Hij is niet meer, Bobby Charles. Geboren als Robert Charles Guidry op 21 februari 1938 en afgelopen 14 januari 2010 overleden. Hoewel Bobby Charles door velen herinnerd zal worden als songwriter, gaat een begenadigd zanger en pionier van de Louisiana Swamp pop van ons heen. Een Bobby Charles album is een compleet document dat op zichzelf staat. Ook deze eeuw heeft Bobby Charles 2 platen gemaakt (Last Train to Memphis & Homemade Songs) die iedere zichzelf respecterende liefhebber van Laid back, Singer/Songwriter, Blues, Louisiana Swamp style doordrenkte Southern Soul, New Orleans en extreem vette slide guitar (Sonny Landreths beste werk) in huis moet hebben.

Bobby Charles zag zichzelf ook meer als songwriter dan als zanger, zo verklaarde hij desgevraagd in een interview. Zijn oude vriend Dr. John The Nighttripper (Mac Rebennack) verklaart in de hoes van Charles’ Homemade Songs: “Bobby Charles is truly one of the great singers and songwriters”, gevolgd door een verklaring van een bijna 50 jaar durende vriendschap. Dr. John zei vorig jaar, toen ik hem bij Paradiso bedankte voor zijn bijdrage aan Homemade Songs: “Yeah, he’s my buddy”. Eind jaren ´50 van de vorige eeuw is Bobby Charles al gestopt met live optreden. Hij heeft er een hekel aan gekregen.

BOBBY CHARLES: DE LEGENDE

geschreven door Mark Harmsma

De muzikale carriere van Bobby Charles kan opmerkelijk genoemd worden. Vanaf zijn 14e wilde hij, zeer tegen de wil van zijn familie, de muziek in – eigenlijk vooral als songwriter, geinspireerd door Fats Domino en Hank Williams. Op zijn 15e verliet hij een bar, en zei zijn vrienden gedag: “See you later alligator”. Een onbekende dronkaard antwoorde bijdehand: “ After ‘while crocodile”. Niet zeker of hij het goed verstaan had, keerde hij terug en vroeg de dronkaard zijn antwoord te herhalen. Charles’ had zijn eerste inspiratie te pakken, schreef “ See You Later Alligator” en werd door een scout van de straat geplukt. Over de telefoon deed hij auditie bij het fameuze Chicago Blues en R&B platenlabel Chess Records, en kreeg een platencontract. De labeleigenaren dachten met een zwarte zanger te maken te hebben, en bleven in die veronderstelling tot ze Charles in Chicago uit het vliegtuig zagen stappen. Koud een minuut uit het vliegtuig was het vocabulaire van de jonge Charles een krachtterm rijker.

Desondanks ging Charles als enige blanke op toernee met, waar nu iedere blanke bluesartiest alleen van kan dromen, Chess artiesten als Muddy Waters, Fats Domino, Bo Diddley, Willie Dixon, Etta James en Chuck Berry. Hoe romantisch dat moge klinken, in die tijden van rassenscheiding heeft hij menig kogel moeten ontwijken: hij had vooral last van de beleving van blanken. Sindsdien heeft hij alle keerzijden van het (artiesten)bestaan gekend, en op de vraag in een interview of hij iedere geschreven song echt heeft gevoeld antwoordt hij lachend: “Yeah man, more then once! I lived them all more then once”.

In 1955 nam hij zijn debuutsingle “ See You Later Alligator” op. De song was oorspronkelijk geschreven voor –inmiddels zijn vriend- Fats Domino, die dat Alligator-gedoe niet zo zag zitten. De song werd opgenomen door Bill Haley – met een nationale hit tot gevolg.

Tegen 1959 was Charles’ reputatie als songwriter gegroeid. In 1960 nam Fats “Walking to New Orleans” op, met een top 10 hit tot gevolg.  Charles nam dit nummer met Fats zelf op, het staat op “Wish you were here right now”. Het jaar daarna scoorde Clarence `Frogman’ Henry een top 10 hit met het nummer “But I do”, door Charles oorspronkelijk geschreven voor zijn stervende moeder.

In de jaren ‘ 60 heeft Charles singles opgenomen voor labels als Hub City (1963), Jewel (1964) en Paula (1965), maar onder eigen naam oogste de zanger weinig commercieel succes, waardoor hij `de business’ jaren de rug toekeerde – menigmaal bedonderd doordat hij niet de volle rechten kreeg van zijn songs – en volgens eigen zeggen lang in de Mexicaanse bergen vertoefde waardoor hij in 1969 zelfs het hele Woodstock festival heeft gemist.

Het bruggetje naar Woodstock wordt niet voor niets gemaakt: min of meer toevallig, omdat hij de naam op de landkaart zo leuk vond, kwam Charles in 1972 in Woodstock terecht. Door de artistieke sfeer die het stadje uitstraalde besloot hij een makelaar te bezoeken, om mogelijk een deel van zijn royalties te investeren in een huis. Op zijn uitdrukkelijk verzoek werden geen huizen bezocht waar mensen woondden, Charles’ zou zich te zeer bezwaard voelen om op andermans onderdak te azen. Toen bij een huis werd aangebeld en er toch iemand opendeed, sprong Charles de auto uit om zich te verontschuldigen. De bewoners benadrukten dat hij zich geen zorgen moest maken en boden hem een biertje aan. Het huis bleek vol te staan met instrumenten, waarop Charles vroeg: “Zijn jullie een band ofzo”? Het was niet een band, het was het onderkomen van The Band en leden van de Paul Butterfield Blues Band. De vriendschap die ontstond munte uit in opnames, die bekend staan als de Bearsville sessions. Bobby Charles’ eerste volledige eigen plaat (1972) kende derhalve The Band (Rick Danko, Levon Helm, Garth Hudson and Richard Manuel) als begeleidingsband, aangevuld met o.a. Dr. John, David Sanborn en Ben Keith. Het album “Bobby Charles”, mede geproduceerd door Rick Danko, is een zeventiger jaren cult album. Omdat The Band tijdens het verblijf in Woodstock in het jaar ervoor (Cahoots 1971) en erna (Moondog Matinee 1973) platen heeft opgenomen, wordt deze plaat  ook wel omschreven als “the Band album that never was”. Maar eigenlijk is het meer dan dat. Laid back swamp rock – southern funk met menig uithaal naar de `business’ (“He’s got all the Whiskey” en “Save Me Jesus”). Vermeldenswaardig inzake Bearsville is nog dat Muddy Waters er zijnWoodstock Album opnam, waarop de Bobby Charles song “Why are people like that” werd gecovered. Welke blanke songwriter kan zeggen dat Muddy zijn nummer heeft gecovered?

Nog steeds trad Bobby Charles zelden op, zijn enige bekende optreden in de 70’s is deelname aan The Last Waltz, het afscheidsconcert van The Band. The Band had hem geprobeerd over te halen zijn song “See You Later Alligator” te claimen, maar dat weigerde Charles. Hij zong mee op “Down South in New Orleans”.

Charles leefde een teruggetrokken bestaan, in afwachting van de volgende song die op zijn pad zou komen. Of de volgende calamiteit… Half 90-er jaren brandde zijn huis af en hij ging in een trailer wonen vlak bij de Dockside Studio’s in Maurice, LA – een van de plekken waar hij het liefste was. Tijdens een rit met 1 van zijn 4 zoons kwam hij in een klein plaatsje aan de Golf van Mexico, met 300 inwoners. Hij was altijd al gek geweest op water dus kocht daar een huis en dook 10 jaar onder. In de zomer van 2005 kon hij nog maar net voor de orkaan Katrina vluchten, zijn huis spoelde weg. Tot het einde van zijn leven heeft hij in een 2 slaapkamer caravan gewoond op een landgoed buiten Abbeville, LA. Alleen. Oude schoolvrienden had hij niet veel te vertellen, ze geloofden de helft van wat hij had meegemaakt nog niet. Eigenlijk voelde hij zich alleen prettig onder zijn muziekvrienden, waaronder Dr. John, Sonny Landreth, Alan Toussaint, Fats Domino, Bob Dylan, Neil Young, Willie Nelson and James Taylor.

In 2004 stond hij ingeroosterd voor een optreden tijdens de Ponderosa Stomp en in 2007 als onderdeel van een eerbetoon aan zijn muziek op het New Orleans Jazz Fest. Beide optredens cancelde hij vlak van te voren, wegens ziekte of onvermogen. De avond voor het Jazzfest in 2007 had hij een visioen dat een toeschouwer hem van het podium zou schieten. Het optreden is doorgegaan als Friends of Bobby Charles, met o.a. Shannon McNally, Dr. John en Sonny Landreth.

Dit bericht bevat nog wel een mededeling waar maar weinig mensen van op de hoogte zijn. Het management van Bobby Charles heeft me laten weten dat Bobby jaren geleden in New Orleans in de befaamde club Tipitina’s heeft gespeeld met The Band, en dat de show is opgenomen – maar waarschijnlijk nooit uitgezonden. Naar deze opname wordt momenteel naarstig gezocht, hopelijk met het doel om deze aan de fans ter beschikking te stellen.

In September 2007 werd Bobby Charles opgenomen in The Louisiana Music Hall of Fame, voor zijn bijdragen aan lokale muziek. Zijn precieze doodsoorzaak is niet bekend, hoewel hij enige tijd geleden gemeen gevallen was. Eerder leed hij al aan kanker en diabetes.

BOBBY CHARLES: DE MUZIEK

Er is veel geschreven over de manier waarop songs opkwamen in Charles’ hoofd. Zoals hij zelf zegt, “it’s like having a baby”. Ze komen op en moeten eruit. Omdat hij geen instrument kan bespelen of muziek kan lezen, en nooit pen en papier bij de hand had, rende hij naar de meest nabije telefoon en zong een melodie in op zijn antwoordapparaat. De meeste songs kwamen zomaar in hem op, en stonden binnen een half uur op papier. Hoewel hij het gevoel van een song telepathisch en met gevoel op zijn medemuzikanten wist over te brengen, moest hij soms wel de groten der aarde vragen alle akkoorden te spelen die ze kende, totdat hij het akkoord dat hij in gedachten hoorde herkende.

Discografie:

Onofficiele releases: er bestaan opnamesessies die niet als plaat zijn uitgebracht. Kennelijk is een behoorlijk aantal nummers wel de moeite, want tot aan Homemade Songs vinden we deze 70-er jaren (Bearsville!) songs terug. Voor een overzicht verwijs ik naar de fansite http://www.geocities.jp/hideki_wtnb/bc.html .

In de eerdere tekst is al gesproken over de Bearsville Sessions (Bobby Charles 1972).

Om het beeld van officiele releases compleet te maken, moeten hier nog opnames van voor 1972 worden genoemd:

An Introduction to Bobby Charles, uitgegeven in de Chess catalogus en Chess look & feel , een misleidende titel derhalve want het betreft hier de mid-60er jaren opnames op de Jewel en Paula labels in plaats van Chess opnames, maar wel weer met “See You Later Alligator” en “Walkin’ to New Orleans”.

Let op, dezelfde samenstelling bestaat ook als engelse uitgave, het betreft hier hetzelfde materiaal, zoals de ondertitel aangeeft: Walking to New Orleans (The Jewel & Paul Recordings 1964-1965.)

Na jaren van rust sinds zijn Last Waltz performance, volgens eigen zeggen niet in de laatste plaats vanwege het feit dat zijn vrouw zo jaloers was, nam hij in 1984 in de studio van/met Willie Nelson enkele nummers op die, met nummers uit sessies uit 1992-1993, terecht zijn gekomen op zijn eerste plaat in vele jaren: Wish You Were Here Right Now (1995). Naast Nelson doen Neil Young, Fats Domino en slidegitaar-beul Sonny Landreth mee (zie ook Last Train to Memphis).

In 1998 komt het vervolg Secrets of the Heart, met weer veel oude bekenden in de band zoals Ben Keith, Sonny Landreth, en opvallende namen als Wayne Jackson (Horns), Jim Horn, de toen 17 jarige Derek Trucks – nog een slidegitaar-beul, een niet-vermelde saxofonist op “Why are people like that” en John Cleary die we vorig jaar in de Piety Street Band van John Scofield terugzagen (zie ook Last Train to Memphis).

De volgende Bobby Charles albums zijn complete, op zichzelf staande documenten. Als de plaat voor het `evenwicht’ een nummer van 20 jaar eerder nodig heeft, dan komt dat nummer erop. De kunst van het samenstellen van een album heeft Charles in de 21e eeuw verfijnd. De songvolgorde steekt vernuftig in elkaar, je wordt van groove naar stijl gesleept. Een Bobby Charles album stop je dus nooit in de Random player, om over halverwege afzetten nog maar te zwijgen. Een Bobby Charles plaat garandeert derhalve heerlijk muziekavondjes, maar de vraag is meestal: wat draai je nog na Bobby Charles?

In 2004 wordt het album Last Train to Memphis samengesteld. De opnames dateren van eind jaren ’90 en 2001, aangevuld met enkele nummers uit de jaren ’80 en zelfs 1 uit 1975. Daarnaast bestaat er een versie met een bonus-CD met maarliefst 19 nummers – waarmee je de platen Wish You Were Here Right Now en Secrets of the Heart vrijwel helemaal kado krijgt – maar die de plaat ten onrechte het predicaat van `verzamelaar’ geeft op media als de allmusic.com. Maarliefst 34 nummers het beste van het beste. Vind ‘m nu! De algehele lijst met speciale gasten op deze Must Have is aanzienlijk. In de hoes lachen niemand minder dan Neil Young, Maria Muldaur, Fats Domino, Clarence `Frogman’ Henry, Ben Keith, Willie Nelson, Delbert McClinton en natuurlijk slidegitaar-beul Sonny Landreth (hoor ‘m eens gaan als hij los mag in “I Spent all my money loving you”) je tegemoet. Als laatste worden we getrakteerd op een 21e eeuws versie van hoe Charles vindt dat “See You Later Alligator” moet klinken.

In 2008 mocht ik weer het gelukzalige moment van een nieuwe Bobby Charles plaat beleven, getiteld “Homemade Songs”. “Mag ik ‘m even horen” vroeg ik bij de Plato in Utrecht. Meteen met het eerste nummer dacht ik al: “Wat doe ik hier, naar huis met deze aanwinst”, zeg al je afspraken voor het weekend maar af! Veel oude bekenden, met hoofdrollen voor Sonny, Dr. John, Spooner Oldham en Mickey Raphael. Ik ben er voor mezelf nog steeds niet uit hoe hij zich verhoudt tot Last Train to Memphis, maar het is in elk geval weer een document op zich met veel fraaie songs. De gelatenheid, de pijn, de melancholie die Charles in zijn stem legt in bijvoorbeeld “ Too Blue” (met Sonny en Dr. John!) is ongeevenaard. If I run into someone, as lonely as me… Dit is de man die songs voor Fats Domino kan schrijven. De titelsong geeft een inzicht hoe een op leeftijd zijnde songwriter zijn dagen slijt in een 2 kamer caravan: I think I gonna stay right here, ‘cause here’s where I belong, staying stoned and singing Homemade songs – met alweer subliem Hammond B3 werk natuurlijk, net als in het uitgebouwde “Seize the Moment”. Of neem “Always Been a Gambler”, in de finale van het nummer, de gitaarsolo – dat dunne Robbie Robertson geluidje, je waant jezelf in een reunie van The Band! Verder worden we getrakteerd op een nieuwe versie van “Tennessee Blues” – altijd fijn met Sonny on board en op het oog het niemandalletje “Sweep ‘Em” dat maar in je hoofd blijft zitten, met een plagerijtje als toetje: de allerlaatste slidelick van de moegestreden Sonny Landreth is misschien wel de vetste van de plaat!

Timeless 2010

De tragedie van deze te vroeg gestorven legende die op latere leeftijd nog veel te bieden had, eindigt voor de fans zoals de tragedie van een legende hoort te eindigen. Niet eerder nam Bobby Charles zo snel 2 albums achter elkaar op. We hoeven het dan ook niet te stellen met 4 ruwe demo’s, aangevuld met B-kantjes en alternate takes: Bobby Charles had met Dr. John juist een album klaar, getiteld “Timeless”, dat volgende maand zal verschijnen. Het album is opgedragen aan zijn vriend en een andere New Orleans legende, Fats Domino.

In een gesprek met zijn uitgever Karen Johnson had Charles ongeveer een week voor zijn overlijden gezegd: “Dit is mijn beste plaat tot nu toe”. Manager Jim Bateman vult aan: “Hij bleef maar zeggen, “ik moet deze plaat uitbrengen. Ik wil ‘m in mijn handen houden”. Alsof Charles een voorgevoel had, hij heeft het ontwerp van het album gezien maar het heeft niet zo mogen zijn dat hij het in de handen heeft gehad. De plaat bevat voornamelijk nieuwe songs, en zowel Dr. John als Sonny Landreth memoreren de energie en de hoge productiviteit van Charles tijdens de opnames.

Deze plaat, en misschien ooit wel vrijgegeven beelden van de Tipitina’s show met The Band, completeren het in aantal albums beperkte, maar zeer de moeite waard zijnde, ouevre van Bobby Charles.

Tot slot, mooi & oprecht is ook de SMS van mijn goede vriend Herman, als reactie op Charles’ overlijden: “Wat een vreselijk nieuws, vandaag gebeurd? Gelukkig heeft hij ons de muzikale ogen op tijd weten te openen, moge hij rusten in vrede’. En zo is het, daar wilde ik het bij houden.

Opmerkingen en aanvullen worden op prijs gesteld: bookings@bluesrevue.nl. De samenstelling van deze tekst kan worden gezien als een eerbetoon van een fan aan misschien wel zijn favoriete singer/songwriter, aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend etc. etc.


Ook op Blues Magazine ...