Foto Blues Historie: Post war blues - deel 30 BB King

B.B. King (1925 – 2015)
Samengesteld door Hans Ros

Riley Ben King, beter bekend als B.B. King, was een bekende Amerikaanse bluesgitarist en singer-songwriter. Op 15 december 2006 ontving B.B. King de hoogste burgeronderscheiding, de Presidential Medal of Freedom. B.B King wordt gezien als een van de grootste bluesartiesten aller tijden.

King werd geboren op een plantage en een groot deel van zijn jeugd werkte hij, samen met zijn moeder en grootmoeder, als een sharecropper. Reeds vroeg raakte King in de ban van zwarte muzikanten als T-Bone Walker en Lonnie Johnson. Snel ontwikkelde King zijn eigen muzikale vaardigheden in de kerk bij het zingen van gospel.

In 1943 verhuisde B.B. King naar Indianola, Mississippi. Drie jaar later verhuisde hij weer naar Memphis, Tennessee, waar hij zijn gitaartechnieken verfijnde met de hulp van zijn neef, country bluesgitarist Bukka White. Uiteindelijk begon King zijn muziek live op het radiostation van Memphis WDIA te brengen, een station dat juist een draai had gemaakt door enkel zwarte muziek uit te zenden – wat destijds zeer opmerkelijk was. On air begon King de naam The Pepticon Boy te gebruiken, wat later Beale Street Blues Boy werd. Die naam werd afgekort tot gewoonweg Blues Boy, wat uiteindelijk B.B. werd.

In 1949 verschenen de eerste twee singles van King via Bullet Records uit Nashville (Tennessee). Zijn debuut was “Miss Martha King”. In datzelfde jaar begon King songs op te nemen onder contract met RPM Records. Veel van zijn vroege opnamen werden geproduceerd door Sam Phillips, die later het legendarische Sun Records zou stichten.

In de jaren 1950 werd B.B. een van de belangrijkste namen in rhythm-and-bluesmuziek, met een lijst van hits zoals, “Let The Good Times Roll”, “Why I Sing The Blues”, “Paying The Cost To Be The Boss” en “Five Long Years”. In 1962 begon King bij ABC-Paramount Records.
King vond zijn eerste succes buiten de bluesmarkt in 1969 met zijn remake van Roy Hawkins’ melodie, “The Thrill Is Gone”, dat een hit werd in zowel de pop- als de R&B-hitlijsten, een zeldzame gebeurtenis, zeker in die tijden. Van 1951 tot 1985 verscheen King maar liefst 74 keer in de Billboards-R&B-charts.

De jaren tachtig, negentig en de periode na 2000 leverden niet zoveel platen op, maar King bleef wel zeer actief in televisieshows, films, en trad zo’n 300 keer per jaar op. In 1988 bereikte hij een nieuwe generatie fans via de single “When Love Comes To Town”, opgenomen samen met de Ierse band U2. In 1988 had hij een gastoptreden tijdens een concert van Gary Moore. Die uitvoering van “The Thrill Is Gone” is legendarisch.

BB King heeft een zeer vol en actief leven geleid. Hij bezat een vliegbrevet, was bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus sinds meer dan tien jaar, was King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes. In 2011 trad hij voor het laatst op in Nederland tijdens het North Sea Jazz. In 2014 trad hij nog steeds op, maar door een val tijdens een concert in de House of Blues in Chicago kwam daar toch op 89-jarige leeftijd een eind aan.

Begin april 2015 werd hij opgenomen in het ziekenhuis van zijn woonplaats Las Vegas wegens ernstige uitdroging als gevolg van zijn diabetes. Op 14 mei 2015 overleed King in zijn slaap. King had al jaren diabetes. Dit werd dan ook, in combinatie met zijn leeftijd en uitdrogingsverschijnselen, gezien als doodsoorzaak. Op 25 mei werd bekend dat de FBI een onderzoek gestart had naar de doodsoorzaak van King. Volgens dochters van King zou hij vergiftigd zijn. Bij lijkschouwing werden geen bijzonderheden ontdekt. BB King werd opgenomen in de Mississippi Musicians Hall of Fame en in de Memphis Music Hall of Fame.

Nobody Loves Me But My Mother

Wil je meer luisteren van BB King., check deze link

Foto Blues Historie: Post war blues - deel 30 BB King


Ook op Blues Magazine ...