussen de Amerikaanse bluesband Patrick Sweany Band. De overgang tussen de technische toonkunstenaar John F. Klaver en de Patrick Sweany Band is zéér groot en daarmee qua programmering aantrekkelijk te noemen. Frontman Patrick Sweany staat bekend om zijn vergelijking met de Amerikaanse singer-songwriter Eddie Hinton, die hetzelfde gevoel had (overleden in 1995) voor rootsmuziek. Daarnaast horen we de input van Dan Auerbach (The Black Keys) overduidelijk terug tijdens de performance. De gitarist van The Black Keys heeft namelijk in zijn band gespeeld en produceerde een aantal van zijn albums. Patrick Sweany schreeuwt zowat de longen uit zijn lijf en neemt het publiek van de West Coast Blues mee naar de ruige roots. Een doordachte keuze van de organisatie, want op het gebied van afwisseling scoren zij hiermee punten. De set is na afloop, verrassend explosief te noemen. Zijn muziek heeft namelijk een agressieve kant van de blues laten zien, maar tegelijkertijd kan het ook zacht en teder zijn. Daardoor kan hij zijn spanningsbogen prima onder controle houden.
Na de rootsmuziek van Sweany, die vanavond als pure luistermuziek diende, komt de Nederlandse rock ’n rhythm formatie Maison Du Malheur. Het gezelschap, bestaande uit negen bandleden, zorgt ervoor dat de voeten voor het eerst van de vloer gaan. En terecht, want daaraan ontkom je simpelweg niet. Rondom de Amsterdamse frontman en banjospeler J.P. Mesker smelt vooroorlogse drumbeats, knetterend koper samen tot een swingende troupe. Van de Patrick Sweany Band naar Maison Du Maleur: wederom een frisse overgang waarbij het publiek zich geen enkel moment mag vervelen. De tent staat dan ook als de bliksem gevuld met festivalbezoekers. Maison Du Malheur zorgt voor up-tempo songs die bij de meest bescheiden festivalbezoekers zelfs doen bewegen. Een aantrekkelijk hoogtepunt van de performance is het solomoment van Arno Bakker op de sousafoon, hij blaast het publiek dan ook figuurlijk omver.
Dan is het tijd voor iets anders. In het Moulin Blues Café staat de Australische eenmansband Claude Hay. Met behulp van loopingeffecten en ingenieuze constructies maakt de zanger diverse lagen en bespeelt op die manier onder andere gitaar, basgitaar, sitar en drums. De performance is zonder twijfel origineel, maar het gevaar is dat hij regelmatig in herhaling komt. Blijkbaar is het voor het oog aantrekkelijk, want veel nieuwsgierige bezoekers komen later op de avond terug om zijn tweede set te bezichtigen. Het Moulin Blues Café staat dan weliswaar halfvol.
Terwijl eenmansband Claude Hay zijn laatste nummers speelt, reserveren veel mensen vanuit het Moulin Blues Café alvast een staanplaats bij het hoofdpodium voor de volgende act: Jonny Lang. Dat de Amerikaanse gitarist één van de grote favorieten is van het festival, blijkt uit het bezoekersaantal in de tent. Jonny Lang is vanavond volledig down to earth; hij speelt zichtbaar met volle overtuiging en bedankt het publiek meerdere malen na elk nummer. Dat maakt Lang een zeer gerespecteerde gitarist. Lang komt met een sterke setlijst met intieme ballads en snoeiharde klassiekers met indrukwekkende solomomenten. De gitarist hield zich vanavond niet in en ging meerdere malen met zijn bandleden jammen. Lang kreeg anderhalf uur, maar dat was te kort. Een absoluut hoogtepunt.
Na de imponerende show van Lang, staat een andere grootmacht te wachten. De Amerikaanse Tedeschi Trucks Band is de afsluiter van de eerste festivaldag. De Tedeschi Trucks Band mag met recht een heuse bluesrock bigband van wereldfaam genoemd worden. Gitarist Derek Trucks (1979), inmiddels tweevoudig Grammy Award winnaar, is al op jonge leeftijd een (slide)gitaarexpert en speelde voorheen ondermeer in de band van The Allman Brothers. Susan Tedeschi is een gevestigde naam in de blueswereld. Zij heeft jarenlang solo aan de weg getimmerd en stond in 1999 en 2006 al eens op het Moulin Blues festival. Vanavond geven deze twee bluesiconen een overweldigende performance. Er waren hier en daar wat problemen met het podiumgeluid, maar dat had absoluut geen gevolg voor de kwaliteit van de act. Frontman Susan Tedeschi blijft nog altijd kritisch op het podium en blijft de touwtjes in handen houden. Haar rauwe stem galmt over het hele festivalterrein. Derek Trucks blijft zoals gewoonlijk de koele kikker op het podium en focust zich volledig op zijn gitaarspel. We zien hem evenals zijn vrouw kritisch kijken en draait zijn toon- en volumeknoppen af en toe een halve millimeter terug of de andere kant op. Dat geeft ook aan wat voor perfectionisten er op het podium staan. Ook is er veel lof voor de bigband achter de twee iconen, zij vormen namelijk een onberispelijke begeleiding voor Trucks en Tedeschi.
Zaterdag 3 mei
De tweede festivaldag van Moulin Blues is in de vroege middaguren van start gegaan. En hoe. Allereerst horen we de Nederlandse formatie Drippin’ Honey die eind jaren negentig op bijna elk toonaangevend bluesfestival in Europa speelde en in een uitverkocht Paradiso stond. Het gezelschap blijft op Moulin Blues easy listning zonder virtuositeit. Jammer, want een knallende opener is het niet. De eerstvolgende band op het hoofdpodium is van groter formaat en schuift Drippin’ Honey ongegeneerd aan de kant. Het is de Amerikaanse bluesband Sugar Ray & The Bluetones ft. Monster Mike Welch. Zij trappen de zaterdagmiddag wél fris af. Frontman Sugar Ray Norcia kennen we ondermeer als zanger van Roomful Of Blues (1994-1997), maar daarnaast is hij ook bekend als frontman van zijn eigen Sugar Ray & The Bluetones. Vandaag hebben we geluk; gitarist Monster Mike Welch, die ook op het Moulin Blues festival in 1996 te zien was, is op dreef en in vorm. Met zijn dynamische gitaarspel laat hij zijn gitaar in de vroege middaguren zingen als jonge vogels. Een toptalent.
In het Moulin Blues Café staat de Belgische bluesband Little X Monkeys. Een band die muzikaaltechnisch gezien niet sterk is en daarom geen grote indruk maakt op het festival. Een verstandige keuze geweest om deze band niet op het hoofdpodium te zetten. Ook laat het Amerikaanse duo My Own Holiday een amateuristische indruk achter op het festival. Zij willen simpelweg teveel op hun helden van The Black Keys en The White Stripes lijken. Die pogingen mislukken tot aan genante momenten toe. Frontman/gitarist Joey Chrisman en drummer Nick Bartolo krijgen niet voor niets een matig respons vanuit het publiek. Deze act stond op het hoofdpodium, maar mag nog voor een paar jaar terug naar het repetitiehok.
De Amerikaanse Pokey Lafarge maakt met zijn begeleidingsband daarentegen wél grote indruk. Naast het feit dat Lafarge een zeer bijzondere persoonlijkheid heeft, zorgt de frontman eind van de middag voor enkele kippenvelmomenten. De muziek van Lafarge klinkt alsof hij al decennia lang, spelend op zijn gitaar, rondzwerft aan de oevers van de Mississippi. In werkelijkheid is het een innemende jongeman met een passie voor vervlogen tijden. Met zijn geoliede begeleidingsband brengt hij samen met zijn band een aanstekelijke combinatie van rauwe country blues, jazz, ragtime en western swing. Eveneens is hij geïnspireerd geraakt door traditionele jazz en vooroorlogse blues. Onthoud de naam Pokey Lafarge, want daar gaan we nog veel over horen.
Ook maakt de Canadese bluesrock diva Layla Zoe met haar begeleidingsband grote indruk op het Moulin Blues festival. Ze loopt inmiddels al wat jaren mee in de bluesscène, hoge verwachtingen waren dus al aanwezig. Die heeft ze vanavond kunnen waarmaken. Ook weet gitarist Jan Laacks de performance naar diverse hoogtepunten te leiden met zijn uitstekende gitaarspel.
Het Belgische Boogie Beasts is een tegenvaller. Die komt in het rijtje van Little X Monkeys, Drippin’ Honey en My Own Holiday terecht. De band omschrijft zichzelf als energieke boogie blues en laat zich inspireren door T-Model Ford, R.L. Burnside, Cedell Davis, Howlin’ Wolf, John Lee Hooker en The Black Keys. Dat verklaart dan ook dat de band ongecoördineerd oogt en rommelig klinkt. Ook horen we in het Moulin Blues Café de Belgische invaller The Baboons. De bluesband vervangt de Spaanse soulband The Excitements, die spijtig genoeg niet konden verschijnen vanwege persoonlijke redenen. The Baboons is een prima alternatief die in de vroege avond voor een stevige danspartij op de vloer zorgt.
Absoluut hoogtepunt van de avond is de Amerikaanse gitarist Kenny Wayne Shepherd met zijn band. Spijtig genoeg missen we toetsenist Riley Osbourn (Willy Nelson) die vanavond, maar de band maakt zonder hem óók zeer grote indruk. Het genieten begint bij het zien van zijn gitaren, want Kenny Wayne Shepherd neemt geen backups mee. Zo mogen we zijn favoriete Fender Stratocaster uit 1961 aanschouwen. Ook zien we hem spelen op zijn eigen ‘signature’ gitaar. In zijn band zien we grote namen: Tony Franklin, voormalig bassist van onder andere The Firm. Chris Layton, voormalig drummer van Stevie Ray Vaughan en frontman Noah Hunt die inmiddels meer dan vijftien jaar werkt met Shepherd. Wat zo bijzonder aan Shepherd maakt, is dat hij live bijna hetzelfde klinkt als in de studio. Je zult hem namelijk nauwelijks betrappen op een noot die anders klinkt of een afwijkende klankkleur heeft. Naast enkele Shepherd klassiekers kwam hetgeen waar we allen op gehoopt hadden, namelijk: Voodoo Chile. En dat is met één woord te omschrijven: fenomenaal. We zagen Shepherd zijn gitaar in de nek leggen en vurige solo’s spelen. Tevens indrukwekkend om Chris Layton Voodoo Chile te zien drummen, terwijl hij het legendarische nummer jarenlang met Stevie Ray Vaughan heeft gespeeld. Met de woorden ‘thank you so much ladies and gentleman. My name is Kenny Wayne Shepherd and I hope you enjoyed the show. Thank you for coming, God bless you all. Be save and have a good night’ bedankt hij het publiek van vanavond. En hiermee had Moulin Blues Festival 2014 moeten eindigen. Dit was absoluut het hoogtepunt. Na een buiging naar het publiek lopen ze van het podium af. Het publiek is laaiend enthousiast.
De afsluiter van Moulin Blues Festival 2014 is de Amerikaanse Sugaray Rayford Band. Ook is het een sensatie om naar dit gezelschap te kijken. Frontman Sugaray Rayford krijgt het voor elkaar om vele wenkbrauwen uit het publiek te fronsen. Evenals Kenny Wayne Shepherd weet ook gitarist Gino Matteo het onderste uit de kan te halen met zijn gitaarsolo’s. De dynamiek in zijn gitaarspel is verbazingwekkend.
Moulin Blues weet dit jaar een zeer interessant, afwisselend en krachtig programma te organiseren. Het wordt tijd voor een driedaags festival..
Heb je dat ook wel eens …….. zo’n moment dat een gebeurtenis waar je was door een ander totaal anders beleefd blijkt dan jezelf en dat je jezelf afvraagt of je allebei wel bij de dezelfde gebeurtenis was. Afgelopen weekeinde bij Moulin Blues in Ospel was zo’n moment. Je kijkt en geniet van een werkelijk spetterend optreden van de John F.Klaver Band, een razend enthousiast publiek, een band die compleet uit z’n dak gaat en leest terug dat die band buitengewoon krampachtig staat te wezen, geringe interactie heeft met het publiek en dat de band op een uitstralings-cursus mag gaan. Wie het weet mag het zeggen.
Ik vraag het me af ik heb het tweede blok gezien en was ook wel onder de indruk, weet niet van het eerste blok.
Helemaal mee eens!
Super mooi verslag maar inderdaad: ik heb sommige dingen toch anders beleefd en daarom blijft het zo leuk dat iedereen het dus op zijn of haar eigen
manier beleefd heeft.
Ik vond Moulin Blues geweldig en heb genoten van heel veel, maar niet van alles!!
Het is duidelijk dat iedereen met andere oren luistert. Ik heb vooral genoten van bands die oorspronkelijk waren en minder van de muzikanten die platgetreden schema’s tot in de perfectie wisten te brengen. Ik heb dan ook het meest genoten van de zwoegende acts, vooral in de kleine tent. Boogie Beast waren daar super. Rauw, eerlijk, met bloed, zweet en tranen.
Aanvulling: Derek Trucks heeft 3 Grammy’s op zak als je de Life Time Achievement van de Allman Brothers meerekent, waarin hij nog steeds speelt – The Allman Brothers zullen zich na het jaar 2014 waarschijnlijk beperken tot reunies en met elkaar meejammen.
Hey Björn, jammer dat je mijn band easy listening noemt in je recensie, ook jammer dat je zegt dat de band na ons ons van het podium veegde. Ik weet niet of jij naar onze show gekeken hebt en en ook geluisterd, maar iedereen die ik sprak was een andere mening toegedaan dan jij. Ook je collega recensent van dezelfde site die ons dezelfde avond in Groningen zag heeft een totaal andere mening dan jij. Om een lang verhaal kort te maken, ik daag je uit.Ik stel voor dat we een jury samenstellen, nee, beter nog JIJ mag er 1 samenstellen. We laten onze set op Moulin Blues ,die opgenomen is door Radio6 die jij kut vond horen, en vragen dan om een cijfer. Ik stel voor Bluesgehalte, virtuositeit, en easy listening (met een e waar hij hoort ) als eikpunten. Wint het easy listening gehalte van de andere 2 , houd ik op met drummen, wint de rest, houd jij op met bassen en schrijf je een correctie op de site én op de pagina van Moulin Blues én van Drippin’ Honey. Ons niet goed vinden is je goed recht, ons ten onrechte afbranden is dat niet. (of het afgunst is of iets anders maakt eigenlijk niet zoveel uit, red je hieruit of ik maak jou (verbaal) af. De mazzel en ik krijg wel heel weinig van google als ik je naam intyp. Joost
Ik was er alleen vrijdag en ik kan me voor een groot deel vinden in Björns verslag. Zeker ook wat Klaver betreft. Puik optreden hoor maar ik kwam er ook als fotograaf en visueel viel daar inderdaad helemaal niets aan te beleven. Lang kon mij dan weer absoluut niet bekoren, maar ik zou nooit een discussie aangaan met mensen die dat dan weer helemaal geweldig vinden.
Gozzie wanneer leren we nou eens dat een Recensie (CD) of een concert-verslag altijd heeeeel persoonlijk is. Of gaan we een oneindige cirkel discussie weer aan.? Enn fotograaf die geen leuke actie foto;s kan maken van een bepaalde band. etc Band leden die reageren als er wat Kritisch wordt geschreven over hun optreden.. Zullen we maar onze pen neer leggen, De een is (altijd) lyrisch over Derek Trucks. Andere weer over Joe Bonamannia enz enz Zo zal het altijd blijven….. Prik er door heen… :)
Mijn probleem is niet dat er kritisch wordt geschreven, wel dat er inhoudelijk niets wordt geschreven. De schrijver is fan van een ander soort muziek, is zelf muzikant, vind zichzelf best wel te gek, maar is blijkbaar bij een ander concert geweest dan de rest. Misschien de avond tevoor een beetje te diep in het glaasje gekeken, te druk met een Amerikaanse bekkentrekker adoreren, ik weet het niet. Maar als ik mijn ziel en zaligheid ergens inleg en iemand doet mijn band zo tekort kan hij ook iets terug verwachten, ook erg persoonlijk. Ik heb met deze band op heel erg veel grote podia gestaan, heb best vaak kritiek gehad, nooit last van gehad, maar dit gaat me te ver. En ik prik er prima doorheen, jammer dat de hobby schrijver van het stukje niet reageert.
http://www.backtotheroots.be/confessite/2014/Ospel/Ospel_2014.htm