Afgelopen vrijdag is het boek Paradiso Posters 1968 – 2008 verschenen: veertig jaar concerten van het Amsterdamse poppodium in beeld. Het boek geeft een overzicht van (een klein deel van) de affiches die ontwerpers in naam van Paradiso hebben geproduceerd, maar ook het verhaal achter de affiches, hun ontwerpers, de opdrachtgever en het eeuwige wringen tussen artistiek streven en dwingende deadlines.
Wat is er over van veertig jaar concerten in Paradiso? Hoeveel mensen in Nederland lopen rond met mooie herinneringen aan een nacht of avond in Paradiso, luisterend naar hun favoriete artiest of band? Hoeveel liefdes zijn opgebloeid aan de Weteringschans en hoeveel zijn er gestrand? Tastbaar bewijs van veertig jaar popcultuur is er nauwelijks. Er zijn recensies in het archief van de dagbladen en er zijn ongetwijfeld mensen met verschoten foto’s in hun privécollectie. Met de komst van internet en de digitale cultuur neemt de hoeveelheid beeld toe, maar het is veelal materiaal dat niet door Paradiso zelf in de wereld is gebracht.
In de veertig jaar dat Paradiso bestaat zijn er naar schatting 10.000 affiches gemaakt, waarvan er ongeveer 600 zijn opgenomen in Paradiso Posters 1968 – 2008. Maar het boek is meer dan alleen een plaatjesboek. De vormgevers ! die de kleurrijke jaren ’70, de ruige jaren ’80 en van dance en hiphop doordrenkte jaren ’90 hebben vormgegeven in concertaffiches beschrijven hun werk, de tijdsdruk waaronder ze werkten, de relatie tot de opdrachtgever en tot de artiesten en hun muziek.
De geschiedenis begint bij Engelsman Martin Kaye, die de eerste vaste ontwerper was en de eerste tien jaar affiches voor zijn rekening nam. In de kelder van Paradiso, toen voor een deel zeefdrukkerij, maakte hij poster na poster. Naast het ontwerpen en drukken, fietste hij ook de stad door om zijn kunstwerkjes op strategische plekken in cafés te hangen. In de opvatting van Kaye moest een poster opvallend, brutaal en vrolijk zijn. De mededeling moest van de muur af geschreeuwd worden, opdat passanten onmiddellijk hu! n fiets keerden en rechtstreeks koers zetten naar Paradiso.
Rond 1982 namen Marten Jongema – bedenker van de dikke letter ‘P’ – , Max Kisman en de iets later toegetreden Kees Maas het stokje over van Kaye. De zeefdrukruimte werd aangevuld met donkere kamer en Max Kisman bracht de eerste computertechniek in het vormgeefproces in. Het trio kon maar net de steeds groter wordende stroom van concerten en niet-muziekgerelateerde programma’s van beeld voorzien. “Je willen onderscheiden, met weinig middelen iets tot stand brengen en dat ook nog eens in korte tijd: dat was samengevat mijn periode in Paradiso die in 1982 begon. De enorme productie bood eigenaardige mogelijkheden: als er eens wat mislukte, kon je je al een week later revancheren.”, zegt Jongema.
Halverwege de jaren ‘ 90 werd Experimental Jetset aangesteld. Hun experimentele ontwerpen hebben in hoge mate bijgedragen aan de naam van Dutch Design en aan het beeld van Paradiso. De stad bood in die tijd geen plaats meer aan de overweldigende hoeveelheid dansnachten en bijbehorende posters. Experimental Jetset introduceerde de zo kenmerkende overzichtsposter, die nu nog steeds de gevel siert en in de stad verspreid wordt. Ook de Paradiscoflyers zijn van hun hand, evenals de vondst van de Basslineflyer in filofaxformaat.
Paradiso Posters 1968 – 2008, met posters van! onder anderen Martin Kaye, Marten Jongema, Max Kisman, Mirjam Unger, Kees Maas, Ron van Roon, Experimental Jetset, Joppe Roovers, Machine, Hotel, Pieter Parra, Maz Weston, Niels Meulman, P.J.Frith en Peter Mertens. Onder redactie van Paradisoprogrammeurs Jan Dietvorst en Jan Hiddink.
Uitgeverij: De Buitenkant, Amsterdam. Prijs: 30 euro.
We horen graag je mening! Voeg reactie toe