DSC_4422-3

Joe Louis Walker
North Sea Jazz Club, Amsterdam
8 augustus 2015

Tekst: Govert Heemskerk / Foto’s: Mitchel van Essen

Vanavond staat voor de eerste keer de Blues Hall of Famer Joe Louis Walker op het podium van de North Sea Jazz Club. Eerder heeft hij al op het North Sea Jazz Festival gestaan. Nu komt hij een kijkje nemen in Amsterdam. Walker is langzaam een levende legende geworden met zijn gitaar. De gitarist uit San Francisco heeft al meer dan twintig albums op zijn naam staan, heeft meerdere awards gewonnen en komt voorbij op albums van onder andere James Cotton en B.B. King. Een kijkje nemend op zijn drukke tourschema laat zien dat de man met zijn 65 jaar nog steeds de gehele wereld afstruint met zijn gitaar in zijn koffer. En vanavond? Vanavond maakt hij een stop op het Westergasterrein in Amsterdam.

Het is druk op het terras van de North Sea Jazz Club. Het is erg aangenaam buiten, waardoor de bezoekers misschien iets te lang op het terras blijven hangen, een sigaretje in de ene hand en een vaasje in de andere hand. Er begint zich dan ook pas een rij te vormen bij de ingang van de club als het tien minuten voor ‘showtime’ is.
Het lijkt of de bluesgitarist hier rekening mee houdt, want hij loopt samen met zijn band het podium op met een kleine vertraging. Meneer Walker loopt rustig over het podium en pakt zijn Gibson hollow body van de standaard en lacht richting het publiek. Zijn glimlach ontbloot het spleetje tussen de voortanden. De haarlijn van de man lijkt al een paar jaar de wedstrijd te verliezen en heeft al erg veel grond moeten afstaan. Op zijn t-shirt staat Jimi Hendrix achter een drumstel afgebeeld. Het is allemaal wat ingetogen en rustig als de band zijn positie inneemt.
Zoals bij elk bluesconcert van het “Lijstje van Johan” doet Johan Derksen de aankondiging van de artiest. Hij stelt Joe Louis Walker voor als: “één van de beste bluesgitaristen uit Amerika.”

DSC_4436

Gelijk na de aankondiging vult de ruimte zich met de harde klanken van de snare- en bassdrum. “Hello everybody,” roept meneer Walker. De wat ingetogen man verandert binnen twee seconden in soort van energieke dominee die zijn publiek weet op te zwepen met zijn enthousiasme. Hij neemt gelijk de tijd om zijn band voor te stellen: Lenny Bradford op bas, Phillip Young op de toetsen en Byron Cage op de drums. Het voorstelrondje mondt uit in het nummer I’m Not Messin’ Around. Een nummer wat gelijk de toon van de avond zet: vrolijk, uptempo en no-nonsense. De drie muzikanten naast en achter Walker verzorgen in harmonie de backing-vocals, wat verschrikkelijk goed werkt en als een huis staat. Dit wordt nogmaals bevestigd in het nummer Don’t Let Go afkomstig van zijn laatste plaat.

De eerste tien minuten van de avond wordt het publiek getrakteerd op klassieke R&B, maar al snel neemt Walker iedereen in de zaal terug naar zijn roots: de blues. Als Walker iedereen laat verdwalen in zijn gitaarspel en het nummer langzaam naar de climax brengt, neemt Phillip Young het stokje van hem over met zijn Nord Stage. Waar de ritmesectie genoegen neemt met de ondersteunende rol, is Young de Atlantische Oceaan overgestoken om zijn stempel te drukken. Walker noemt de toetsenist niet voor niets zijn “secret weapon”. Het geheime wapen soleert zich dan ook zijn weg door het nummer Young Girl Blues en eindigt deze blues over een jonge vrouw met gebalde vuisten bonzend op de toetsen van zijn Nord Stage. Walker eindigt de eerste set na 40 minuten met het gospel-achtige nummer: Soldier for Jesus en predikt zich naar de pauze.

DSC_4393

DSC_4343

De tweede set van de avond wordt gestart met het nummer Do I Love Her van Taj Mahal. “We’re doing another song. It’s going to be on our next album. It’s a song from a good friend of mine. I ain’t going to tell you his real name: Henry Saint Fredericks,” lacht Walker. De gitarist en de bandleden hebben niet meer nodig dan af en toe een blik of een knik van elkaar. De vier mannen op het podium zijn verschrikkelijk goed op elkaar in gespeeld. Het maakt niet uit dat de bassist, met zijn lange dreads en een constant tevreden uitdrukking op zijn gezicht, zich af en toe in een andere wereld begeeft. Hij mist geen noot. De drummer blijft met armen zo groot als bomen streng voor zich uit kijken. De toetsenist is strak in pak gekleed, terwijl Walker met een t-shirtje en in zijn witte gescheurde spijkerbroek een ietwat nonchalantere indruk geeft. Vier verschillende persoonlijkheden worden één op het podium, waar verschillende muziekgenres als R&B, Gospel, Funk en Rock ‘n Roll moeiteloos doorelkaar heen worden geserveerd.

Als Joe Louis Walker klaar is met zijn, naar eigen zeggen, ‘inspirational song’: ‘In The Morning’, waar het publiek van de Jazz Club zich even waande in een kerk in Harlem, is het weer tijd om terug te gaan naar de Blues. “I want to give my respect to the older guys that helped me when I was young. I pick one every night. This man tried to teach me to play the slide guitar. Anyway, this one is for Earl Zebedee Hooker,” legt Walker uit waarna hij Blue Guitar inzet en zijn slide-kunsten toont. Als Walker even op adem komt, neemt Young het over en vult de zaal met het zuigende geluid van zijn toetsen. Phillip Young blijkt niet alleen een held op de toetsen te zijn, want hij verwisselt zijn toetsen voor de saxofoon tijdens het nummer If You Don’t Love Me. Het is bij dit nummer waar hij de handen van het publiek stevig op elkaar krijgt als hij twee minuten lang non-stop een lage toon vasthoudt om vervolgens het nummer met zijn saxofoon naar de eindstreep te schreeuwen. De zoete tonen van de saxofoon maken vervolgens plaats voor een stevige Rock ’n Roll-sessie waar nummers als Do You Love Me en Too Drunk To Drive Drunk voorbij komen. Dat laatste nummer werkt redelijk op de lachspieren, zeker als bassist Bradford de ‘one-legged hop’ van Chuck Berry eruit gooit. Een erg grappig tafereel, waar een band op het podium staat die geniet, lacht en voornamelijk veel plezier heeft. Too Drunk To Drive loopt uit in een The Kinks-achtige You Really Got Me en All Day And All Of The Night jamsessie.

DSC_4519

Joe Louis Walker eindigt de avond met een tribute aan Sonny Boy Williamson II met het nummer Eyesight To The Blind en nodigt daar een paar Nederlandse vrienden voor uit op het podium, Harold van Dorth en Robbert Fossen. Het leek even dat de Les Paul die achter Walker op het podium staat alleen zou fungeren als kapstok voor een overhemd, maar als Harold van Dorth het podium opstapt, is het duidelijk van wie deze gitaar is. Robbert Fossen heeft vanavond zijn mondharmonica meegenomen en laat zich vooral gelden als ze tóch nog een extra liedje spelen: Sugar Coated Love van Lazy Lester. Hiermee eindigt de band een geweldige afwisselende set waar de verschillende smaken voorzichtig en juist werden gedoseerd, waardoor een bijna twee-uur-durende show in vogelvlucht voorbij is gegaan. De overvolle zaal van de North Sea Jazz Club is alleen nog steeds niet verzadigd en daarom komt Joe Louis Walker nog één keer alleen het podium op om in zijn eentje het nummer Where Jesus Leads I Will Follow op eigen wijze te vertolken. Het publiek wordt gevraagd om te klappen en het publiek gehoorzaamt. Een nummer dat misschien een beetje buiten de boot valt in de set van vanavond, vanwege het intieme karakter en de overduidelijk religieuze boodschap, maar dit zou het enige smetje kunnen zijn op een geweldige avond.

DSC_4523

DSC_4489


Ook op Blues Magazine ...