“BLUES THAT MATTERS” – De ultieme speurtocht door de spelonken in de” krochten” van de Blues, om zo wat kennis op te doen, en het antwoord te vinden op: Waar haalt de hedendaagse Bluesscene de mosterd ?
Uitvoerder: Canned Heat & John Lee Hooker
Album: Hooker ‘n Heat
Jaar: 1971
Duur: 83:40
Tekst: Jago Kosolosky
Het dubbelalbum Hooker ’n Heat verschijnt in 1971. Het succes van bluesrockband Canned Heat heeft net hoge toppen gescheerd met hun derde album Living The Blues dat drie jaar eerder verschenen is en het bekendste nummer van de band, Going Up The Country, bevat. In vijfentwintig landen over de hele wereld zou het nummer de billboards aanvoeren. John Lee Hooker was al een levende blueslegende bij de liefhebbers maar bleef een grote onbekende bij de man in de straat.
Canned Heat met hun befaamde hit Going Up The Country op Woodstock in 1969.
Hoewel het voor Canned Heat ongetwijfeld een enorme gok moet geweest zijn om de studio in te trekken met een, toen al, oude bluesrot als Hooker, moeten we de band er eeuwig dankbaar voor zijn. Wij niet alleen overigens. Het is niet overdreven te stellen dat de carrière van John Lee Hooker zonder dit album verder in het slop was geraakt en de man nooit bij het grote publiek bekend was geraakt. We mogen niet vergeten dat dit slechts het eerste album is van Hooker dat de charts haalde. Deze dankbaarheid van Canned Heat ten opzichte van een artiest die de blues in zijn vroegere periode mee vorm had gegeven is kenmerkend voor de bluesrevival in de jaren ’60 en ’70. Vele bands begonnen in de pure blues en dwaalden zo af om de vroege rock- en popscene vorm te geven. Denken we hierbij, naast Canned Heat, ook maar aan The Rolling Stones en Fleetwood Mac. Elk van deze bands wist onderweg wel de lauwerenkrans op het hoofd te plaatsen van de blueslegendes die ze verdienden.
The Rolling Stones werden in 1965 uitgenodigd om te spelen in het populaire muziekprogramma Shindig! op ABC maar weigerden op te treden als Howlin’ Wolf niet in dezelfde uitzending mocht. Ze kregen hun zin. Fleetwood Mac werkt in 1968 samen met de bluespianist Eddie Boyd om 7936 South Rhodes op vinyl te zetten, een album waarop Peter Green zijn bluesy roots helemaal blootlegt. Canned Heat doet het via deze samenwerking met John Lee Hooker.
Voor Alan Wilson, zanger, harmonicaspeler, pianist en gitarist van Canned Heat werd Hooker ’n Heat het laatste album. De man overleed op 3 september 1970, nog voor Hooker ’n Heat uitkwam. Hoe hard de band hierdoor getroffen werd, is duidelijk en de successen van weleer zouden nooit meer geëvenaard worden. De grimmige sfeer vindt zijn weg tot op de hoes die naast alle bandleden en John Lee Hooker toch nog Alan Wilson bevat, zij het in een kader aan de muur. Nog een klein detail voor de connaisseurs, de gitarist Henry Vestine ontbrak ook op de fotoshoot en zijn plaats werd dan maar ingenomen door Skip Taylor, de manager van de band. Later werd de foto geretoucheerd en kreeg Skips lichaam Henry’s hoofd opgeplakt.
Hoewel over Canned Heat en John Lee Hooker bibliotheken te vullen zijn, wordt het maar eens tijd dat we het album zelf onder de loep nemen. Zeventien tracks bestaande uit Hooker die solo speelt, Hooker met Wilson en Hooker met de hele band. Tien nummers lang krijgt Hooker de tijd om Canned Heat fans die de plaat omwille van hun favoriete band kochten, te overtuigen van zijn kwaliteiten. Met nummers als Send Me Your Pillow moet hij hier ongetwijfeld in geslaagd zijn. Het nummer start aarzelend met overleg tussen Hooker en de producer welk nummer moet volgen. “How about a little boogie?” Hooker heeft als echte vakman niet meer nodig en steekt een prachtversie van dit nummer af. Hij gaat inventief om met zijn gitaar, stompt wild met zijn voet in het rond en laat zijn stem variëren van een geroep tot zacht gefluister. Naast Sittin’ Here Thinking, een track waarop we om de oren geslagen worden met het typische gitaarspel van Hooker, is Send Me Your Pillow het beste wat Hooker solo op dit album brengt. Hoewel deze nummers een mooie opwarmer zijn en ongetwijfeld bij veel jongeren in de jaren ’70 de mond deden openvallen, onderscheidt Hooker ’n Heat zich vandaag toch vooral door de volgende zeven nummers van andere albums.
Alan Wilson en John Lee Hooker starten met The World Today, een kritische blik van de man op een wereld die in volle omwenteling was. De Vietnamoorlog zou nog vier jaar duren en Nixon kreeg het erg hard te verduren, Hooker: “You find so many young people. They’re fightnin’ in every town, on campus. I don’t know, don’t know, whether they’re right or wrong. But they’re kind of fightin’ for their rights.” Het pianospel van Wilson begeleidt Hooker doorheen deze trage jammerklacht en laat zien wat voor een muzikaal genie de Blind Owl was.
http://youtu.be/b2Ug8ia3kfU
The World Today door John Lee Hooker en Alan Wilson.
Wilson kreeg deze bijnaam omwille van het feit dat hij enorm bijziend was. Het verhaal doet de ronde dat hij ooit, na een huwelijksoptreden, zijn gitaar doodleuk op de taart neerpootte omdat hij die niet had gezien. Toegegeven, de drank- en drugsconsumptie kan daar ook wel een rol in hebben gespeeld. De band stak dit nooit onder stoelen of banken, integendeel. Zo is de naam Canned Heat afkomstig van het nummer Canned Heat Blues van delta bluesartiest Tommy Johnson. De term Canned Heat verwijst naar het drinken van kookvloeistof gevuld met methanol, de goedkope variant van alcohol. Je wordt er ook dronken van maar bijwerkingen zoals bijziendheid kunnen optreden na langdurige consumptie. Ik denk dat het nu voor iedereen wel duidelijk mag zien hoe de Blind Owl aan zijn aandoening kwam.
De laatste track op het Hooker ‘n Heat album is Boogie Chillen, No. 2. Dit moet ongetwijfeld de beste, en langste, versie van het nummer zijn die circuleert. Wilson volgt Hooker op harmonica en alleen dit verdient al een Nobelprijs. Solo’s van Wilson en Hooker wisselen elkaar vervolgens af. Dit alles resulteert in een nummer van meer dan elf minuten dat geen seconde verveelt.
Concluderend kan ik stellen dat dit album voor geen enkele bluesliefhebber een onbekende mag zijn. Is het niet door enkele ijzersterke songs die je erop terugvindt dan wel door de vele mystiek en verhalen die rond het dubbelalbum hangen.
Ook een tip / suggestie voor deze rubriek?
Heeft u na het lezen hiervan ook een tip of suggestie? BluesMagazine.nl vindt het altijd leuk om van u te horen wat u ervan vindt en indien u een album en/of band zeker in deze rubriek terug hoort te vinden laat het ons weten middels een email naar webmaster@bluesmagazine.nl, of via ons contact formulier
Enkele weken heb ik ook deze dubbel cd gekocht. Typisch een product van de jaren zestig/zeventig. Elle lange nummers, die nu wel erg gedateerd klinken!
ach Bert, het is niet altijd een liedje van 3 minuten op je ipod, maar verdorie 11 minuten op Vinyl met die king of the boogie himself… gedateerd? misschien. Maar hij hoort toch definitief een vaste plek in je cd collectie te krijgen !
mijn eerste blueselpee die me voorgoed aanhanger van Hooker en de blues maakte – ik koester het orgineel nog altijd!