Joe Bonamassa
Club Hirsch, Nuremberg, Duitsland
vrijdag 28 november 2008

Tekst en Foto’s : Quace (met speciale dank aan Klaas Post)

Simplisme, smog en kleurarm. Dit zouden voor velen de eerste indruk zijn als zij de omgeving rondom Club Hirsch in Nuremberg, Duitsland zouden aanschouwen. Een plek waar alles zo pragmatisch mogelijk moet. Daar waar een electriciteitscentrale midden in de stad zit gevestigd en het aspect arbeid ogenschijnlijk zo veel mogelijk wordt vermeden. Niemand zou hier dood gevonden willen worden. Niet onbegrijpelijk dat een percentage van deze inwoners wat ontspanning zochten op de vrijdagavond. En zo ook ik. Hoewel ik al maanden uitkeek naar Joe in het echt, had ik geen verwachtingen of eisen gesteld aan het optreden. Negen uren van navigatie over de Duitse autobahn bereikten Klaas Post en ik mijn tijdelijke Walhalla.

Joe Bonamassa @ Nuremberg

Misschien wel vergelijkbaar met de Vera in Groningen vanwege het ondergrondse sfeertje wat er hangt, vulde Der Hirsch zich langzaamaan met nieuwsgierige muziekliefhebbers. Sommigen onwetend over het talent wat zij die avond van dichtbij zouden proeven. Anderen bekend en idolaat, die elke song tot aan de uithalen konden meezingen.

Voor mensen die de ervaring van optredende Joe nog niet eerder hadden meegemaakt, was de opkomst toch even wennen. Niet alleen omdat de show werd afgetrapt met de kersverse titeltrack van zijn cd die in februari volgend jaar wordt uitgebracht, wat de ‘Ballad of John Henry’ gaat heten, maar vanwege het voorkomen van the man himself. Het 31-jarige talent had overduidelijk een lichamelijke metamorfose ondergaan. Een bezoekje aan de kapper en veel verloren kilo’s deed menig toeschouwer rigoureus aanvaarden dat Joe toch echt nog maar 31 is. Gehuld in een donkergrijs pak met daaronder een witte blouse, was het uiteraard weer de zwarte zonnebril die het plaatje van de jonge bluesman compleet maakte. Voor de rest bespeurden we bassist Carmine Rojas, toetsenist Rick Melick en Bogie Bowles op de drums. Wat het apparatuur betreft werden talloze vierkante meters benut door niet alleen de instrumenten, maar ook door vier versterkers, effecten en een theremine. Links stond een Marshall Jubilee met daarbovenop een Category 5, rechts vonden we een Two-Rock, met daarop een waarschijnlijk speciaal voor Joe ontworpen ‘Larry’.

De eerste noten sloeg Joe aan op een Music Man John Petrucci. Het geluid wat hij hieruit liet klinken werd meteen met volle overtuiging overgebracht op zo’n 1200 mensen in de zaal. De akoestiek in de zaal was behoorlijk goed. De heldere, ronde klanken die Joe meteen uit zijn instrument liet klinken beloofde een fenomenaal concert. Het eerste nummer werd afgelost door één van Joe’s oudere nummers, namelijk ‘Bridge To Better Days’. Met vergelijkbare licks als op het album ‘Live From Nowhere In Particular’ klonkt ditmaal de geel getinte Gibson Les Paul Goldtop helder en oprecht. Dat Joe de combinatie van zang en vaardig gitaarspelen uitstekend onder de knie heeft, bleek ook toen de lyrics oprecht door de microfoon weerkaatsten.

Daarna was het John Mayall’s ‘So Many Roads’ om de oren van de toeschouwers te strelen. Hoewel menig fan van Mayall me nu met een boos oog aan zou kijken, is het toch Joe’s versie die ik prefereer. Hierna werd het prachtige ‘India/Mountain Time’ gespeeld. Hiervoor gebruikte hij een Les Paul Standard ’59 reissue Sunburst met een reversed neck pickup. Met hierin een prachtige solo gevlochten werd de zaal zo’n tien minuten lang beloond.

Joe pakte daarna een andere Goldtop en blies nadien ‘Another Kind Of Love’ intensief in de zaal. Veel toeschouwers verloren de controle over hun motoriek en gingen vervolgens mee op de maat van de aanstekelijke rifjes. Beweeglijk als de meute was, werd dit gauw de kop ingedrukt door misschiel wel één van Joe’s mooiste covers, namelijk ‘Sloe Gin’. Een zacht gespeelde intro van vier à vijf minuten zorgde voor een opbouwing naar absolute bezieling. Het blijkt dat hoe jong je ook bent en vanuit welke generatie je ook afkomstig bent, dat emoties zuiver en herkenbaar zijn zolang je het voelt. Joe voelt het absoluut.

Zesmaal genieten en ongeveer een half uur later besloot Joe zijn publiek toe te spreken. Zo sprak hij over een griepje en vroeg hij subtiel om wat dankbaarheid voor dat hij, desondanks deze lichamelijke beperking, tóch in staat was om op te treden. Dit werd enkele seconden later beantwoord met een luid applaus. Op zeer sympathieke wijze en vol zelfvertrouwen repte hij na deze korte speech ‘Danke’ uit, om daarna een nummer aan te kondigen die nog niet eerder op een album is verschenen. Genaamd ‘The Great Flood’ deed deze track herinneren aan een combinatie tussen ‘Black Night’, ‘If Heartaches Were Nickels’ en ‘Sloe Gin’. Deze ballad zal ook verschijnen op zijn nieuwe album wat in februari uitkomt. Ingeleid door rustige coupletten veranderde het liedje in een bombarie van gitaargeluiden. Wat opviel aan de setlist was dat de sfeer van het repertoire enorm veranderlijk was. Het uptempo ‘Your Funeral My Trial’ werd gespeeld en meteen afgedaan door de zwaarmoedige en meeslepende ‘Blues Deluxe’.

Een verwisseling van gitaar volgde en ditmaal was het de beurt aan de akoestische Yamaha die vertroeteld moest worden. Althans, misschien niet de juiste benaming voor hetgeen wat Joe met deze gitaar deed. Verontwaardiging en fascinatie riep het in ieder geval van mijn kant op, toen het akoestische gitaarwerk klonk als ware het minstens twee zes-snarige instrumenten. Enorm zelfverzekerd vertoonde Joe zijn kunsten en vloog hij van de ene kant van het podium naar het andere. Om geen toeschouwer te laten ontgaan wat hij technisch allemaal in huis heeft.

Joe Bonamassa @ Nuremberg (28 nov 2008)

Inmiddels weer herenigd met één van zijn Goldtops begon hij aan ZZ Top’s ‘Just Got Paid’. Hoog vanaf een versterker aan de achterkant van het podium betuigde hij respect aan de rock&roll-geest van de langharige motorrijders, waarna hij vervolgens zwaaiend van het podium verdween. Niemand maakte ook maar enige aanstalten om de zaal te verlaten. De voorste rijen echter konden ook stiekem merken dat de band nog achter de planken stond verscholen. In volle verwachting werd er uitgekeken naar de toegift.

Luttele minuten later draagde een roadie zijn akoestische Yamaha over en beklom Bonamassa wederom het toneel. Zonder begeleiding van zijn drie-koppige band. Na alle hectiek van de reeds gespeelde nummers, keerde Joe even terug naar de heilige simpelheid. Het publiek luisterde aandachtig naar de rijke solo die Bonamassa liet spreken uit deze houten klankkast. De rest van de band mengde zich hieropvolgend weer achter de instrumenten, Joe kreeg zijn Chandler LectraSlide aangegeven en de eerste noten van ‘One Of These Days’ werden ingezet. Krachtig en resoluut zong hij de lyrics en nogmaals werden de Duitse toeschouwers geprikkeld om mee te bewegen. Ook deze song eindigde in een exponentiële groei van gitaarklanken, drums én ingedrukte toetsen.

En toen werd definitief het laatste nummer van de avond ingevoerd. De ontroerende ballad ‘Asking Around For You’ werd waardig en doordacht gekozen als afsluiter. Hartverscheurend als het klonk, leek ook Bonamassa zelf aangeslagen door het spelen van deze song. Toen het laatste couplet moest werden gezongen, vroeg Joe de zaal om stilte. Na het gebaar te hebben gemaakt deed hij afstand van zijn microfoon en begon hij zonder versterking uit volle borst te zingen, terwijl hij naar de ‘hemel’ keek:

“If I get to Heaven now
Oh, I’m praying that I do
I’ll be the first thing I’ll do
I’ll tap an angel on the shoulder
And I’ll be asking around for you

I’ll tap an angel on the shoulder
and I’ll be coming back to you…”

Deze man, die bij wijze van nog door atheïsten zou worden doorverwezen tot de Hemelse poorten, heeft bewezen dat transcendentale ervaringen wel degelijk mogelijk zijn. In één woord: buitengewoon. Hoe hij groeit als persoonlijkheid en individu is werkelijk waar fenomenaal. Elk willekeurig persoon in de zaal met een gezond verstand moet geraakt zijn door wat Joe deze avond neerzette. Met de gitaar als een verlengstuk van zijn ziel en zijn stem om zijn verhaal te vertellen, zal het ongetwijfeld niet lang meer duren voordat Joe zich mag scharen onder de grote namen in de geschiedenis… En dat met nog zoveel in het geschiet.

Een totaal verdiende ovatie met een onmeetbaar decibelgehalte weerklonk minuten later nog met dezelfde kracht als toen deze werd ingezet. Een buiging, een handgebaar en een wandelingetje naar de kleedkamer maakte een einde aan deze muzikale pracht. De toeschouwers liepen langzaamaan richting de hal, op weg naar waar verkopers cd’s en shirts als warme broodjes verhandelden. Of om een drankje te bestellen, want na zoveel emotie moest die brok in menig keel worden weggespoeld. Omringd door bodyguards kwam Joe zelf ook nog even de zaal in, om te signeren en handjes te schudden. En toen gebeurde er iets heel bijzonders voor mij. Klaas en ik stonden in de hal een drankje te consumeren en wat na te praten over het concert. Ik meende dat ik zo zat te stralen dat de verlichting in Hirsch wel uitgezet kon worden. Bassist Carmine Rojas passeerde ons en tot mijn verbazing wist Klaas hem aan te spreken. De heren kenden elkaar al uit een ver verleden en zo wierp Rojas ook zijn oog op mijn notitieblokje. “You better write something good, huh?” Ad rem als ik ben, kon ik het niet laten om te reageren met: “I will if you let me meet Joe”. En zowaar. Na een ietwat langdurig toiletbezoekje waardoor ik enorm veel zenuwen opbouwde, kwam hij terug om ons door de hekken te dirigeren, rechtstreeks naar de kleedkamer. Mijn hart begon steeds sneller te razen en mijn bloeddruk zal ongetwijfeld in een kritieke status hebben verkeerd. Bij binnenkomst in die kleinschalige ruimte zag ik mijn held staan. Ik werd compleet onpasselijk. Ik vond het eerst moeilijk te verwerken dat Joe in een casual outfit was gekleed met een Nike-petje en een leren jas, omdat hij in mijn gedachten toch vaak mooie overhemden draagt. Mijn vitale functies raakten nu zo kritiek dat ik niet meer wist waar ik het moest zoeken. Blozen, trillen, stotteren. Het was ronduit verschrikkelijk en gênant. Hoewel, voor mezelf dan. Doorgaans ben ik spontaan en heb ik mijn mondje wel vooraan staan. Altijd een weerwoord en ik laat me niet snel intimideren. Maar nu? “Hi, uhm… I’m your biggest fan for almost 4 years now”, sprak ik ongemakkelijk uit. Een beetje afgezaagd, maar wel gemeend. “Oh really? How nice!”, zei Joe enthousiast. Ik schudde één van zijn magische handen en terwijl Klaas met Carmine in gesprek raakte, babbelden Joe en ik over de 1400 kilometer die we hadden gereisd om hem te zien en over andere lichtverteerbare zaken. Ik moest hem uiteraard nog vertellen dat ‘Sloe Gin’ mijn favoriet was en dat ik bijna moest huilen toen hij deze speelde. Hij vond dit mooi om te horen dat zijn muziek werd gewaardeerd. Gelukkig. Uiteraard was ik door de omstandigheden straal vergeten te melden dat het radioshowtje wat ik (waarschijnlijk) binnenkort op OOG radio ga presenteren vernoemd wordt naar dit album. Of dat ik uitkeek naar zijn nieuwe plaat. Helder nadenken was er voor mij niet meer bij. Carmine maakte wat foto’s, Joe signeerde m’n notitieblokje waar ik alles had opgeschreven en na ongeveer tien minuten of een kwartier verlieten we dit heilige kamertje. Totale euforie raasde door elke ader in m’n lijf. Moest ik huilen? Lachen misschien? Ik weet het niet meer. Als ik ooit de controle over mijn emoties kwijt ben geraakt of mezelf heb verloren, dan was het wel op die avond.

Quace & Joe Bonamassa @ Nuremberg (28 nov 2008)


Ook op Blues Magazine ...