Foto Album recensie: Gary Nicholson – Common Sense

Format: CD, digital
Label: Qualified records
Release: juli 2024

Tekst: Louis Lena

Gary Nicholson, geboren 11 juli 1949 in Texas, is tweevoudig Grammy-winnaar en heeft tijdens zijn carrière met grote artiesten samengewerkt. Op dit album staan politiek en de verdeeldheid in the States centraal. Hij doet dat met humor en probeert perspectief te bieden. Vanaf 1970 toert hij met allerlei verschillende bandjes en kreeg een contract bij MCA/Kapp Records voor twee albums. In 1973 richtte hij de countryrockband “Hot Sauce” op en speelde toen voor het eerst met Delbert McClinton.

Hoewel hij hier niet al te bekend is geworden, zijn er meer dan 700 opnames van zijn liedjes uitgebracht. Hij schreef nummers in meerdere genres: waaronder country (Willie Nelson, Waylon Jennings), blues (BB King, Buddy Guy en Keb ‘Mo’), pop (Ringo Starr en Neil Diamond), rock (Fleetwood Mac) folk, bluegrass en Americana (Guy Clark). Delbert McClinton heeft meer dan dertig nummers van hem opgenomen.

Common Sense is pas zijn achtste album. Nicholson zingt en speelt akoestische en elektrische gitaren en wordt bijgestaan Kevin McKendree (tevens producer) op piano, orgel, elektrische gitaar en bas. Daarnaast doet nog een legertje aan gastmuzikanten mee. Met zoveel ervaring en met de ondersteuning van al even ervaren muzikanten kan het eigenlijk niet mis gaan en dat gaat het dan ook niet. Het album bevat twaalf nummers en die kloppen allemaal.

De opener is ‘What a Little Love Can Do’ een lekker in het gehoor liggende country rocker, die me aan de Traveling Wilburys doet denken. Nicholson heeft een mooie stem. Hij wil met dit nummer de hoop brengen die veel mensen in rare tijden nodig hebben: it’s amazing what a little love can do. In ‘Bob Dylan Whiskey’ een mondharmonica die door Bob zelf gespeeld had kunnen zijn. In dit folky nummer een fraaie steelguitar en een dosis humor. In ‘The Truth About a Lie’ bezingt Nicholson de kracht van het verspreiden van leugens. ‘Als die leugen één keer is verteld, zal die nooit meer verdwijnen. Zelfs niet als die bewezen niet waar is. Daarmee is de schade aangericht, want mensen geloven wat ze willen geloven’. Hiermee maakt hij wel een statement nu het steeds lastiger lijkt te worden vast te stellen of nieuws wel of niet waar is. Een mooie gitaarsolo kleurt het nummer nog wat mooier in.

‘Make Good Trouble’ wordt weer met de droge humor gebracht en vrolijk gesteund door een prettig back ground groepje en een opvallend partijtje keyboards. Dit nummer wordt in een heel andere muzikanten-samenstelling gebracht als de elf andere nummers op het album. ‘Everybody’ Why can’t everybody leave everybody alone. Een goeie vraag. Laat iedereen doen wat ze willen en val elkaar er niet mee lastig. Nicholson bewijst opnieuw een goede tekstschrijver te zijn. En dat laat hij nog maar eens horen op ‘We Don’t Talk About It’ waar hij vrolijk zingt dat tijdens feestelijke familiebijeenkomsten als the 4th of July er lekker gegeten en gedronken wordt en dat we het maar nergens over moeten hebben, anders wordt het ruzie. Een leuke opsomming van thema’s die we uit de weg gaan in dit nummer. ‘Follow the Money’ een heerlijke slide en een stevige ondersteuning door blazers en halverwege een vette solo. En dat hij teksten heeft, is inmiddels wel duidelijk.

‘Worry B Gone’ een stompin’ ritme op deze mooie countryrocker met een mooie gitaarsolo van Yates McKendree. ‘All That Makes Me Happy is the Blues’ een bluesnummer en dat is vanaf de eerste zin duidelijk: I’ve been hurting so bad, she’is gone. Hoeveel blues zou er geïnspireerd zijn op het thema ‘dat zij weg is gegaan’ ? Dan het titelnummer ‘Common Sense, een vrolijk nummer, bijna een kinderliedje vol wijze raad: kijk uit als je oversteekt, als je mager wil zijn, eet dan niet de hele koelkast leeg enzovoort. De albumhoes is ook wel duidelijk: als je een tak van een boom zaagt, ga er dan niet zelf op zitten. ‘Woody’s Dream’: Ik droom dat Woody Guthrie een droom had. Een akoestisch folk nummer met deze droom: ‘Ik zou willen dat elke soldaat in elke oorlog zou stoppen en zich zou herinneren waarvoor hij vecht. Legt zijn wapens neer en sluit zijn kinderen in zijn armen. Probeer te onthouden wat het belangrijkst is. En bedenk eens hoe het zou zijn… om de rijke mensen te laten vechten.’ Tsja, het is een droom, de moeite waard om geen bedrog te zijn. En dan het slotnummer: de ballade ‘There’s No Them’ Er is geen hen, er is alleen ons. There’s no them, only us, wij zijn één. Opnieuw mooie tekst, ondersteund door mooi pianospel.

Een mooi, gevoelig album van een overtuigende Gary Nicholson. Je moet er wel even voor gaan zitten.

All That Makes Me Happy is the Blues

Tracks:
1. What a Little Love Can Do 03:11
2. Bob Dylan Whiskey 03:33
3. The Truth About a Lie 03:30
4. Make Good Trouble 03:28
5. Everybody 04:07
6. We Don’t Talk About It 03:46
7. Follow the Money 04:03
8. Worry B Gone 03:09
9. All That Makes Me Happy is the Blues 04:38
10. Common Sense 04:28
11. Woody’s Dream 03:43
12. There’s No Them 02:50

Muzikanten:
Jim Hoke (harmonieën/dobro/saxen/steel & akoestische gitaar),
James Pennebaker (elektrische & akoestische gitaren),
Lynn Williams & Kenneth Blevins (drums),
Mike Joyce (bas),
Rick Vito ( slide gitaar/elektrische 12-snarige gitaar),
Anson Funderburgh (elektrische gitaar),
Yates McKendree (elektrische gitaarsolo op “Worry B Gone”),
Colin Linden (akoestische gitaar),
Chris Carmichael (alle strijkers/arrangementen),
Luke Bulla (viool/mandoline),
Richard Bailey (banjo),
Harry Stinson (back ground vocals)
David M. Santos (akoestische bas)

Op “Make Good Trouble” een heel andere besetting:
Mike Finnegan (elektrische piano/Hammond-orgel),
Hutch Hutchinson (bas),
Tony Braunegal (drums),
John Jorgensen (gitaar),
The McCrary Sisters & Perry Coleman (bgv).


Ook op Blues Magazine ...