Tony Spinner Band
zaal BLUES, Rhede (D)
25 september 2015
Vrijdagavond 25 september speelde de Tony Spinner Band (TSB) in zaal BLUES in Rhede en dat was een prima gelegenheid hem te vragen voor een interview met daaraan gekoppeld een verslag van het optreden. Na overleg met Andre Knoch, eigenaar van zaal BLUES, kon dit binnen enkele minuten geregeld worden. Korte lijnen werken vaak het best, dat blijkt weer. Ik had de TSB al eens gezien op het, helaas ter ziele gegane, Bluesmoosefestival en daar maakten ze een uitstekende indruk. Verder staat hun CD ‘Live In Europe’ al jaren in mijn kast en is de muziek mij niet geheel onbekend. De meeste mensen zullen Tony Spinner kennen van zijn tijd als gitarist en zanger (vooral de hoge noten) bij TOTO. Daarmee is hij de hele wereld rondgereisd en is hij betrokken geweest bij alle live CD’s en DVD’s die TOTO gemaakt heeft in die jaren.
Tekst en foto’s: Andre Wittebroek
Aangekomen in Rhede blijkt de band in het Italiaanse restaurant naast zaal BLUES te zitten waar het interview plaatsvindt tijdens de maaltijd. Erg gezellig, glas wijn erbij en zij overheerlijk Italiaans eten waar de band dol op is. De sfeer is prima en de bandleden Michel Mulder (bas) en drummer Alex Steiner kletsen gezellig mee.
Hoe ben je eigenlijk op het idee gekomen gitaar te gaan spelen en daarvan je beroep te maken, Tony?
“Bij ons thuis werd er veel naar muziek geluisterd op de radio en naar LP’s. De interesse voor de muziek begon daar al, de 50-er jaren muziek pakte me direct vooral Boogie. Mijn ouders luisterden veel Elvis Presley, Little Richard, Chuck Berry e.d. Toen ging ik eerst naar pianoles, maar dat had ik na drie lessen al gezien. Je moest noten leren en het was erg statisch en dat was niets voor mij. Ook werd er thuis veel naar de muziekshows van die tijd gekeken: Sonny & Cher, Tom Jones, Johnny Cash e.d. hadden hun eigen show. Die shows vond ik prachtig en dat wilde ik ook, muziek maken. Nadat ik Chuck Berry had gehoord was het duidelijk. Ik wilde gitarist worden! Daarna kwam ik in contact, net als iedere muziekliefhebber met de meer stevigere muziek van Jimi Hendrix, Duane Allman, Rory Gallagher, Johnny Winter en Robin Trower. Tot op de dag van vandaag zijn dat mijn muzikale helden.”
Heb je toen toch muzieklessen genomen of alles zelf aangeleerd, zoals de meeste gitaristen van die tijd?
“Alles zelf aangeleerd. Veel, heel veel oefenen dus. Noten lezen kan ik nog steeds niet, na mijn pianolessen moest ik er niets meer van hebben. Ik heb het ook nooit gemist, zelf aanleren houdt veel meer mogelijkheden tot improvisatie in en dat doe ik het liefst. We spelen ook nooit met een setlist. We kunnen kiezen uit meer dan honderd songs en besluiten ter plekke welk nummer het volgende wordt. Ook jammen we graag omdat het veel creatiever is, elk nummer is dan weer anders.”
Je stelt dat jullie graag improviserend bezig zijn op het podium en houdt dat ook in dat er verschillende muziekstijlen aan bod komen?
“Absoluut, dat maakt het extra leuk voor ons. Met Michiel en Alex zitten er topmuzikanten in de band en die jongens kunnen alles spelen en ook improviseren. We kunnen veel jammen omdat we elkaar perfect aanvoelen. Het zijn ook nog fijne mensen en vrienden en dat is erg belangrijk omdat je erg veel samen bent op tour. Dat vertaalt zich weer in de muziek en het spelplezier op het podium. Alle muziekstijlen komen voorbij: rock, blues, funk, jazz, latin. Belangrijk is dat er een melodielijn, een groove in zit. We proberen goede muziek te maken met veel improvisatie zonder dat het saai wordt.”
Wat is jouw achtergrond Michel?
“Ik kom hier uit de buurt, ben geboren in de Achterhoek en heb altijd muziek gemaakt, veel in bandjes gespeeld. Mijn muziekopleiding heb ik op het Hilversums Conservatorium gedaan. Vanaf 1995 werk ik professioneel als freelance-bassist : veel studio- en sessiewerk. Ik speel al jaren met Tony als hij in Europa toert. In mijn spel probeer ik de toon, de groove en de soul samen te brengen in een diep bewogen geluid en zo mijn eigen stijl te maken. In jams gaat dat het fijnst. Straks bij de show hoop ik dat je ziet en hoort wat ik bedoel.”
En de jouwe Alex?
“Ik ben geboren in Uzbekistan en op mijn tiende zijn we naar Duitsland verhuisd. Van kinds af aan trommelde ik al op van alles wat los en vast zat en het was eigenlijk logisch die richting op te gaan. In Duitsland in veel bandjes gespeeld en later in Arnhem naar het conservatorium gegaan en drums en percussie maar ook studiotechniek gestudeerd. Ik woon er nu ook en heb er een eigen studio Trinix, waar onze laatste CD ook is opgenomen. Verder geef ik nog les en speel ook in andere bands. Sinds 2009 speel ik bij de TSB.”
Jullie hebben op conservatoria in Arnhem en Hilversum gezeten. In vorige interviews vertelden Timo Gross, Gregor Sonnenberg, Hardy Fischötter, allen uit Duitsland, ook dat ze ook daar gestudeerd hadden. Dezelfde reden? Meer vrijheid en improvisatie, minder strak, alles wat losser?
“Inderdaad. Het draaide meer op de muziek zelf dan om de theorie erachter. Beiden zijn nodig maar van de praktijk leer je het meest. In Duitsland is het veel theoretischer en meer klassiek en jazz en minder rock/blues gericht. Rene Kremers was zo’n topdocent. I.p.v. pure jazz werd het bij hem fusion. Veel stijlen door elkaar: latin, funk en veel jammen.”
Tony, zoals je begrijpt komt het TOTO-verhaal ook nog aan bod. Hoe kwam je daar terecht en wat vond je er zo van? Je speelde daar in de grootste zalen over de hele wereld en nu weer terug naar kleinere. Een stap achteruit misschien? Hoe ervaar je dat?
“Mijn komst bij TOTO was toevallig. In Nashville moest ik een sessie doen en daar was ook de roadmanager van TOTO. Hij zocht nog een achtergrondzanger voor een korte toer van zes weken. Mijn stem is van nature aan de hoge kant en dat ik ook nog gitaar speelde was een plus. Hij vroeg mij mee te gaan op die toer. Het zou eenmalig zijn maar elke nieuwe toer werd ik weer gevraagd. In totaal ben ik er zo’n tien jaar bij geweest. Het was een mooie tijd maar ik ben blij dat het voorbij is. Naast mijn werkzaamheden bij TOTO ben ik altijd mijn eigen muziek blijven maken, heb CD’s gemaakt. Bij TOTO speel je hun nummers, logisch, maar het is nu veel leuker omdat ik mijn eigen muziek kan maken. Het is niet zo commercieel en gecontroleerd. Ik hoef niet rijk te worden, maar prijs me erg gelukkig dat ik ervan kan leven. Met je hobby je geld kunnen verdienen is fantastisch. Grote zalen hoeft niet, in de kleinere is er veel meer interactie met het publiek. Het gaat nu prima. Sinds 2004 toeren we regelmatig door Europa en dat gaat goed. In de V.S. heb ik andere plaatselijke bandleden: Brent Long op bas/vocals en Derek Doyle op drums.”
Zijn er al plannen voor een nieuwe CD of DVD?
“De volgende toer zijn we van plan materiaal op te nemen en de studio in te gaan voor een nieuwe CD. We gaan dat nog overleggen met onze vaste producer Joe Romagnola. We zullen zien hoe of wat.”
Willen jullie nog iets zeggen tegen de lezers van Blues Magazine?
“Erg bedankt voor de interesse voor wat wij doen en we hopen velen te zien en te spreken bij deze toer. Van zaterdag 17 oktober t/m zondag 8 november spelen we in Nederland. Misschien tot dan!”
Het optreden
In een goed gevulde zaal betreden de bandleden zeer vrolijk en enthousiast het podium. Ze stralen direct veel plezier uit en hebben er zichtbaar zin in. Tony strijkt hoofdschuddend over zijn buik: “Too much lasagne! I hope I can play!” waarop uit de zaal de bluesy reactie kwam: “It’s Your Own fault!”
Men opent direct met een stevige funkblues, waarin de diepe donkere bas van Michel en het strakke drumwerk van Alex samen met de prachtige gitaarlicks en funky soli van Tony de toon voor een heerlijke avond muziek zetten. Daarna de eerste cover CC Rider waarin de slide de boventoon voerde. Strak en afwisselend gespeeld en de hoge stem van Tony past er perfect bij. Daarna volgde Lay Down Your Crutch waarin Michel de backingvocals doet. De stijl is ZZ Topachtig: rockig, puur, strak en met een groovende ritmesectie erachter. Heerlijk nummer.
Funky, swingend en jammend gaat het verder in Best Friend. Het publiek geniet en beweegt soepeltjes mee op de swing. In het rockige Dust and Ash is er tijd voor scheurend gitaarwerk en laat Tony ruimte over voor Michel en Alex met hun korte krachtige solo’s. De slowblues If You Be My Baby is een echte blues. Diepe baslijnen, hemels gitaarwerk, mooie drums en Tony’s stem die het verdriet eruit perst. Dan volgt de Jimi Hendrix cover Lover Man, die geheel op eigen wijze wordt gespeeld. De rock and roll komt in Maybelline van Chuck Berry aan bod met slidegitaar. Een erg kort nummer en het gaat naadloos over in Nucklehead. Wat een geweldig nummer: veel intermezzo’s, afwisseling en een zalige groove. Een funky blues met plotseling in het middenstuk, de La Bamba, en dan weer terug. Mooie vondst. Ook is er weer ruimte voor Alex en Michel om hun klasse te tonen. Susie Q is het volgende nummer, goed gespeeld in een strak ritme met een heerlijk intro.
Politics Man opent met een briljante solo van Tony. Hier laat hij zien ook echt te kunnen soleren als stevige rocker. Het wisselt van hard naar zacht en terug en eindigend in een climax met geweldig spel. In Low Down Dirty ligt het accent meer op de psychedelische kant. Veel geluidseffecten, feedback en een gitaar die krijst maar dan weer ingetogen en subtiel klinkt. Dan klankbeelden begeleidt door een prachtige sferische tokkelende solo van Tony met een warm, vol geluid. Schitterend gewoon! Let Her Go heeft een reggae-introotje en is weer meer funky/rockig. Een vrolijke afsluiter van de reguliere set.
Het enthousiaste publiek wil meer en krijgt nog een toegift (humorvolle Tony: “bedankt voor jullie reactie maar we doen altijd een toegift!!”)
Er komt een rock-funky song aan met veel geluidseffecten waarin zelfs sirene’s klinken. Stevig en apart. Geweldige afsluiting! Maar het publiek wil nog meer en het echt laatste nummer is How Long. Lijkt op een countryblues en is echte tranentrekker. Het verdriet, de pijn en de onmacht knallen de speakers uit. Hele mooie zang, perfect voor dit lied. “En nu komen we niet meer terug.” zijn Tony’s laatste woorden!
Conclusie:
Twee uur lang krijgen we een zalige mix te horen van funk, blues, reggae, rock, rock&roll , jazz met veel improvisaties en jams. Het gaat niet alleen om Tony en supersnelle solo’s, die zitten er ook in, maar het wisselt ontzettend van stijl en melodie. De band presenteert zich als een eenheid waarin ieder zijn deel heeft. Tijdens de show hoor je hoe goed het allemaal in elkaar zit. Zelfs de gespeelde covers hebben een compleet eigen inbreng. Een prachtig concert voor een prachtig publiek.
P.S: Blues Magazine bedankt Andre Knoch voor de accreditatie
Links:
www.tonyspinner.com
www.blues-rhede.de
,Mooi verslag en interview