GEORGE THOROGOOD & THE DESTROYERS
Paradiso, Amsterdam
28 Juli 2015
Twee jaar geleden zagen wij hem hier voor het laatst maar om klokslag half negen klinkt het enthousiaste ‘How Sweet It Is’ ons weer vertrouwd en als muziek in de oren. Zojuist teruggekeerd uit de States na een co-headline tour met Brian Setzer is George Thorogood in 2015 ‘Badder Than Ever’ en de wereld mag dat weten. Het leek hem dus een goed idee om daar in zijn tournee-aankondiging maar naar te verwijzen. Zo trapte de 65-jarige Thorogood, zoals altijd vergezeld door zijn hondstrouwe Destroyers, dinsdagavond af voor een ‘Rock Party’ in zijn geliefde Paradiso tijdens de Badder Than Ever Tour 2015.
Tekst: Jeroen Bakker / Foto’s: Ans van Heck
Wanneer de lichten zijn gedoofd en Barry McGuire’s ‘Eve Of Destruction’ door de speakers galmt, verraadt de hoge mate waarin het protestlied uit ’65 wordt meegezongen dat de gemiddelde leeftijd vanavond ruimschoots boven de veertig jaar uitkomt. Het is eveneens veertig jaar geleden dat George Thorogood And The Delaware Destroyers hun debuutalbum opnamen. Niet heel toevallig ligt er een zeer interessante heruitgave van op cd bij de merchandise-stand die door de hoofdrolspeler van vanavond reeds is voorzien van een handtekening. Helaas is de blauwe vinyl-versie niet meer voorradig maar de echte fan had deze tijdens de laatste Recordstore Day natuurlijk al lang binnengehaald. Het bevat de ongepolijste eerste mix van het eerste album, aangevuld met het nog niet eerder uitgebrachte ‘Goodbye Baby’ van Elmore James, één van de belangrijkste invloeden op de muziek van de toen nog jeugdige Thorogood die vervolgens de blueswereld zou doen opschrikken met zijn dynamische rock, rauwe blues en opwindende boogie in cominatie met een flinke dosis ondeugd, gekkigheid en stoute dingen of zoals hij het meestal zelf samenvat: ‘Dirty, Nasty en vooral Bad things’.
Vier decennia later zijn solide Destroyers als drummer Jeff Simon en bassist Bill Blough er nog altijd bij en uiteraard zit de ‘Madison Blues’ van eerdergenoemde Elmore James net zo rotsvast in de setlist getimmerd. Net zoals Bo Diddley’s ‘Who Do You Love’ of het door John Lee Hooker bekend geworden ‘One Bourbon, One Scotch And One Beer’ die iedere keer op een overtuigende en oprechte eigen wijze worden neergezet. Gelukkig maar. Wij zitten niet te wachten op een George Thorogood die een muzikale koerswijziging inzet. Het is al jarenlang een steeds weer terugkerend onderwerp tijdens de optredens van deze act die tot de meest consistente in de muziekwereld behoort. Heel weinig is aan het toeval overgelaten. De aparte danspasjes op witte schoentjes, zijn maniertjes en zelfs de grapjes zijn identiek aan die van de vorige show en van die van daarvoor.
Minder grappig zijn de veiligheidseisen die we hier aantreffen. Een vreemde barrier voor het podium en veel security moeten het publiek op afstand houden. Alsof iemand het in zijn of haar hoofd zou halen om maar in de buurt van de al snel verhitte en doorweekte zanger/gitarist te komen. Dat laatste komt overigens goed uit aangezien hij zeer gesteld op zijn privacy blijkt te zijn getuige de uitvoering van ‘I Drink Alone’. Het advies om je naar huis te laten rijden door je BOB-vriend is natuurlijk weer heel sympathiek. Ondeugender wordt het met de tip om dat nog liever door zijn vriendin te laten doen.
De tijd dat Thorogood nog zijn echte wilde haren had is al lang voorbij. Zijn ouders adviseerden hem al op jonge leeftijd om het net zo netjes te laten knippen als ‘Big Brother Bob’ maar met een bandana bleek dat probleem ook snel opgelost. We zien kalende vijftigers op het balkon vol overgave ‘Get A Haircut’ meezingen en werkelijk niemand slaagt er in om bewegingsloos de verrichtingen op het podium te volgen.
De sfeer is uitstekend en Thorogood heeft het duidelijk naar zijn zin. Hij lijkt goed uitgeslapen en dat blijkt te kloppen. “Toen ik vanmiddag wakker werd hoefde niemand mij er aan te herinneren waar ik was!”, aldus de uitgelaten performer die regelmatig uiting geeft aan zijn liefde voor ‘ons’ Heineken Bier en vooral Paradiso. Met een “Niet gek toch?”, vraagt hij om een bevestigende reactie vanuit het publiek na alweer zo’n heerlijke venijnige slide-gitaarsolo. Nogmaals laat hij het enthousiasme uit de zaal over zich heenkomen. Het kost hem maar weinig moeite. Thorogood-fan ben je voor het leven en je krijgt het bij hem precies zoals je het hebben wilt. Daarom ontbreekt, godzijdank, ook ‘Bad To The Bone’ niet en hier en daar zien we zelfs luchtgitaren om ons heen verschijnen. Het leven biedt weinig zekerheden maar dat we ons kunnen opmaken voor het jubileumfeest van Thorogood die 50 jaar in het vak zit staat nu al vast en wederom kunnen we concluderen dat er maar weinigen zijn die van routine en voorspelbaarheid zo iets fijns weten te maken als George Thorogood & The Destroyers.
We horen graag je mening! Voeg reactie toe